Na een pauze tijdens de kerstvakantie las ik vorig weekend
het nieuwste boek van Michel Odent uit, ‘Childbirth and the Future of Homo
Sapiens’. Ik vind deze man een mirakel en ben blij dat ik hem een aantal keren mocht horen spreken.
Hij wordt dit jaar 84, maar als je zijn boek leest, kon hij ook 60 zijn: je
proeft al zijn ervaring, maar daar overheen ligt een dikke laag enthousiasme en
gretigheid waaruit een diepgaande kennis over en nieuwsgierigheid naar de fysiologie
blijkt. Dat is een woord waar je in zijn boeken niet omheen kunt: FYSIOLOGIE,
met dikke vette hoofdletters, en ik vind dat een verademing. Het is namelijk
werkelijk om wild van te worden, al die situaties waarin wordt gesproken over
goede zorg en evidence based werken en (al dan niet anti-) kwakzalverij en
behandeling (waarmee vaak symptoombestrijding wordt bedoeld)… en waarin aan de
fysiologie vol-le-dig voorbij wordt gegaan. Is dat nou werkelijk zo’n
superingewikkeld onderwerp, fysiologie?
Okay, ik geef onmiddellijk toe dat ons lichaam indrukwekkend
gecompliceerd in elkaar zit, dat we heel veel dingen nog niet of nauwelijks
doorgronden en dat het totale overzicht van alle samenhangende factoren soms
moeilijk in één beeld te vangen is… maar de grote lijn, de basis, de essentie…
die kan een gemiddelde zorgverlener toch wel bevatten? Het is toch niet te veel
gevraagd om erop te rekenen dat er in ieder geval vanuit die basis een
behandelplan wordt opgesteld als er sprake is van een gezondheidsprobleem?
Nou, helaas blijkt dat heel vaak dus wel het geval: het is
te veel gevraagd.
Barende vrouwen worden op hun rug gelegd.
Baby’s die huilen, worden van hun moeder afgezonderd.
Borsten die onvoldoende melk produceren, worden op een schema
gezet.
Michel Odent begrijpt dat soort handelwijzen volgens mij ook niet, want
hij zet in op alles wat er in het begin gebeurt. Hij laat keer op
keer zien van hoe cruciaal belang die eerste levensfase is, die 'primal period': fetal life, perinatal period and year following birth.
Ik heb ‘Childbirth and the Future of Homo Sapiens’ dan ook
weer met een potlood in de aanslag gelezen en heel veel passages aangestreept,
net als in alle andere boeken die ik van hem heb.
Odent begint in het eerste hoofdstuk met de constatering dat
de periode rondom de geboorte zowel in academische kringen als door de media
meestal niet in overweging wordt genomen als verklaring voor van alles, terwijl
de wetenschap inmiddels sterk van mening is dat het een kritische periode
betreft in de vorming van het individu. Een belangrijke oorzaak van dat inzicht
wordt gevormd door de ontwikkeling van de epigenetica als vakgebied.
Transgenerationele effecten van dat wat er tijdens de ‘primal period’ gebeurt,
worden steeds meer zichtbaar. De moeder geeft aan haar kind niet slechts het
genetische materiaal door, maar ook het epigenetische. De omgevingsinvloeden en
het moment waarop ze zich voordoen, hebben (soms grote) invloed op de
karakteristieken van een mens. Die verandering verloopt dan niet via het DNA,
maar via een veranderde genfunctie. De invloeden uit de omgeving hebben, simpel
gezegd, als het ware de capaciteit om sommige genen ‘aan’ of ‘uit’ te zetten.
Het idee van ‘use it or lose it’ geldt ook hier:
fysiologische systemen waarop geen beroep meer wordt gedaan, zullen van
generatie op generatie verder degenereren en het systeem waarover Odent zich de
meeste zorgen maakt, is het oxytocinesysteem. Steeds minder vrouwen baren op
basis van de kracht van hun eigen hormoonsystemen, want de invloed van allerlei
cocktails aan hulpstoffen (synthetische oxytocine voor de weeën, diverse
vloeistoffen voor pijnbestrijding, injecties om na de baring de baarmoeder te
laten samentrekken) wordt groter en groter. De kracht van het eigen oxytocine-
en dopaminesysteem zou daardoor wel eens drastisch kunnen afnemen. Wanneer er
vervolgens ook nog weinig borstvoeding wordt gegeven, daalt de hoeveelheid
dagelijks circulerende oxytocine in de gemiddelde populatie nog verder. Dat
heeft grote gevolgen voor de empathie die mensen ontwikkelen voor hun omgeving.
En dat heeft dan weer zijn weerslag op de mate waarin mensen in staat zijn zich
in te leven in de achtergrond en omstandigheden van de ander, om verdraagzaamheid
op te brengen, hulpbereidheid aan de dag te leggen, crimineel gedrag binnen de
perken te houden, sociaal gedrag de boventoon te laten voeren, discriminatie
uit te bannen, uitbuiting van anderen te voorkomen door verantwoord koopgedrag
op het terrein van kleding, voedsel en transport. Het is niet niks, wat er op
het spel staat, en ik ben van mening dat het geenszins vergezocht is, al zal
dat voor velen misschien wel zo lijken. Hij gaat er soms namelijk wel met
zevenmijlslaarzen doorheen. In het op één na laatste hoofdstuk schrijft hij onder de paragraaftitel
‘Smashing barriers’ (‘Barrières kapotslaan’): Another step is to claim that the quality of our immune system should
not be dissociated from other personality traits.
Daar komt dan natuurlijk wel héél krachtig het
borstvoedingsverhaal in beeld, want borstvoeding krijgen is voor een mens
primair een immunologische kwestie, meer haast dan van voeding. Evolutionair
liggen de wortels van de lactatie namelijk ook in bescherming en niet in
voeding. De alinea die volgt is zo boeiend, dat ik ‘m hier graag integraal
citeer:
Today we must smash
the barriers between the functions of the primitive brain structures and the
functions of the immune system. For example, the activities of the immune
system are dependent on the release of cortisol by the adrenal gland: it is
well known that cortisol levels are under the control of the hypothalamus, a
part of the primitive brain that works as an endocrine gland. The ‘set point
levels’ of the hypothalamus are established during critical phases of the
primal period. We now know that stimulating the immune system sends a flow of information
to the hypothalamus. Some antigens – substances that stimulate the immune
system – can considerably increase the electrical activity of certain nerve
cells of the hypothalamus. So the immune system can be seen as an actual
sensory organ which gives information to the brain.
Wow! Wat een verbinding wordt daar gelegd! Dat kun je met
recht een holistische aanpak noemen! En het wordt nog wilder: hij gaat door met
deze lijn van denken en legt uit hoeveel gemakkelijker het voor een virus is om
te muteren dan voor een organisme om daar het immuunsysteem op af te stemmen en
zo’n virus adequaat te elimineren. Hij roept daarbij de SARS-epidemie in
herinnering. Hij trekt dit door naar een nóg veel grotere context:
Analysing the viral
threat is an elegant way of realizing the limits of our domination of nature,
as a basic strategy for survival that started with the Neolithic revolution.
This domination has included interferences in human physiological processes,
particularly those related to sexuality, and especially the birth process. An
emotionally dysregulated human being is a product of such strategies for
survival. This kind of human being is unable to shift from knowledge to
awareness. He is blind to the effects of his behaviour and continues to
dramatically disturb ecosystems without taking into account that viruses can
adapt much more easily and quickly than mammals to drastic environmental
changes, particularly climatic changes. What kind of Homo can break this vicious circle?
Hij eindigt met hoofdstuk 20, dat is getiteld ‘Cultural
blindness’: There is a universal lack of
interest in the long-term consequences of how babies are born. (…) It is as if
there are cultural forces that are pushing us to ignore the essential. (…) This
lack of interest – this blindness- is cultural. It is shared by the media, the
general public and even authoritative medical and scientific circles.
Hij deelt een denkbeeldig scenario met ons, over de eisen
die aan een gynaecoloog of een vroedvrouw worden gesteld in de toekomst:
The basis of her plan is
that to become an obstetrician or a midwife the prerequisite will be to be a mother
who has a personal positive experience of unmedicated birth.
Ik voorzie hier, gezien de huidige stand van zaken, een
forse overbelasting voor de paar zorgprofessionals die dan hun vak nog kunnen
uitoefenen! :-)
Odent filosofeert nog wat door en besluit met het volgende:
The conclusion will
be: let us get rid of the aftermath of thousands of years of beliefs and
rituals and restart from the physiological perspective. Let us act as if it is
not too late.
Starten vanuit het fysiologische perspectief: ik zou het er
niet hartgrondiger mee eens kunnen zijn!
Mooie beschrijving van het boek, dank dat je dit boek onder de aandacht brengt, Marianne. Ik heb het zelf ook met veel interesse gelezen.
BeantwoordenVerwijderenPrachtig, boek, hè? Wel revolutionaire kost, hoor, als je al zijn aanbevelingen en ideeën in de praktijk zou toepassen! :D Mij lijkt dat wel een goed idee, trouwens, maar ik vrees dat we ver van zijn idealen zijn verwijderd. Hopelijk zet hij hier en daar wat beleidsmakers tot nadenken aan!
BeantwoordenVerwijderen