donderdag 5 mei 2011

Hippocrates

Afgelopen week was ik samen met een collega bij de KNOV voor een afspraak. We troffen elkaar ten kantore van de verloskundigenorganisatie, een indrukwekkend pand! Het heet ‘Domus Medica’ en ik ben nog aan het nadenken over de vraag of deze Latijnse constructie grammaticaal wel correct is…
In ieder geval is het de plek waar veel medische organisaties hun ‘domus’ hebben, hun huis, hun kantoor. In de ruime hal is hoog aan het plafond de spreuk aangebracht waardoor we ons als werkers in de gezondheidszorg allemaal zouden moeten laten leiden. Sommigen beloven dat bij de aanvang van hun beroepsuitoefening, maar ook voor hen die dat niet hoeven te doen, is de belofte belangrijk.
Ik heb het over de Eed van Hippocrates. Wat speurwerk heeft uitgewezen dat er vele versies van deze eed zijn. Het ‘primum non nocere’ (ten eerste geen kwaad doen, in ieder geval geen kwaad doen), dat ik er altijd mee verbind, blijkt oorspronkelijk trouwens niet in de eed te hebben gestaan, maar past wel in de geest van de tekst.











Er zitten mooie zinnen in, die aanleiding geven tot allerlei overpeinzingen.

“Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen.”
Als lactatiekundigen spreken we geregeld over de vraag wie bij een consult onze cliënt is… de moeder of de baby? Of horen ze zozeer bij elkaar, dat we ze ook op dit punt niet los van elkaar mogen zien? En wat te doen als de belangen van moeder en kind op het eerste gezicht lijken te botsen… wiens belang heeft dan ‘voorrang’? Moeilijke vragen…

“Ik zal aan de patiënt geen schade doen.”
Geen schade doen houdt in dat we handelingen achterwege moeten laten die risico’s in zich dragen. Dat begint meteen na de geboorte: een baby bij de moeder weghalen, is schadelijk voor meerdere aspecten in hun relatie. Ze moeten elkaar leren kennen als de oxytocinespiegels torenhoog zijn in die eerste momenten; hen scheiden verstoort dat proces. Ook immunologisch is het onwenselijk, want op de moeder wordt de baby met haar huidflora gekoloniseerd en dat is heilzaam. En verder… hartslag, ademhaling, temperatuur en borstvoeding varen natuurlijk allemaal wel bij de nabijheid.

“Ik erken de grenzen van mijn mogelijkheden.”
We hoeven niet alles alleen te doen. Er zijn altijd anderen met wie we kunnen overleggen en die op een specifiek gebied meer deskundigheid hebben dan wijzelf. Wanneer we samenwerken, kunnen we onze eigen expertise combineren met die van een ander, die, als het goed is, dezelfde Hippocratische uitgangspunten hanteert.

“Ik zal mij open en toetsbaar opstellen, en ik ken mijn verantwoordelijkheid voor de samenleving.”
Leerprocessen zijn nooit voltooid. Hoe meer je weet, hoe meer je weet wat je nog niet weet. Voortdurende bijscholing is dan ook noodzakelijk, voor alle vakgebieden. Op die manier kunnen we moeder en kind beter van dienst zijn en daarmee vullen we ook de genoemde verantwoordelijkheid al voor een deel in.

Ik kwam voor een praktische afspraak in ‘Domus Medica’, maar kreeg dit beeld met deze waardevolle aansporingen er zomaar bij!