“Is dit misschien wat voor jou om naar toe te gaan?” Een lieve collega mailde me een link en ik klikte die aan. Ik was er al snel uit: “Nee”, was mijn antwoord, “foute sponsor! :-)"
Ik mailde nog wat meer overwegingen, maar dit was de kern. De collega antwoordde zelf ook niet te gaan, om precies dezelfde reden.
Wat moeten we ermee, met organisaties die zichzelf als vakorganisaties betitelen, maar die zich royaal laten sponsoren door bedrijven die producten verkopen die de gezondheid negatief beïnvloeden of die de normale fysiologie van een baby niet kennen of niet in acht nemen?
Iedereen die zich aanmeldt voor een dag als deze, zal worden blootgesteld aan reclame van die bedrijven. Ik weet dat, want ik was onlangs zelf nog weer op een dergelijk symposium, waar iedereen met een plastic sponsortasje van zo’n fabrikant liep en de hele dag met een gesponsorde pen op een gesponsord notitieblok schreef, ook de artsen die geacht worden optimaal beleid voor zuigelingen na te streven en die even later een certificaat in ontvangst namen...
En helemaal sceptisch word ik als zo’n bedrijf dan ook nog een workshop mag geven met de titel ‘Eerste hulp aan kinderen’ waarvan de omschrijving als volgt luidt: “Juist de eerste levensjaren van het kind zijn van groot belang. In die jaren maakt een kind een belangrijke groei door en wordt de basis gelegd voor de ontwikkeling en de gezondheid voor nu en later. Als kraamverzorgende speel je vanaf het eerste moment een belangrijke rol in het leven van moeder en kind. In samenwerking met de CCB Groep biedt N******* jou een kennismakingsworkshop 'Eerste Hulp aan kinderen' aan. Je krijgt een eerste inzicht in de gevaren die de gezondheid van met name zuigelingen bedreigen. Met deze kennis geef jij alvast iets extra's mee aan de veiligheid in de gezinnen waarin jij een belangrijke rol speelt.”
Eén van de eerste gevaren die de gezondheid van zuigelingen bedreigen direct na de geboorte is immers die soortvreemde melk die dat bedrijf gretig aan de man brengt! Dat doet het op een zodanige manier dat het bij de notoire overtreders van de internationale WHO-code behoort. Dat was zo in 2004 en in het rapport van 2010 komt de naam nog steeds voor. Daarbij moet worden opgemerkt dat lang niet alle overtredingen in het rapport worden genoemd en dat er steeds weer nieuwe strategieën worden ontwikkeld die proberen de letter van de code te omzeilen, maar die overduidelijk de geest van de code aantasten.
Gelukkig zijn er ook mensen die vraagtekens plaatsen bij de marketingpraatjes die fabrikanten van kunstmatige zuigelingenvoeding zelfs op de landelijke tv mogen verkondigen, maar de gemiddelde consument hoort vooral de paniekverhalen en grijpt mis bij de zoektocht naar de ‘A-merken’. Collega Gonneke van Veldhuizen zei in het radioprogramma ‘Knooppunt Kranenbarg’ (op 135 minuten ongeveer) dat het allemaal één pot nat is, die nepmelk, en dat is een aardige samenvatting, die zij en Lydia de Raad op internet nog eens herhaalden. Kijk voor de aardigheid ook nog eens hier om een indruk te krijgen van de mate waarin kunstmatige zuigelingenvoeding tekortschiet.
En nog een vraag… op welke wijze kunnen zorgverleners zich meer bewust worden van de invloed die al die agressieve marketing heeft op hun beeld van het gepromote product?
Is het okay dat een bedrijf de WHO-code overtreedt omdat ze ook góed werk doen? Is het okay dat ik anderen misleid of vals voorlicht of besteel, als ik op andere dagen liefdevol vrijwilligerswerk verricht? Toen ik aan een collega liet weten dat ik half april naar een congres in het buitenland zou zijn, vroeg ze of dat misschien in Kopenhagen was. Nee, dat was het niet, want het aldaar gehouden symposium was niet alleen gesponsord, maar georganiseerd door een WHO-code-overtreder en dan zul je mij er niet zien. Ik was in Manchester, bij het jaarlijkse congres dat daar, geheel verantwoord, werd georganiseerd door de Engelse lactatiekundige collega’s. Het was de derde keer dat ik een congres van LCGB bijwoonde en het zal waarschijnlijk niet de laatste keer zijn geweest: altijd prettig gezelschap en goede sprekers.
Eén man aldaar wordt helemaal blij als hij ons ziet, namelijk de boekverkoper! Tegen alle goede voornemens in laten we ons toch altijd weer verleiden tot de aanschaf van boeiende literatuur en ik heb onder andere de meest recente versie van ‘The Politics of Breastfeeding’ aangeschaft. Ik las ooit al een eerdere uitgave, maar deze schijnt een stevige update te hebben doorgemaakt.
Mijn voorstel: maak dit boek verplichte kost voor alle lactatiekundigen wereldwijd. Dat zal zeker bijdragen aan een meer genuanceerde kijk op ethiek in marketing!
vrijdag 10 mei 2013
Foute sponsor
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten