WAARSCHUWING VOORAF: Dit blog
bevat informatie over de vrouwelijke anatomie, dus wie het schaamrood op de
eigen kaken niet kan verdragen bij het lezen over fysieke aspecten van het vrouwzijn,
doet er goed aan deze tekst weg te klikken.
Onlangs vond ik op mijn
Facebook-tijdlijn een bericht over giftige stoffen in tampons. Ik deelde het
bericht, met de opmerking dat dit, na allerlei berichten over gifstoffen in
voedingsmiddelen, opnieuw informatie was om over na te denken en aanleiding om
een alternatief te zoeken. Eén van de reacties was dat ik de mooncup zou kunnen
proberen. Ik ben bekend met deze optie en heb er zelfs één aangeschaft een paar
jaar geleden, want de gezondheid van mijn lijf en de ecologische
vriendelijkheid van dit dingetje spreken mij zeer aan. Helaas is mijn
baarmoedermond zodanig gekanteld dat deze optie voor mij niet geschikt bleek en
dat meldde ik in reactie op het voorstel voor de mooncup. Vanuit mijn sociale
omgeving kreeg ik vervolgens de opmerking dat dit een ongepaste mededeling was
voor op Facebook, want ‘way too much information’. Ik vroeg na wat er zo
ongepast aan was, maar kreeg er niet echt duidelijk antwoord op. Er werd
voorgesteld dat ik de opmerking zou verwijderen. Ik heb dat niet gedaan en zal
dat ook niet doen en ik zal in het navolgende uitleggen waarom niet.
Ik was acht jaar oud ten
tijde van mijn menarche, razend vroeg, maar mijn moeder had het zien aankomen
en had me goed voorgelicht. Mijn oma vond het ‘niet normaal’ en raadde mijn
moeder aan ermee naar de huisarts te gaan. Mijn moeder zag daar het nut niet zo
van in, maar ging toch. De huisarts schijnt te hebben gevraagd of mijn moeder
en ik er een probleem mee hadden. Dat was niet het geval. Dan was er geen
probleem, was de conclusie van de huisarts. (Ja, kom er maar eens om, om zo’n
huisarts!) De regelmaat zat er niet meteen in, maar vanaf een jaar of drie
later wel; toen was ik dus elf. Dat betekent dat ik al zo’n veertig jaar
producten gebruik die in de media vaak met het woord ‘dameshygiëne’ worden
aangeduid. Het grootste deel van al die jaren heb ik niet geweten dat tampons
wellicht schadelijk kunnen zijn door de stoffen die ze bevatten. Is dat niet
vreemd? Waarom wordt daarover zo weinig informatie verstrekt? Is de gezondheid
van vrouwen daarvoor niet belangrijk genoeg, ondanks dat zij het zijn die een
nieuwe generatie ter wereld brengen?
In 1990 baarde ik thuis,
in ons eigen bed, ons eerste kind. (Voor wie niet zo bekend is met het
verschijnsel geboorte: baby’s komen via de baarmoedermond ter wereld.) We
hadden voor een thuisbevalling gekozen, omdat we een diep vertrouwen hadden in
het functioneren van mijn lichaam. Ik voel me daarmee volledig vertrouwd en ik
heb geen problemen met de verschijnselen die met die wonderbaarlijke
vruchtbaarheid gepaard gaan. Een kind mogen dragen en het licht mogen doen
zien, is immers, hoe cliché ook, een mirakel. (Voor wie niet zo bekend is met het verschijnsel zwangerschap: sperma
komt via de baarmoedermond in de baarmoeder en vandaar in de eileiders terecht,
waarna er een bevruchting kan plaatsvinden.) Ik ben naar onze dochters toe ook
altijd heel open geweest over al die zaken, omdat ik er oprecht van overtuigd
ben dat normaal omgaan met die lichamelijkheid, de beste garantie biedt op het
voorkomen van taboes en trauma’s aangaande alle processen rondom de
voortplanting en, veel groter nog, rondom het vrouwzijn. Hun menarche was wat mij
betreft reden voor een moeder-dochter-etentje: wat een zegen voor de toekomst,
als dit aspect van je ontwikkeling probleemloos verloopt. (Voor wie niet zo
bekend is met het verschijnsel menstruatie: menstruatiebloed verlaat via de
baarmoedermond het vrouwelijk lichaam.)
Inmiddels ben ik twintig
jaar actief in het borstvoedingswerkveld en heb ik een waanzinnige hoeveelheid
kennis opgedaan aangaande alles wat met borstvoeding verbonden is en hoe daarop
ook de baring van invloed is. Een bevalling waarbij een vrouw niet angstig is, waarbij
ze zich veilig voelt met haar eigen lichaam en de mensen om haar heen en
waarbij er respect is voor de heilige eenheid tussen moeder en kind direct na
de geboorte… zo’n bevalling is een zeer bekrachtigende ervaring, eentje die
levenslang bij de vrouw in kwestie blijft, die haar moederschap ondersteunt en
die haar kinderen een prachtig, bemoedigend voorbeeld biedt, zeker als die
baring ook nog eens wordt gevolgd door een bevredigende borstvoedingsperiode.
Zo’n ervaring helpt om geen angst over te dragen, maar vertrouwen, geen pijn,
maar een intense ervaring, geen gebeurtenis waar je even doorheen moet, maar
een vormende, spirituele transitie naar een nieuwe levensfase.
Als
borstvoedingsvrijwilliger en lactatiekundige heb ik inmiddels ruim twintig jaar
ervaring met de problemen waarmee voedende vrouwen in aanraking komen. Veel van
die problemen hebben te maken met een gebrek aan kennis over het functioneren
van het eigen lichaam of met een gebrek aan kennis over de risico’s van
bepaalde keuzes in de reproductieve periode.
Natuurlijk zijn er ook
situaties waarin mannen te weinig weten over risico’s in gezondheidskwesties,
maar hoe je het ook wendt of keert… het lichaam en de fysiologie van de vrouw
zitten met de maandelijkse fluctuaties ingewikkelder in elkaar dan die van de
man. Gezien het feit dat de vrouw het nageslacht draagt, baart en zoogt, zijn
de consequenties van risicovolle benaderingen in haar geval ook groter. Dat kun
je discriminatie noemen en je kunt zeggen dat vrouwen daarin zijn
achtergesteld. Je kunt ook zeggen dat vrouwen de eer hebben een grote
verantwoordelijkheid te mogen dragen op dat punt en dat ze daarin bevoorrecht
zijn. (Drie keer raden voor welke optie ik ga…)
Dat wat begon als
borstvoedingsbegeleiding, is voor mij daarom in ruim twintig jaar uitgegroeid
tot betrokkenheid bij de vrouwelijke gezondheid: vrouwen zijn de schakel in de
keten van de gezondheid van de volgende generatie, waar natuurlijk ook jongens
en mannen uit voortkomen. De vrouw is in mijn opinie dan ook niet zomaar een
radertje in het systeem, maar een fundamentele schakel in de doorgaande lijn
van de geschiedenis. Haar gezondheid, haar vaardigheden, haar emotionele en
psychologische kracht en stabiliteit zijn van doorslaggevend belang voor haar
kroost en daarmee voor de samenleving. Daar spreek ik me graag voor en over uit
en niet alleen in abstracte termen, maar soms ook in heel persoonlijke
bewoordingen. Ik zie zelf niet hoe mij dat
diskwalificeert of voor schut zet, maar blijkbaar zijn bepaalde taboes groter
dan ik doorhad.
In een besloten groep
deed ik navraag naar hoe vreemd het was dat ik in de context van veilige of
onveilige tampons en mooncups iets had gezegd over de stand van mijn
baarmoedermond. Dit was één van de reacties:
“Verschillende mensen
nemen aanstoot aan verschillende dingen. Wat voor jou normaal is en
bespreekbaar, kan een ander te ver gaan. Ik ben van mening dat als er een
discussie over menstruatiebloed en mooncups gaande is en je daar aanstoot aan
zou kunnen nemen, je op moet houden met verder lezen. Het lijkt me namelijk
niet meer dan logisch dat als een gekantelde baarmoeder al tot je persoonlijke
taboe-top-tien behoort, mooncups en menstruatiebloed in pyjama's daar niet ver
achteraan kunnen komen. Het lijkt mij een geval van gebrek aan impulscontrole
van de klager; schijnbaar heeft de nieuwsgierigheid het toch gewonnen.”
Dit blog is geen pleidooi
om willekeurig welk intiem detail op Facebook te posten. Wel lijkt het me
belangrijk om zaken binnen hun context te beoordelen. Dan kun je natuurlijk nog
steeds van mening verschillen over wat ‘gepast’ is en wat niet, maar dat de
vrouwelijke gezondheid in dit soort zaken (denk ook aan mammografieën:
carcinogene röntgenstralen ter controle van kanker?!) niet prominenter in beeld
is, dát vind ik dan weer ongepast en het zou fijn zijn als dáárover wat meer
lawaai zou worden gemaakt.
Tot slot nog deze link over de hypothetische mannelijke menstruatie;
mooie omdenksuggestie!