Voor het onderwerp ‘coslapen’ heeft de zorgverlener met mijn boekvertaling waardevol materiaal in handen. Het is geschreven door James J. McKenna en is volledig op wetenschappelijke onderbouwing gebaseerd. Deze hooggekwalificeerde en gelauwerde wetenschapper is een ‘Fellow’ (zeg maar ‘erelid’ via speciale benoeming op grond van geleverde prestaties) van de meest prestigieuze wetenschappelijke organisatie in de wereld, de AmericanAssociation for the Advancement of Science, de AAAS. Tot deze elitegroep behoort slechts de 10% beste wetenschappers van de Verenigde Staten. McKenna bekleedt deze positie sinds 2008 en ik ontdekte het onlangs. Van hem zelf zul je zulke dingen meestal niet horen, want daarvoor is hij te bescheiden. Die bescheidenheid van hem, samen met een algehele struisvogelpolitiek ten aanzien van antropologie en veilige hechting bij het grote publiek, zorgt er ook voor dat veel mensen denken dat je zijn onderzoeksresultaten probleemloos terzijde kunt schuiven. Jim maakt zich echter grote zorgen over de gevolgen die dat heeft voor de wijze waarop er met jonge kinderen en hun vaders en moeders wordt omgegaan en de gevolgen die dat heeft voor de samenleving. Uit onze correspondentie:
“We hebben het tenslotte wel over de intrinsieke rechten van
kinderen om ongehinderd toegang te hebben tot het lichaam van hun moeder, voor
koestering en voeding, en de intrinsieke burgerrechten van moeders en vaders om
voor hun kinderen te zorgen op de manier waarop hun eigen lichaam is ontworpen,
op een manier ook die ze kiezen om alle goede redenen. Zij verdienen het
ondersteund te worden en van hun overheid (die de besteding van hun
belastinggeld bepaalt) de informatie te krijgen die bijdraagt aan de veiligheid
en het welzijn van hun baby’s. Ouders moeten weten hoe ze op de meest veilige
manier samen kunnen slapen, ook in de vorm van bedding-in.”
Dat is de reden dat we vanochtend boeken hebben uitgedeeld.
Kraamverzorgenden hebben er recht op breed over dit onderwerp te worden
geïnformeerd. Dat is een voorwaarde om te waarborgen dat ouders goed en breed kunnen
worden geïnformeerd in die kostbare eerste week, niet over meningen, maar over
wetenschappelijke inzichten.
Desondanks steken er toch nog steeds allerlei vreemde geluiden
de kop op. Ouders worden bij herhaling schreeuwerig gewaarschuwd: “Neem je kind
niet in bed! Het is gevaarlijk!” Als je niet beter wist, zou je denken dat iedere
ouder die deze dwingelandij negeert, rijp is om uit de ouderlijke macht te
worden ontzet. Alsof er geen nuance is, alsof coslapen niet uit rooming-in,
bedding-in en een cosleeper bestaat, alsof er niets te kiezen valt. Telkens
weer wordt de vraag gesteld: “Is het wel verantwoord om je kind in bed te
nemen?” Wetende hoe bedreigend en stressvol eenzaamheid voor veel kinderen voelt, zou mijn
vraag zijn: “Is het wel verantwoord om je kind in de nacht alleen te laten?” Zoals
ik onlangs ergens las: “Wie nu nog zegt dat je persoonlijkheid gewoon door je
DNA wordt bepaald, die is genetisch analfabeet.” Zo ver is de wetenschap
gevorderd: omgevingsinvloeden bepalen hoe je genotype (je erfelijk materiaal)
zich uit in het fenotype (de vorm van het materiaal). Die vorm bepaalt in grote
mate je persoonlijkheid en je levenslange gezondheid. De mate van stress in de
kindertijd en de hoeveelheid beschermende coregulatie door primaire
hechtingsfiguren is daarbij van doorslaggevend belang.
Soms word ik wel eens moedeloos van hoeveel werk we met z’n allen nog te verzetten hebben, bijvoorbeeld als ik zie hoe kinderen worden afgeblaft en hoe hun vragen niet worden beantwoord. Op andere momenten (zoals bij Petra op de OudersNatuurlijk-beurs) voel ik me echter weer helemaal geïnspireerd om gewoon, desnoods tegen de stroom in, door te gaan. Een aanmoediging als de onderstaande van Jim McKenna is daarbij natuurlijk wel een heel kostbaar geschenk!
“Ga door met de dingen waarmee je mee bezig bent. Op deze
wijze heb je eerlijkheid, goedheid, vrijgevigheid en respect voor moeder natuur
(en voor moeders en baby’s) volledig aan je zijde. Je zult met je aanpak mensen
beïnvloeden die je niet eens kent… onthoud dat altijd. Wat je doet voor ouders
en speciaal voor moeders (en hun baby’s), is van een diepere werkelijkheid dan
de tegenstand die je ondervindt.”