woensdag 3 juni 2015

Ostium uteri

WAARSCHUWING VOORAF: Dit blog bevat informatie over de vrouwelijke anatomie, dus wie het schaamrood op de eigen kaken niet kan verdragen bij het lezen over fysieke aspecten van het vrouwzijn, doet er goed aan deze tekst weg te klikken.

Onlangs vond ik op mijn Facebook-tijdlijn een bericht over giftige stoffen in tampons. Ik deelde het bericht, met de opmerking dat dit, na allerlei berichten over gifstoffen in voedingsmiddelen, opnieuw informatie was om over na te denken en aanleiding om een alternatief te zoeken. Eén van de reacties was dat ik de mooncup zou kunnen proberen. Ik ben bekend met deze optie en heb er zelfs één aangeschaft een paar jaar geleden, want de gezondheid van mijn lijf en de ecologische vriendelijkheid van dit dingetje spreken mij zeer aan. Helaas is mijn baarmoedermond zodanig gekanteld dat deze optie voor mij niet geschikt bleek en dat meldde ik in reactie op het voorstel voor de mooncup. Vanuit mijn sociale omgeving kreeg ik vervolgens de opmerking dat dit een ongepaste mededeling was voor op Facebook, want ‘way too much information’. Ik vroeg na wat er zo ongepast aan was, maar kreeg er niet echt duidelijk antwoord op. Er werd voorgesteld dat ik de opmerking zou verwijderen. Ik heb dat niet gedaan en zal dat ook niet doen en ik zal in het navolgende uitleggen waarom niet.

Ik was acht jaar oud ten tijde van mijn menarche, razend vroeg, maar mijn moeder had het zien aankomen en had me goed voorgelicht. Mijn oma vond het ‘niet normaal’ en raadde mijn moeder aan ermee naar de huisarts te gaan. Mijn moeder zag daar het nut niet zo van in, maar ging toch. De huisarts schijnt te hebben gevraagd of mijn moeder en ik er een probleem mee hadden. Dat was niet het geval. Dan was er geen probleem, was de conclusie van de huisarts. (Ja, kom er maar eens om, om zo’n huisarts!) De regelmaat zat er niet meteen in, maar vanaf een jaar of drie later wel; toen was ik dus elf. Dat betekent dat ik al zo’n veertig jaar producten gebruik die in de media vaak met het woord ‘dameshygiëne’ worden aangeduid. Het grootste deel van al die jaren heb ik niet geweten dat tampons wellicht schadelijk kunnen zijn door de stoffen die ze bevatten. Is dat niet vreemd? Waarom wordt daarover zo weinig informatie verstrekt? Is de gezondheid van vrouwen daarvoor niet belangrijk genoeg, ondanks dat zij het zijn die een nieuwe generatie ter wereld brengen?

In 1990 baarde ik thuis, in ons eigen bed, ons eerste kind. (Voor wie niet zo bekend is met het verschijnsel geboorte: baby’s komen via de baarmoedermond ter wereld.) We hadden voor een thuisbevalling gekozen, omdat we een diep vertrouwen hadden in het functioneren van mijn lichaam. Ik voel me daarmee volledig vertrouwd en ik heb geen problemen met de verschijnselen die met die wonderbaarlijke vruchtbaarheid gepaard gaan. Een kind mogen dragen en het licht mogen doen zien, is immers, hoe cliché ook, een mirakel. (Voor wie niet zo bekend  is met het verschijnsel zwangerschap: sperma komt via de baarmoedermond in de baarmoeder en vandaar in de eileiders terecht, waarna er een bevruchting kan plaatsvinden.) Ik ben naar onze dochters toe ook altijd heel open geweest over al die zaken, omdat ik er oprecht van overtuigd ben dat normaal omgaan met die lichamelijkheid, de beste garantie biedt op het voorkomen van taboes en trauma’s aangaande alle processen rondom de voortplanting en, veel groter nog, rondom het vrouwzijn. Hun menarche was wat mij betreft reden voor een moeder-dochter-etentje: wat een zegen voor de toekomst, als dit aspect van je ontwikkeling probleemloos verloopt. (Voor wie niet zo bekend is met het verschijnsel menstruatie: menstruatiebloed verlaat via de baarmoedermond het vrouwelijk lichaam.)

Inmiddels ben ik twintig jaar actief in het borstvoedingswerkveld en heb ik een waanzinnige hoeveelheid kennis opgedaan aangaande alles wat met borstvoeding verbonden is en hoe daarop ook de baring van invloed is. Een bevalling waarbij een vrouw niet angstig is, waarbij ze zich veilig voelt met haar eigen lichaam en de mensen om haar heen en waarbij er respect is voor de heilige eenheid tussen moeder en kind direct na de geboorte… zo’n bevalling is een zeer bekrachtigende ervaring, eentje die levenslang bij de vrouw in kwestie blijft, die haar moederschap ondersteunt en die haar kinderen een prachtig, bemoedigend voorbeeld biedt, zeker als die baring ook nog eens wordt gevolgd door een bevredigende borstvoedingsperiode. Zo’n ervaring helpt om geen angst over te dragen, maar vertrouwen, geen pijn, maar een intense ervaring, geen gebeurtenis waar je even doorheen moet, maar een vormende, spirituele transitie naar een nieuwe levensfase.

Als borstvoedingsvrijwilliger en lactatiekundige heb ik inmiddels ruim twintig jaar ervaring met de problemen waarmee voedende vrouwen in aanraking komen. Veel van die problemen hebben te maken met een gebrek aan kennis over het functioneren van het eigen lichaam of met een gebrek aan kennis over de risico’s van bepaalde keuzes in de reproductieve periode.
Natuurlijk zijn er ook situaties waarin mannen te weinig weten over risico’s in gezondheidskwesties, maar hoe je het ook wendt of keert… het lichaam en de fysiologie van de vrouw zitten met de maandelijkse fluctuaties ingewikkelder in elkaar dan die van de man. Gezien het feit dat de vrouw het nageslacht draagt, baart en zoogt, zijn de consequenties van risicovolle benaderingen in haar geval ook groter. Dat kun je discriminatie noemen en je kunt zeggen dat vrouwen daarin zijn achtergesteld. Je kunt ook zeggen dat vrouwen de eer hebben een grote verantwoordelijkheid te mogen dragen op dat punt en dat ze daarin bevoorrecht zijn. (Drie keer raden voor welke optie ik ga…)

Dat wat begon als borstvoedingsbegeleiding, is voor mij daarom in ruim twintig jaar uitgegroeid tot betrokkenheid bij de vrouwelijke gezondheid: vrouwen zijn de schakel in de keten van de gezondheid van de volgende generatie, waar natuurlijk ook jongens en mannen uit voortkomen. De vrouw is in mijn opinie dan ook niet zomaar een radertje in het systeem, maar een fundamentele schakel in de doorgaande lijn van de geschiedenis. Haar gezondheid, haar vaardigheden, haar emotionele en psychologische kracht en stabiliteit zijn van doorslaggevend belang voor haar kroost en daarmee voor de samenleving. Daar spreek ik me graag voor en over uit en niet alleen in abstracte termen, maar soms ook in heel persoonlijke bewoordingen. Ik zie zelf niet hoe mij dat diskwalificeert of voor schut zet, maar blijkbaar zijn bepaalde taboes groter dan ik doorhad.
In een besloten groep deed ik navraag naar hoe vreemd het was dat ik in de context van veilige of onveilige tampons en mooncups iets had gezegd over de stand van mijn baarmoedermond. Dit was één van de reacties:
“Verschillende mensen nemen aanstoot aan verschillende dingen. Wat voor jou normaal is en bespreekbaar, kan een ander te ver gaan. Ik ben van mening dat als er een discussie over menstruatiebloed en mooncups gaande is en je daar aanstoot aan zou kunnen nemen, je op moet houden met verder lezen. Het lijkt me namelijk niet meer dan logisch dat als een gekantelde baarmoeder al tot je persoonlijke taboe-top-tien behoort, mooncups en menstruatiebloed in pyjama's daar niet ver achteraan kunnen komen. Het lijkt mij een geval van gebrek aan impulscontrole van de klager; schijnbaar heeft de nieuwsgierigheid het toch gewonnen.”

Dit blog is geen pleidooi om willekeurig welk intiem detail op Facebook te posten. Wel lijkt het me belangrijk om zaken binnen hun context te beoordelen. Dan kun je natuurlijk nog steeds van mening verschillen over wat ‘gepast’ is en wat niet, maar dat de vrouwelijke gezondheid in dit soort zaken (denk ook aan mammografieën: carcinogene röntgenstralen ter controle van kanker?!) niet prominenter in beeld is, dát vind ik dan weer ongepast en het zou fijn zijn als dáárover wat meer lawaai zou worden gemaakt.
Tot slot nog deze link over de hypothetische mannelijke menstruatie; mooie omdenksuggestie!