zaterdag 12 juni 2021

'Veilig slapen met je baby' - het nieuwe boek van James McKenna

Toen ik gisteren, vrijdagavond, rond 20.30 uur thuiskwam, zag ik dat ik een bezorger had gemist. Gelukkig weten die rondom ons huis een aantal plekken waar ze dingen kunnen achterlaten en zo haalde ik een pakketje tevoorschijn waarvan het adreslabel de afzender verraadde… Uitgeverij Samsara! Het boek! Na de digitale versie was nu de echte, mooie papieren editie van mijn vertaling van James McKenna’s ‘Safe Infant Sleep’ aangekomen! Ik griste een mesje uit de keukenlade en sneed het plakband door dat stevig om het karton heen zat: ‘Veilig slapen met je baby – Deskundige antwoorden op al je vragen over coslapen’! Twee exemplaren met glanzende rode letters keken me aan. Dit was het fraaie eindresultaat van weer een fascinerend vertaalproces. Wat een mirakel is dat toch altijd, beginnen aan een creatieve reis, zonder al precies te weten waar je uitkomt, maar er zeker van te zijn dat je inspanning de moeite waard is omdat je van het onderwerp houdt, omdat je op een positieve impact vertrouwt voor de doelgroep, en omdat je diep ontzag en warme waardering hebt voor degene die zijn levenslange carrière heeft gewijd aan onderzoek voor precies die doelgroep: baby’s en jonge kinderen en hun ouders, die aan het begin staan van hun leven samen.

 

James McKenna heeft met dit boek alles bij elkaar willen brengen wat hij gedurende zijn werkzame leven als onderzoeker heeft verzameld over coslapen, bedsharing, borstvoeding en breastsleeping. Dat is niet niks, zeker als je bedenkt dat hij jarenlang een geluid liet horen waar velen liever niet naar luisterden, waartegen ze zich soms zelfs met hand en tand verzetten. McKenna had hier heel persoonlijk mee te maken: ‘Men was niet langer geïnteresseerd in mijn onderzoek of in de perspectieven van wie dan ook die tegengas gaf aan hun [AAP’s] gezichtspunt’ (p. 79). Hij liet zich echter niet weerhouden van het doen van gedegen onderzoek en van het bepleiten van zijn visie. Daarbij bleef het onderwerp controversieel. De negatieve oordelen over samen slapen gingen soms zelfs zo ver dat ouders voor de rechter werden gedaagd omdat ze schuldig werden geacht aan de dood van hun kind. Het is pijnlijk om te lezen dat er dan een getuigenis van een uitzonderlijk goed onderlegde wetenschapper aan te pas moet komen om ouders vrij te pleiten.

Toch laten deze verhalen vooral ook zien hoe moedig James McKenna met zijn onderwerp is omgegaan. Ze tonen het diepe vertrouwen dat hij heeft in de evolutionaire erfenis, in de kracht van de ouder-kindrelatie en in de vaardigheid van ouders om te begrijpen hoe ze voor hun kind een veilige slaapomgeving kunnen organiseren. Door uit te leggen wat een baby of jong kind nodig heeft, kunnen ouders leren de signalen van hun kind te herkennen en goed te duiden. Ze ervaren daardoor hoe waardevol hun aanwezigheid is voor hun baby. Wanneer ze weten hoe onrijp hun kind is bij de geboorte, dan is het eenvoudiger om de intense behoefte aan contact te snappen. Wanneer ouders weten hoe afhankelijk hun kind is van ouderlijke zorg, dan is het logisch dat hun baby pas tot rust komt als dat warme moederlijf weer dichtbij is. Met zoveel meer inzicht in wat een baby werkelijk nodig heeft, kun je als ouders het bieden van nabijheid zien voor wat het is: een investering voor de toekomst, een fundament onder de levenslange gezondheid, de basis voor krachtige hersenontwikkeling en stressregulatie. Het verlangen van het kind naar de ouder(s) verdwijnt immers niet op het moment dat de westerse visie op kinderbedtijd voorschrijft dat er geslapen moet worden.

Dat is dan ook precies waarop McKenna door het hele boek heen hamert: mensen zijn ‘wired for connection’ – ze zijn prosociaal, actief op zoek naar verbinding met anderen. Als we ons realiseren hoe diep de menselijke behoefte is aan betekenisvol contact met dierbare anderen, zowel lichamelijk als emotioneel en sociaal, dan kunnen we voorspellen dat een samenslaapverbod niet werkt. Die behoefte aan verbinding is ook waarom een seksverbod voor pubers niet werkt: de aangeboren drang naar intiem contact met een ander mens is daarvoor te groot en dus leggen we uit hoe het veilig kan. Nabijheid en contact zijn de biologische norm voor de mens; zo hebben we ons door de millennia heen ontwikkeld. Dat is dan ook de reden dat ik, met toestemming, het boek zó heb vertaald dat borstvoeding en samen slapen ook taalkundig de norm zijn. Borstvoeding is niet beter; geen borstvoeding is minder goed. Bedsharing heeft geen voordelen, maar gunstige eigenschappen. En breastsleeping zorgt niet voor minder stress, maar voor een gezonde stressregulatie.


 

Ik hoop oprecht dat het boek een gesprek tussen ouders onderling en tussen ouders en zorgverleners op gang kan helpen brengen. McKenna moedigt ouders aan om dapper te zijn en het gesprek erover niet uit de weg te gaan en niet te liegen over de slaapgewoontes in hun gezin: ‘Als het niet lukt je zorgverlener nieuwe informatie aan te reiken, breng je met openheid in ieder geval het gesprek op gang’ (p. 61). ‘Misschien moet je een korte preek aanhoren van je zorgverlener, maar door erover te vertellen kun je helpen breastsleeping normaal te maken voor jezelf en andere ouders die ook graag op die manier willen slapen met hun kind’, zo luidt zijn advies (idem). Ook zorgverleners steekt hij een hart onder de riem: ‘Hun baan zou niet in gevaar moeten komen als ze precies datgene doen waarvoor ze zijn opgeleid: moeders en baby’s veiligheid bieden via het ondersteunen van borstvoeding en veilige manieren van slapen’ (p. 81). Hij eindigt met een ferme stellingname: ‘Vooral artsen moeten weten hoe belangrijk het voor je is en hoe gewoon en veelvoorkomend breastsleeping werkelijk is. Het is niet langer aanvaardbaar dat je je stilhoudt, terwijl individuen die niets weten over jouw gezin nog steeds een eenzijdige, negatieve, ‘gezaghebbende’ visie verkondigen. Die visie botst namelijk volledig met de inzichten van andere onderzoekers en met het vertrouwen dat zij in ouders hebben. Bovendien laat zo’n visie heel veel ouders in de steek. Dat is ongepast, want ouders hebben waardevolle kennis over de unieke behoeften van hun eigen kind; zij weten hoe ze daaraan het beste kunnen beantwoorden. Geniet van je baby. Vier de liefde die jullie als gezinsleden met elkaar delen; het is een voorrecht die liefde samen te mogen ervaren. En bovenal: voel je op je gemak met de wetenschap dat jij altijd het beste in staat zult zijn om te beoordelen wat wel of niet goed is voor jullie allemaal’ (p. 226).

Rest mij tot slot niet veel meer dan een oprecht ‘dankjewel’ uit te spreken richting de vier prachtige professionals die vanuit hun eigen achtergrond een mooi Nederlands tintje aan het boek hebben gegeven en gezamenlijk het eerste en het laatste woord hebben: Roseriet Beijers PhD (universitair docent en onderzoekerRadboud Universiteit), Elke Slagt-Tichelman PhD (verloskundige en docent aan de Verloskundige Academie Amsterdam-Groningen), drs. Marilene de Zeeuw (klinisch psycholoog/psychotherapeut en IMH-specialist) en ir. Rachel Verweij (hechtingscoach, draagconsulent en wetenschapsjournalist). Dank, lieve vrouwen; jullie weten als professional én als moeder hoe cruciaal die eerste jaren van onze kleintjes zijn!

vrijdag 23 oktober 2020

Vitamine D en de coronacrisis

Wie had in maart gedacht, dat we in oktober nog steeds volop werden geregeerd door alle maatregelen in relatie tot het coronavirus? Toen ik in maart een concert gecanceld kreeg en de planners besloten het een heel jaar op te schuiven, leek me dat wat al te dol, maar nu is het zelfs nog spannend of het komend jaar maart wél gewoon zal kunnen doorgaan. En dan kun je zeggen, zoals diverse mensen doen: 'Het is zoals het is; er valt weinig aan te verhelpen." Is dat echt waar?

Als lactatiekundigen doen we met jonge moeder-baby-koppels ons best om te zorgen dat moeder in staat is om baby het eerste halfjaar uitsluitend met moedermelk te voeden. Daarbij heeft om allerlei anatomische en motorische en immunologische redenen uiteraard de borst de voorkeur boven moedermelk uit de fles, maar in ieder geval proberen we ouders aan te moedigen de risico's van kunstmatige zuigelingenvoeding en dus soortvreemde (lees: niet-menselijke) eiwitten te voorkomen. De belangrijkste reden daarvoor is het grote belang van een goed ontwikkeld immuunsysteem. Je darmen zijn niet zomaar een orgaan waardoorheen je voedsel zich van boven naar beneden een weg baant; je darmen zijn de plek waar een cruciaal deel van je afweer huist. Het doet er dus nogal toe wat een kind via die darmen krijgt aangereikt en hoe de daarin aanwezige bestanddelen de ontwikkeling van het totale afweersysteem ondersteunen of ondermijnen.


Zoals met ieder systeem: je moet het onderhouden om te zorgen dat het goed blijft functioneren. En wat is een cruciaal element in het functioneren van het immuunsysteem? Vitamine D. En wat is het probleem daarmee? Dat je in de winter (vanaf ongeveer mid september tot maart/april) op onze geografische breedtegraad geen vitamine D in je huid kunt aanmaken, al schijnt de zon ook nog zo lekker en maak je ook nog zoveel huid bloot. De zonnestand is simpelweg te laag. Je kunt toch gewoon gezond eten? Zonder meer een goed idee, maar voeding bevat onvoldoende vitamine D om je status op peil te houden zonder zon en zeker niet genoeg om je status stevig op te krikken als die te laag is. Maar veel mensen slikken toch al vitamine D? Zeker, maar als ik mensen ernaar vraag, weten ze heel vaak niet welke dosering: 'Oh! Hoeveel? Nou, euh... nee, geen idee... gewoon zo'n pilletje van [vul naam drogist/fabrikant in]!' Als ze het wél weten, blijkt vaak dat de dosering heel laag is. Dat vergelijk ik tegenwoordig heel visueel met de volgende omschrijving: 'Ah, 10 microgram, 400 internationale eenheden... dat is zoiets als 's avonds na een hete zomerdag, waarin de zon non-stop boven je tuin stond te blakeren, een emmer water vullen en die met een brede zwaai over je tuin leeg kieperen: goedbedoeld, maar vrijwel effectloos.'

Omdat er weer een lockdown dreigde, omdat de geluiden alsmaar alarmerender werden, omdat mensen de eenzaamheid vaak niet meer kunnen verdragen, omdat scholieren en studenten en promovendi de tijd van hun leven door hun vingers zien glippen, omdat de economie steeds verder in het slop raakt (met alle ellende die daaruit voortvloeit)... daarom dacht ik op 13 oktober: 'Laat ik in reactie op de voorpagina eens een artikel over vitamine D naar de lokale krant sturen, naar Dagblad van het Noorden. Op aanraden van wat collega's heb ik vervolgens ook de Volkskrant, Trouw, NRC, het AD en de Stentor aangeschreven. Onderstaand vind je de tekst.
Vitamine D Foto's, Afbeeldingen En Stock Fotografie - 123RF

Corona en vitamine D

Het maatregelennet sluit zich strakker om ons heen en velen maken zich zorgen. ‘Wat kan Nederland doen?’ kopt de voorpagina van het Dagblad van het Noorden vandaag (13 oktober) aangaande de coronabesmettingen. ‘Als we willen dat iedereen in Nederland zorg kan ontvangen en ouderen en kwetsbaren niet ziek worden of het loodje leggen moeten we ons aan een aantal basisregels houden’, luidt het artikeleinde. Het overeind houden van de samenleving in economische, psychologische en sociaal-culturele zin hoort hopelijk ook bij de wensen. Ik bepleit daarom een nieuwe basisregel, één die Mark Rutte jaren geleden al noemde toen hij op zijn vitaliteit werd bevraagd: iedereen stevig aan de vitamine D!

Al in maart was het zwijgen hierover een raadsel. Nu er inmiddels indrukwekkend onderzoek is gepubliceerd over risico’s van een slechte D-status (meer besmettingen, IC-opnames en sterfte bij een status lager dan 75/80 nmol/L), is het onethisch dat suppletie met een zo goedkoop, goed beschikbaar en nuttig middel niet extreem dringend wordt geadviseerd. Hoe kan dat?

Vorige week werd ik door RTVDrenthe bevraagd over moedermelkijsjes als ‘medicijn’ bij (dreiging van) COVID. Leuk idee, maar omgeven met talloze vraagtekens. Ik opperde een effectievere manier om risicogroepen (en feitelijk iedereen) beter te beschermen: vitamine D-suppletie. Om te zorgen dat we niet ziek worden en, indien toch, snel en zonder noemenswaardige restverschijnselen weer opknappen, hebben we een competent immuunsysteem nodig. Dat vraagt onder andere homeostase, balans in onze hormoon-, vitamine- en mineralenhuishouding. Tekorten saboteren adequaat functioneren. Da’s geen ‘rocket science’, dus waarom horen we daar niks over?

Wat het leven je voorschotelt, daar heb je lang niet altijd invloed op. Hoe je omgaat met wat er op je af komt, daaraan kun je wél werken. Je versterkt het interne systeem om de externe uitdagingen beter aan te kunnen. Dat is wat de overheid en het zorgsysteem nastreven met hun maatregelen en dat moet ook op individueel niveau voor het immuunsysteem, ter preventie van overbelasting van zorgverleners en samenleving. Daarbij speelt vitamine D een cruciale rol en daarvoor heb je de zon nodig, die van september tot april echter te laag staat voor aanmaak via de huid.

Oplossing? Slikken. Een beetje? Nee, een flinke dosis. Waarom? Omdat je immuunsysteem anders niet goed kan werken. Ingewikkeld? Nee, gewoon elke dag een gelcapsule op oliebasis met zo’n 4000 internationale eenheden (100 mcg, een veilige dosis volgens de EFSA). Gevaarlijk? Nee, toxiciteit ontstaat pas bij belachelijk grote hoeveelheden. Alleen D? Nee, bij voorkeur ook magnesium en vitamine K vanwege de onderlinge synergie. Specifiek voor corona? Nee, goed voor je hele systeem, altijd. (Ooit jezelf afgevraagd waarom er in de winter zoveel mensen verkouden en grieperig zijn?) Beproefd? Ja, er is al heel veel onderzoek naar vitamine D gedaan. Duur? Nee, tamelijk goedkoop, zeker in vergelijking met massa’s andere tactieken die nu worden uitgeprobeerd. Onconventioneel? Ja en nee: wél voor het gangbare medische denken, niet vanuit een holistisch perspectief op hoe (volks)gezondheid werkt. Prestigieus? Nee, heel simpel, heel primair, uitgaand van onze basale immuniteitskennis.

De laatste drie aspecten verklaren wellicht de oorverdovende stilte hieromtrent vanuit overheid en OMT. De gedragswetenschappers in het Red Team weten als het goed is dat ‘humans are wired for connection’. Mensen smachten naar interpersoonlijk contact; zonder dat worden ze eenzaam en gestrest en ziek. Ze zullen er de regels voor ontduiken. Daarom een dringende oproep aan overheid en OMT: spring over je schaduw heen! Stop het onethische negeren van belangrijk onderzoek. Stap af van dure verdienmodellen en non-holistische visies op gezondheid. Verlaat de honger naar prestigieuze therapieën en maatregelen die volledig de menselijke natuur negeren. Wacht niet op dure, onzekere vaccins waarvan de veiligheid niet vaststaat. Keer terug naar de basis: moedig (net als Engeland) versterking van het immuunsysteem aan, zodat de samenleving niet vastloopt en mensen niet op de IC komen of daar tenminste niet doodgaan. Laat zien, ‘hoe slim we echt zijn, als het erop aankomt’ (DvhN, 13 oktober). Hup, allemaal aan de vitamine D, en snel een beetje!



Helaas heb ik van geen enkele krant de reactie ontvangen dat ze het gingen plaatsen.Wel kreeg ik vandaag een plaatje onder ogen van een artikel in de Volkskrant over vitamine D. Zal er dan tóch wat zijn gedaan met de ingezonden kopij...? Ik mag het hopen. Dat er zoveel mensen (ernstig) ziek worden van dit virus, zou je namelijk ook anders kunnen verklaren dan door het gevaarlijkheidsgehalte van corona. Je zou het ook kunnen zien als een symptoom van bevolkingsbreed inadequaat functionerende immuunsystemen. Daar kunnen zowel gebrek aan borstvoeding als een vitamine D-deficiëntie een wezenlijke rol in blijken te spelen. Uiteraard kun je daar pas achter komen als je die beide zaken ook werkelijk gaat bevragen en testen. Je kunt lange tijd namelijk 'helemaal gezond' lijken (zoals over veel patiënten wordt gezegd) en tóch een ernstige D-deficiëntie hebben. Ook voor veel ouderen die amper buiten komen, is dit een ernstig probleem. Word je dan ziek of sterf je dan door COVID of doet COVID je de das om vanwege je slechte immuunstatus? Sterf je dan *door* COVID of *met* COVID?


We zien aarzelend meer aandacht ontstaan voor de rol van vitamine D, maar het gaat, gezien het vele bewijs dat er al is, wel onverantwoord langzaam. Dat er een correlatie is tussen de ernst van COVID-klachten en de vitamine D-status, daar willen veel deskundigen langzaam maar zeker wel aan, maar onderkenning van causaliteit... daarvoor lijken de politieke moed en de wetenschappelijke nieuwsgierigheid vooralsnog te ontbreken. Ik vind dat zeer zorgelijk en ik hoop dat daar snel verandering in komt. Zelf neem ik daarop alvast een voorschot door de kennis die ik heb, te delen met iedereen in mijn sociale omgeving (persoonlijk en professioneel) die erin is geïnteresseerd. Kortom: deel dit blog gerust naar hartenlust en vorm je eigen visie!