donderdag 20 december 2012

Zwaar belast... overbelast!

Onlangs heb ik een nieuw begrip geleerd: ‘allostatic load’, een fascinerend begrip, met grote consequenties voor de zorg voor baby’s en jonge kinderen.
Decennialang hebben we gedacht dat morbiditeit (ziekte) en mortaliteit (sterfte) voor het grootste deel door ons genetisch materiaal konden worden verklaard. Natuurlijk, roken was niet erg gezond, maar ja, iedereen kende wel een opa of een buurman die dat zijn hele leven had gedaan en desondanks de leeftijd van honderd jaar al behoorlijk dicht was genaderd.

Roken is inderdaad geen daad van zelfbehoud, eerder van zelfdestructie, en door onderzoek weten we dat er nog veel meer dingen zijn die je omwille van je gezondheid beter achterwege kunt laten. Toch is er nog veel waarvan we pas langzaam een beter beeld krijgen. Het hele gebied van de neurologische ontwikkeling en dus van de hersenontwikkeling is nog maar ‘pas’ ontgonnen; ‘pas’ betekent in deze context ‘sinds een jaar of vijftien’. In wetenschappelijke termen is dat uiterst recent. Het heeft geleid tot de epigenetica, een heel nieuw vakgebied dat laat zien dat allerlei omgevingsinvloeden een enorme impact kunnen hebben op hoe een organisme zich ontwikkelt en gedraagt.

Dit is wat Wikipedia zegt over het begrip epigenetica: “Epigenetica is het vakgebied binnen de genetica dat de invloed bestudeert van de omkeerbare erfelijke veranderingen in de genfunctie die optreden zonder wijzigingen in de sequentie (volgorde van de basenparen) van het DNA in de celkern. Het bestudeert ook de processen die de zich ontplooiende ontwikkeling van een organisme beïnvloeden. In beide gevallen wordt bestudeerd hoe gen-regulerende informatie die niet in DNA-sequenties wordt uitgedrukt toch van de ene generatie (cellen of organismen) op de andere wordt overgedragen.”

Inmiddels is bekend dat cortisol een hormoon is dat op het proces van hersenontwikkeling een grote invloed heeft. Cortisol komt vrij bij zowel lichamelijke als psychologische stress en verandert de wijze waarop de genetische informatie tot uitdrukking komt. Het verandert ook de wijze waarop het brein zich ontwikkelt en daarmee heeft het dus ook effect op de ontwikkeling van de persoonlijkheid en op de gezondheid.


















Nu komen we terug bij hoe dit alles betrekking heeft op de zorg voor baby’s in de beginfase van hun leven. Diep in het menselijk brein ligt verankerd dat een kind bij zijn moeder hoort te zijn, omdat zij degene is die hem warm houdt, beschermt en voedt. Gescheiden zijn van de moeder geeft bij een baby grote lichamelijke en psychische stress. Die pleegt een aanslag op het lichaam; we zeggen dan dat de homeostase, het (eigen, interne) lichamelijk evenwicht, verstoord is. Iedere keer dat er stress is, moet het lichaam alle zeilen bij zetten om die stress te compenseren. Dat kost veel energie, die vervolgens niet voor groei en ontwikkeling kan worden ingezet. Er zijn dan twee strategieën denkbaar: het organisme accepteert die verminderde groei en ontwikkeling of het organisme wil tóch groeien en zich ontwikkelen en besluit om de lichaamsfuncties standaard op een hoger niveau te laten draaien. Dat is, zegt Nils Bergman, zoiets als voortdurend 100 kilometer per uur rijden terwijl je systeem in de tweede of derde versnelling staat. Het is niet moeilijk te begrijpen wat dat op de lange termijn voor de motor betekent: ernstige slijtage (morbiditeit) en uiteindelijk stilstand (mortaliteit).

Het gaat niet meteen mis; je kunt het best een poosje volhouden in die versnelling waarbij je hogere toeren moet maken, maar je bouwt een belasting (allostatische belasting) op die je de kop gaat kosten (allostatische overbelasting). In de woorden van Nils: “The first knock makes you susceptible, the second or third knock hits you over.”

Baby’s die veel stress te verduren hebben, bijvoorbeeld doordat ze hun moeder missen of doordat hun darmstelsel de verkeerde voeding te verwerken krijgt en zo geen goede immuniteit kan ontwikkelen, bouwen dus een allostatische overbelasting op. Ze worden vatbaar voor ziekte, want de cortisol tast hun hele systeem aan. De organen moeten te hard werken (gaan in de ‘overdrive’), cellen raken beschadigd en ziekte ligt op de loer, misschien niet nu meteen, maar op de lange termijn wel.
Dit soort slaaptrainingsprogramma’s zijn dan ook taboe en ook met het toedienen van kunstmatige zuigelingenvoeding zou veel terughoudender moeten worden omgesprongen, net als met het uit elkaar halen van moeder en kind in de prille levensfase.
Werk genoeg, dus, de komende jaren, om dat allemaal te bewerkstelligen! :-)

woensdag 12 december 2012

Vrede op aarde

Een triest geval van een gebrek aan mededogen met en inleving in de medemens vond afgelopen week plaats met de mishandeling en het daaropvolgende overlijden van een lijnrechter in het amateurvoetbal. Hoe komt een kind (de daders zijn pas 15 en 16 jaar oud…) zo onwaarschijnlijk gewelddadig? Hoe kom je zo ver verwijderd van vredelievendheid of desnoods enkel maar zelfbeheersing?

Het goed onder controle houden van al je lichaamsfuncties en jezelf kunnen kalmeren als ze dreigen te ontsporen en biologisch ongezonde waarden aannemen… dat noemen we zelf-regulatie. Een kind kan dat niet bij de geboorte; hij moet dat leren van zijn ouders en in de prille fase primair van zijn moeder. Na negen maanden in haar lijf moet hij nog geruime tijd op of in ieder geval heel dicht in de buurt van haar lijf blijven om haar co-regulerende invloed te ondergaan. Zij biedt hem troost als hij verdrietig is; zij biedt hem bescherming als hij zich onveilig voelt; zij biedt hem voeding als hij honger heeft. De behoeftebevrediging die zij realiseert, geeft het kind het vertrouwen dat de wereld in orde is, dat je er niet alleen voor staat als het moeilijk is.

Fysiologisch leidt dat vertrouwen in het babybrein tot een staat waarin oxytocine en dopamine de overhand hebben. Borstvoeding levert daaraan uiteraard een zeer belangrijke bijdrage, omdat het proces aan de borst enorm veel positieve zintuiglijke prikkels geeft: aanraking, geur, smaak, mama’s huid, gezonde spijsvertering, gezichtsmimiek. Al die ervaringen veroorzaken een boost aan neurologische signalen en leiden tot de aanleg van synapsen, de hersenverbindingen die ervoor zorgen dat we snel en adequaat op van alles en nog wat om ons heen kunnen reageren. Daar worden we als mens ‘groot en sterk’ van, in bredere zin dan alleen maar de ontwikkeling van een krachtig lichaam. We worden er stabiel van; we schieten niet voortdurend in de stress en ervaren niet aan de lopende band bedreigingen in de omgeving. In die koesterende aandacht voelen we ons gezien en gehoord en dus hoeven we niet in een latere fase opgejut en opjuttend op jacht naar behoeftebevrediging. We hoeven ons ook niet steeds gepasseerd en geschoffeerd te voelen, wat vervolgens gemakkelijk in agressieve verdediging ontaardt.


















Cruijf zei deze week dat het aan de opvoeding ligt, dat het op dat voetbalveld zo uit de hand liep. Minister Schippers was het daarmee eens, maar trok naar mijn smaak een heel foute conclusie: “Die kinderen moet gewoon luisteren! Gezag, dat is wat ze moeten leren!” Echt, is dat de oplossing?
De geboorte van een baby is de start van een nieuw leven, een mensje in je bestaan aan wie je als ouders veel kunt geven. Een kind dat veel liefde ontvangt, ontwikkelt zich aantoonbaar anders dan een kind dat emotioneel wordt verwaarloosd. En wie zich sterk en ondersteund voelt, treedt het leven anders tegemoet dan wie het gevoel heeft er alleen voor te staan.

Maakt een ander een fout? Dat betekent niet dat hij jouw bestaan ontkent en daarvoor moet worden mishandeld en vermoord. Hij heeft zich misschien gewoon vergist of had een slechte dag. Het is moediger die ander daarvoor te verontschuldigen dan hem in elkaar te slaan.
Deze week las ik: “Het karakter waarmee je geboren bent en dat in je genen zit, maakt meestal de dienst uit. Moed of roekeloosheid of angst, ze zitten in de genen zit en daar kun je niks aan doen.”
Dat zou betekenen dat lafaards en criminelen zo worden geboren, de ultieme vorm van determinisme: “Alles ligt vast, het maakt niets uit met wie je omgaat en welke informatie je tot je neemt, want je kunt nergens aan ontsnappen.” Ik heb dat nooit geloofd en ben zeer verheugd dat onderzoek tegenwoordig aantoont dat de hersenontwikkeling en het karakter daadwerkelijk door de omgeving worden beïnvloed. Het maakt dus wel degelijk uit hoe we onze kinderen bejegenen.

Laten we er dus zijn voor ze. Dat nabijheid en koestering in de prille levensfase ‘verwennen’ zouden zijn, is zoiets als zeggen dat de aarde plat is; het is achterhaalde wetenschap. Wanneer we onze kinderen vasthouden als ze klein zijn, kunnen we ze bij het groter worden in vertrouwen loslaten en hun ontdekkingsdrang de ruimte geven. Wanneer we hen respectvol benaderen, zullen zij ons en de wereld respectvol tegemoet treden. Dat is waar ‘vrede op aarde’ begint!

woensdag 5 december 2012

Zero separation!

De trein maakte snelheid en raasde weg uit België. Ik liet Brussel achter me en kan terugkijken op twee prachtige dagen, waarin Nils Bergman en zijn werk centraal stonden en dus ook ‘Koester je kleintje’. ‘Koester je kleintje’ wordt de titel van de Nederlandse vertaling van ‘Hold Your Prem’, het boek dat Jill Bergman samen met Nils schreef en oh, wat zou ik willen dat dat boek al af was… De boodschap van Nils moet de wereld in! Het is niet genoeg dat er hier en daar een paar mensen zijn die erover horen en die ademloos luisteren naar zijn revolutionaire betoog. De essentie van wat hij zegt, verdient, omwille van de gezondheid van onze kinderen en onszelf, een breed maatschappelijk draagvlak!

De Belgische vroedvrouwen (waarvan vele ook lactatiekundige zijn) hadden gisteren een studiedag over borstvoeding en het grootste deel van de dag was Nils aan het woord. Wie hem al eens heeft horen spreken, weet wat dat betekent: powerpoints met een stortvloed aan beelden en woorden en schema’s en overzichten en onderzoeksreferenties en stroomdiagrammen en herhalingen, met grote gele letters op een blauwe ondergrond. Veel dia’s gaan sneller voorbij dan je ze kunt lezen, laat staan dat je al die mooie kreten netjes op papier kunt krijgen. Werkt zo’n presentatie wel…? Ja, die werkt, want hij herhaalt de kern van zijn verhaal vaak genoeg om die in ieder geval mee te krijgen. Die kern is simpel en betreft de zorg die een pasgeboren baby nodig heeft.

De moeder, zegt Nils, is de cruciale factor in die zorg. “Nothing makes sense except in the light of the mother’s body, where the needed neural processes take place with the buffering protection of adult support.” (Niets klopt en alles is onbegrijpelijk, tenzij de baby zich op het moederlichaam bevindt, waar de benodigde neurologische processen plaatsvinden met de schokdempende bescherming van volwassen ondersteuning.) Waar moeten we dus voor zorgen? ZERO SEPARATION! (Nul scheiding!) En of we hem dat allemaal maar geregeld wilden nazeggen! :-) Het moederlichaam zorgt zo voor stabiliteit en helpt het babylijfje met die functies die hij in zijn eentje nog niet kan aansturen: coregulatie.













De amygdala, een heel oud deel van het brein, moet verwerken wat er aan zintuiglijke indrukken binnenkomt en moet dat allemaal ordenen in de verschillende delen van de neocortex, evolutionair gezien het nieuwst deel van onze hersenen. Dat ordenen (de geheugenvorming) vindt plaats tijdens de slaap en voor goede slaapcycli is een veilige omgeving nodig, één zonder dreiging, zonder stress, zonder de angst dat we worden opgegeten, aangevallen, alleen gelaten.
Voor een baby die zijn moeder niet voelt, is het leven één grote bedreiging. Dat geldt voor een op tijd geboren baby en in versterkte mate voor een (extreem) prematuur geboren baby. Een baby stemt op die angstervaring zijn hele systeem af, zowel in zijn gedrag als in zijn lichaamsfuncties. Alles gaat ‘op de hobbel’: hartslag, ademhaling, zuurstofgehalte, slaappatroon, groei en sociaal gedrag. De baby betaalt daarvoor een hoge prijs, met een levenslange impact: de hersenontwikkeling loopt schade op. De stress gaat namelijk gepaard met de afgifte van cortisol en cortisol is giftig voor het brein. Broodnodige hersenverbindingen tussen de zenuwcellen worden niet aangelegd en de hersenen functioneren op een lager niveau. Dat heeft consequenties voor de sociale en emotionele intelligentie, net als voor de cognitieve prestaties later in het leven. De gemiste coregulatie in het begin bemoeilijkt de zelfregulatie later en dus worden we ziek en vallen we om.













Hoe voorkomen we al deze ellende? Nils benadrukt de noodzaak van een verandering in ons denken, een paradigmawisseling: ZERO SEPARATION! Een baby is er niet op gemaakt om alleen te zijn in de vroege levensfase. Hij heeft de warmte, de voeding en de bescherming nodig die het moederlichaam biedt. Er is waanzinnig veel te zeggen over het belang van die veilige start en ik word behalve gretig van zoveel fascinerende inzichten, ook treurig over de mate waarin ze niet worden toegepast. Het wordt hoog tijd dat al het wetenschappelijke bewijs voor de stellingname dat de moeder voor de baby onmisbaar is, serieus wordt genomen, zowel op ‘medisch’ als op sociaal-maatschappelijk niveau. Men is tegenwoordig toch zo dol op ‘Evidence Based Medicine’? Vooruit dan, met die wetenschappelijke geit, en laten we beginnen bij het begin, bij de eerste uren, dagen en weken: ZERO SEPARATION!”