woensdag 3 september 2014

Levensweg

En daar ging ze, zwaarbepakt met grote koffer en volgepropte rugzak… onze jongste dame, de wijde (studenten)wereld in, voorzien van het cadeau dat ook haar zussen kregen toen ze de deur uit gingen: een briefopener, voorzien van naam en datum van ‘zelfstandigheid’ (als symbool voor het feit dat ze vanaf nu zelf verantwoordelijk is voor haar administratie) en een exemplaar van het levenswerk van Clarissa Pinkola Estés, ‘De ontembare vrouw’ (als symbool voor het feit dat we allemaal in ons leven fases doorlopen die ons een deel van het levensverhaal onthullen en ons de weg wijzen in onze lange tocht door het bestaan).

’s Avonds zaten we getweeën aan tafel, toen mijn man zei: “Dat was het dan? Ik had echt niet gedacht dat het zó snel zou gaan. Ik dacht dat het levenslang zou duren, die lieve kinderen om ons heen.” En natuurlijk blijf je als ouders levenslang betrokken bij wat ze doen, maar die dagelijkse zorg voor ze en hun sprankelende, inspirerende aanwezigheid… die is per kind meestal binnen twintig jaar voorbij. En zelfs als je vier dochters hebt, zijn vijfentwintig jaren verrassend en verbazingwekkend snel om.
We keken elkaar aan en toastten op deze nieuwe fase, op de levenslust waarmee de kinderen hun pad vervolgen en op het feit dat we daarvan nog steeds samen getuige zijn. Dat is niet iedereen gegeven; sommige ouders slagen er niet in hun verbintenis liefdevol en vreedzaam in stand te houden, andere zien hun relatie eindigen door de dood van hun partner. Deze week nog trof ik een vriendin die weduwe werd toen hun dochters 4 en 1 jaar oud waren. Dan krijgt het ouderschap een heel andere kleur en ook de kindertijd ontbeert dan de onbezorgde vreugde van twee blije ouders.

En zoals we allemaal weten, zijn er daarnaast nog heel veel andere factoren die het leven van kinderen zwaar kunnen maken. Twee artikelen van Vakblad Vroeg die ik vorige week las, laten daar iets van zien. Het ene gaat over hulp bij onveilige hechting, het andere over het risico op de ontwikkeling van gewelddadigheid ingeval van verwaarlozing. Dat zijn droevige verhalen, en toch is er voor die tekortschietende zorg in de meeste gevallen een verklaring te vinden die een evenzeer verdrietige geschiedenis van de ouder(s) zichtbaar maakt.

Zoals al vaker besproken: de transgenerationaliteit van de problematiek is het meest trieste van alles. Het risico dat ouders hun eigen pijn, problemen, verdriet en frustratie doorgeven aan hun kinderen, terwijl ze waarschijnlijk vast van plan waren dat niet te doen, blijkt dikwijls prominent aanwezig.
Het lijkt dan ook zaak om met argusogen te kijken naar de manier waarop jonge ouders worden voorzien van adviezen over de zorg voor hun baby en peuter. In dat opzicht valt er nog wel het nodige te verbeteren, want wat ik onlangs in een wachtkamer weer las… het is om wanhopig van te worden. Wéér ging het over de manier waarop ouders grenzen moeten stellen, opdat hun kinderen hen niet de baas worden, hoe ze duidelijk moeten aangeven dat het kind zich erbuiten moet houden als volwassenen in gesprek zijn, de technieken die ze kunnen toepassen om de controle over hun kind te behouden. Is dat dan het doel? Is dat werkelijk waarnaar we streven in de omgang met onze kinderen? Of is het toch wenselijker dat ze een fraaie mate van 'ontembaarheid' behouden?

Onze oudste dochter vertelde vorige week over een training die ze net had gedaan voor een bestuursorgaan. Daarin werd er in de uitleg over hoe relaties functioneren, zo ongeveer voetstoots vanuit gegaan dat er tussen ouders en kinderen een hiërarchische verhouding geldt en dat daar niet de gelijkwaardigheid van kracht is die tussen volwassenen onderling geldt. De ondergeschiktheid van het kind aan de ouders werd als een gegeven gepresenteerd: ouders vertellen kinderen wat ze moeten doen en kinderen ‘luisteren’ daar naar (lees: volgen die instructies op).
Onze dochter had bezwaar gemaakt; zo werkt dat niet per sé, had ze gezegd, en ik ben het met haar eens. Op de vraag ‘Waarom?’ is het antwoord ‘Daarom!’ meestal niet gepast. Als er iemand is die de taak en de verantwoordelijkheid heeft om zich te verantwoorden (door het geven van het goede voorbeeld) en zaken uit te leggen, toe te lichten en nog een keer te verklaren… dan wel ouders richting hun kind.
Dat is geen sinecure, die taak. Ouderschap is dan ook niet voor watjes, zoals een mooi artikel in Kiind toelichtte in februari 2012.

Het is dan ook een bijzonder gevoel dat die opvoedklus nu grotendeels ‘geklaard’ is en dat de tijd zal leren of we ons werk als ouders een beetje behoorlijk hebben gedaan. Vooralsnog lijkt het aardig gelukt, al blijven er ook in deze leeftijdsfase genoeg issues waarover je met elkaar een boom kunt opzetten, waarover je met elkaar stevig in debat kunt om te zien hoe visies en ethische idealen en bezwaren van toepassing zijn op wat er ter tafel komt. De zelfreflectie van het jonge ouderschap verandert door de jaren heen steeds meer in het wederzijds delen van kennis en ervaring en de bespiegelingen die dat losmaakt. Een mooi pleidooi, dus in De Correspondent, om van filosofie een verplicht vak te maken. Het beste begin je dan natuurlijk op de basisschool, als kinderen nog redelijk onbevangen in het leven staan. Zo is de kans het grootst dat ze als student en als volwassene zich niets laten aanpraten en dat ze een ragfijn gevoel ontwikkelen voor rechtvaardigheid en medemenselijkheid.

Er valt immers waanzinnig veel te ervaren in de wereld en hoe vreemder die voor je is, hoe lastiger het is te duiden wat je voor je ogen ziet gebeuren. Onbekend maakt nu eenmaal vaak onbemind. Dan ligt etnocentrisme op de loer: de cultuur en gewoontes van de ander beoordelen (en misschien veroordelen) op basis van je eigen achtergrond, je eigen referentiekader. Dat neemt niet weg dat er, zeker op fysiologisch gebied, ook wel algemene, universele dingen te zeggen zijn. In al dit soort aangelegenheden ben ik sinds afgelopen maandag volledig ondergedompeld met de colleges en werkgroepen van mijn studie Culturele Antropologie & Ontwikkelingssociologie in Amsterdam.
Later meer, over wat dáár allemaal ter tafel komt, nu de tafel in de keuken thuis nogal dunbevolkt is geworden! :-)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten