maandag 27 september 2010

Breinbreker?

Ons rationele brein laat ons nog wel eens in de steek. We vergeten dingen, we snappen ze niet, de logica ontgaat ons. Ons emotionele brein daarentegen lijkt in het algemeen uitzonderlijk goed te functioneren. Het is, evolutionair gezien, een ouder deel van onze hersenen en hoe ouder een bepaalde lichaamsfunctie, hoe fundamenteler die is in het overlevingsproces.
Om het zoogdierbrein te kietelen en gevoelens op te roepen, is maar weinig nodig. Neem het woord ‘borstvoeding’. Laat het vallen en wacht af; meer hoef je niet te doen. In de meeste gezelschappen kun je er donder op zeggen dat je vervolgens geen informatieve vragen krijgt, maar een op emoties gebaseerd relaas. Er trekt een waas voor de ogen van de spreker die in zijn of haar ervaringen wegdrijft en wat je als borstvoedingsspecialist nog over het onderwerp te berde brengt, gaat verloren in een zee aan gekleurde herinneringen. Dat humane lactatie een wetenschap is die fascinerende feiten aan het licht brengt, dat het een onderwerp is dat over volksgezondheid gaat, dat de industrie de waarheid over zuigelingenvoeding op grote schaal geweld aandoet… Het is vaak een zinloze exercitie om te proberen dit idee met de toehoorder nader uit te pluizen.
Afgelopen week had ik zo’n gesprekspartner. Op de vraag wat ik deed, gaf ik in een paar zinnen antwoord en ik stipte wat zaken aan die onderzoek de laatste jaren hebben uitgewezen. “Ja, ja… dat kan zijn!”, kreeg ik als reactie. Ik proefde de woorden en zei: “Nou… dat kan niet zijn… dat ‘is’ zo.” “Ja, dat is wat jij gelóóft, want jij weet ook niet wat je niet weet.” Ik luisterde naar het verhaal dat volgde en naar de hypothese die werd gepostuleerd: “Dat kan toch zijn, of niet dan? Ja, ik wéét het niet, hoor, want ik heb er verder geen verstand van.” “Nee, maar ik wel, want het is mijn vak”, zei ik lachend en vreesde dat zelfs dit al weer te defensief van toon was.
Het is echt een breinbreker: hoe kan het, dat het proces dat ons maakt tot wat we biologisch gedefinieerd zijn (zoogdieren), zo ver van de gemiddelde mens af is komen te staan en hoe keren we die ontwikkeling ten goede?
Ik heb er geen eenduidig antwoord op, al zijn er heel wat aspecten die een deelverklaring geven. Taalgebruik is er één van. Woorden kunnen je maken en breken en zich vastzetten in je brein. Zaak dus, om te zorgen dat ze je brein niet breken, maar maken! Zorgvuldig formuleren draagt bovendien bij aan een heldere begripsvorming. Zo is, om maar iets te noemen, een baby die nog niet uit de borst kan drinken niet lui. Zo’n kindje heeft gewoon het proces nog niet onder de knie. Weg met die foute labels, die de sfeer verzieken! Sinds ruim twee weken ben ik bezig een belangrijk document zodanig te herschrijven dat er borstvoedingsvriendelijk wordt geformuleerd. Ruim baan voor positieve zintuigenprikkeling, die de sfeer verhoogt!
Op www.borstvoedingblijft.nl/stemmen kun je mij ondersteunen bij dit doel.

zondag 19 september 2010

Gewenning

Boos, was ze, heel boos. De tranen biggelden over haar wangen en met een frons in haar voorhoofd werd ze rood van kwaadheid. We probeerden haar tot rust te brengen, maar ze was nog niet van plan zich te laten overhalen tot een wat kalmere benadering van het probleem.
Even daarvoor had ik nog een goed gesprek met haar gevoerd. Ze keek me aan, lachte en brabbelde en hield gefascineerd mijn ogen vast. We hadden elkaar nog niet eerder gezien, maar voor een aantal minuten oprechte communicatie is ook een baby van acht weken van harte te porren.
Haar mama had me gebeld, want de pijn bij het voeden werd te dol en ze wilde graag samen met mij naar een oplossing zoeken.
Meestal kijk ik eerst mee hoe het gaat als moeder en kind op hun eigen manier aanleggen. Ik let op hoe mama zit, hoe baby ligt, hoe de kaakjes bewegen, hoe het zuigritme is en hoe de baby slikt. En wat ook heel belangrijk is… ik kijk hoe de tepel eruit ziet als de baby de borst loslaat.

Jarenlang werd er gezegd: “Als je een speen wilt gebruiken, kies dan zo’n dental model, zo eentje die aan de onderkant wat is afgeplat. Die lijkt het meest op de tepel.” Voor wie er zich geen beeld bij kan vormen… denk aan een nieuwe lippenstift. Wel, dat is precies hoe een tepel er níet moet uitzien, niet ín het mondje van de baby en ook niet als ‘ie eruit komt. Toch is dat een bekend beeld en het betekent dat een kindje te weinig borstweefsel in de mond heeft tijdens het drinken. Voor de moeder is dat echt een probleem, want je kunt er donder op zeggen dat daar pijnklachten uit voortkomen.

Waarom was mijn kleine klantje zo boos geworden…? Ik had haar mama een andere manier van aanleggen voorgesteld en daarmee waren we samen aan de slag gegaan. En hoewel acht weken nog een zeer pril mensenleven zijn, zijn ze lang genoeg om gewenningspatronen te laten ontstaan. Dit kindje bewees dat in levenden lijve: ze was vertrouwd geraakt met hoe het ging aan de borst en was niet van plan om die gewoonte zonder slag of stoot op te geven. Wat een mooie eigenschap!
Daarom is het zo belangrijk dat moeders en baby’s deskundige begeleiding krijgen in de allereerste dagen, zodat ze samen de júiste gewoontes kunnen ontwikkelen. Als die er vast in slijten, dan zijn ze er zomaar niet weer uit te krijgen en dat is precies wat de bedoeling is.

Deze mama en ik stoeien nog wat verder, want we kunnen als volwassenen wel van alles voor ogen hebben, maar een kindje moet het ook maar net kúnnen. Wanneer de tong niet de bewegingsvrijheid heeft die nodig is voor een goede hap, dan is het zaak te kijken wat daaraan kan worden gedaan. Daarom komt vandaag de verloskundige langs; met mijn aandachtspunten in gedachten zal ze het tongriempje onder handen nemen. Wordt vervolgd, met nieuwe ontwikkelingen!

zaterdag 11 september 2010

Een nieuw seizoen

“Je moet ook een blogpagina op je site hebben”, zei mijn ontwerper toen we eind 2008, begin 2009 in gesprek waren over mijn website. Dat leek me een goede suggestie en zo gezegd, zo gedaan.
Nadat op 17 januari 2009 de feestelijke opening van de praktijk had plaatsgevonden, schreef ik mijn eerste blog. Ik schreef over mijn doelen, mijn ideeën, mijn blijvende ontroering bij de aanblik van een pasgeboren moeder met kind.
Inmiddels zijn we anderhalf jaar en allerlei belevenissen verder… maar er is in die tijd niet één nieuw blog tot stand gekomen. Dat gaat veranderen. Ik wil regelmatig met jullie delen wat ik in mijn werk tegenkom. Dag na dag gebeurt er van alles dat me aan het denken zet en dat een bron van inspiratie vormt voor het werk in de dagen en weken daarna. Net als de moeders die voor een consult bij mij aankloppen, zit ook ik vaak vol met vragen.
“Hoe kunnen we dat oplossen?” “Wat is voor dit probleem de beste benadering?” “Op welke wijze kan ik ervoor zorgen dat de baby en zijn of haar moeder het middelpunt van zorg blijven in die prille beginperiode?”
Voor kinderen die in deze tijd opgroeien, is netwerken een essentieel onderdeel van het dagelijks leven. Hyves, Facebook en Twitter zijn daarvan onmisbare elementen. Zelf ben ik een groot fan van mailinglists. Ze stellen me in staat om snel een grote groep collega’s te bereiken en hun kennis en specifieke expertise aan te boren. Blijf ik na een consult met vraagtekens zitten, dan worden dat in intercollegiaal overleg vaak uitroeptekens met een smiley. Die deel ik met de moeder en zo kan zij weer verder met haar kindje. Na verloop van tijd vraag ik dan wel eens: “Hoe gaat het nu?”
Deze week deed een moeder verslag van haar borstvoedingservaringen sinds het consult dat ze voor de zomervakantie van mij had gehad. Wat een prachtig verhaal! Ze was op de rand van uitputting toen ik bij haar was: alles zo nieuw, nog niks ging vanzelf, papa nog geen vakantie… Inmiddels had ze zelf een aantal zoektochten ingezet en oplossingen gevonden voor doorzeurende problemen. De toon in haar mail was helemaal veranderd. Ik proefde optimisme, kracht, vertrouwen dat het goed ging komen. Ze kan genieten en ziet nog een lange borstvoedingsperiode voor zich.
Dat is mooi voor haar en dat is vooral ook een zegen voor haar baby. Mensenkinderen hebben dat lijf van hun moeder zo nodig voor optimale ontwikkeling.
Daar zet ik mij al jaren voor in en dat zal ik ook blijven doen. Met een beetje geluk (en wellicht jullie hulp!) krijgt dat werk op 5 oktober 2010 een fraaie kroon… ik ben genomineerd voor de Borstvoedingprijs 2010! Eenmaal per twee jaar wordt deze prijs tijdens het nationale borstvoedingcongres uitgereikt aan iemand die een substantiële bijdrage levert aan de bescherming, bevordering en ondersteuning van borstvoeding in Nederland.
Houd mijn blog in de gaten… één dezer dagen weet ik via welke link je je stem kunt uitbrengen!