woensdag 3 oktober 2012

Om te huilen...

Sinds 2007 ben ik betrokken bij wat in de wandelgangen ‘de huilrichtlijn’ wordt genoemd. De officiële titel is Multidisciplinaire Richtlijn Preventie, signalering, diagnostiek en behandeling van excessief huilen bij baby’s. Toen ik de voorloper van dat document voor de eerste keer onder ogen kreeg, was ik geschokt over diverse adviezen die erin stonden. Eén van de kwalijkste punten was wat mij betreft dit: “Gedurende de eerste twee dagen kan de kookwekker gebruikt worden voor het objectief tijdsbewustzijn van het in slaap huilen. Vijf minuten huilen kunnen immers voor de betrokken ouder al een half uur lijken. De wekker kan in overleg tussen de verpleegkundige en ouders worden gezet op 15 of 20 minuten en uiterlijk 30 minuten. Het gebruikt van de kookwekker betekent niet dat een ouder die tijd niet mag gaan kijken; wel is het beter ongezien te blijven. Ziet het kind de ouder wel dan wordt daarmee bij het kind de verwachting gewekt dat het opgepakt zal worden en als dat niet gebeurt, begint het huilen met hernieuwde kracht. Dan zal het zelf in slaap leren vallen langer duren (meerdere slaapjes bestrijken) en dus met meer huilen gepaard gaan. De verpleegkundige bespreekt dit uitgebreid met de ouders.

Er kwam een dvd in omloop, waarin dit aspect verder werd uitgewerkt, aangevuld met inbakeren en een strikt programma van regelmaat, voorspelbaarheid en prikkelreductie. Eén van de moeders in die dvd heeft spijt als haren op haar hoofd, dat ze zich in haar labiele toestand heeft geleend voor de opnames. De aanpak leidde tot een ernstig verstoorde hechting tussen haar en haar dochter. Ze plengde heel wat tranen omdat ze niet wist hoe het weer goed moest komen.













De mensen die zich bij het RIVM en later bij TNO bezig hielden met het opstellen van dit document, hadden tevens een samenwerkingsverband met een fabrikant van kunstmatige zuigelingenvoeding. Zoals vrijwel alle fabrikanten op dit gebied, was ook deze een overtreder van de internationale WHO-code. De richtlijnopstellers toerden jaren door het land met hun promotiecircus en één van de mensen die zich met verve van haar taak kweet, was Ria Blom. Samen met een VBN-collega was ik in 2007 aanwezig bij een bijeenkomst waar zij haar rust-en-regelmaat-en-kookwekker-verhaal vertelde. We waren verbijsterd. Die avond was het begin van een jarenlang traject, waaraan langzaam een einde lijkt te komen, nu men de accorderingsfase is ingegaan. Beroepsorganisaties en professionals mochten tot afgelopen maandag, 1 oktober, nog een keer hun zegje doen over het laatste concept. Niet alle betrokkenen zijn door de jaren heen echter goed op de hoogte gehouden. Ik ben volgens het document lid van de adviesgroep, maar bij herhaling ben ik ‘uit de verzendlijst gevallen’. Ook deze keer hoorde ik via een omweg van de mogelijkheid tot het leveren van input. Ik heb zondag en maandag gedurende 16 uur de meer dan 100 pagina’s doorgenomen en van mijn commentaar voorzien (mail me, als je het wilt lezen).

Dat commentaar was in grote lijnen hetzelfde als in de nazomer van 2011, want veel knelpunten zijn nog steeds niet weggenomen. Er zijn weliswaar nuanceringen aangebracht in de loop der jaren en de verfoeide kookwekker is eruit, maar het blijft een document waarin de nadruk ligt op de last die het huilende kind de ouders bezorgt. Dat de huilende baby het moeilijk heeft en gebaat is bij heel veel lichamelijk contact, dat de stress van de ouders net zo goed huilen veroorzaakt als dat het er het resultaat van is, die aspecten blijven zwaar onderbelicht. En als klap op de vuurpijl las ik afgelopen maandag deze zinsnede: “Er wordt aangenomen dat jonge kinderen fysieke scheiding van hun moeders herkennen, wat leidt tot huilen, dat stopt bij hereniging. De ‘separation distress call’ dient tot nabijheid van de moeder.” Euhm… het is slechts een aanname dat kinderen het merken dat ze niet bij hun moeder zijn…?! Een document met uitgangspunten als dit (er is nog veel meer over te zeggen, maar daarvoor ontbreekt hier de ruimte) vormt straks in de jeugdgezondheidszorg de basis voor het begeleiden van baby’s die veel huilen (en hun ouders).


















Wees dus op je hoede, mensen. Laat je niet in de luren leggen. Je kind heeft jou hard nodig om vertrouwen in de wereld te krijgen. Mocht je om wat voor reden dan ook niet in staat zijn je baby de troost te bieden die ze nodig heeft, zoek dan hulp. Het is dapper om te erkennen dat je je vertilt aan de bagage in je eigen rugzak. Veel mensen zijn als kind behandeld zoals deze nog niet gepubliceerde, maar nu deels al achterhaalde richtlijn bepleit. Het is moeilijk je kind te geven wat je zelf niet kreeg. Je kon daar toen niks aan doen, maar nu wel. Doe dat, zodat je de droevige kanten van de geschiedenis niet herhaalt, maar samen een nieuw begin maakt. Je kind zal je er eeuwig dankbaar voor zijn.

1 opmerking:

  1. Nou ja zeg, waar zijn we mee bezig?

    Wat weten we van de evolutie die we over miljoenen jaren doormaakten in relatie met oxytocine productie? Dagelijks maken wij, mannen net zo goed als vrouwen, natuurlijke oxytocine aan die we onbewust gebruiken voor geluk en welzijn van onszelf en anderen.

    Blijkbaar onbekend bij de professionals in dit verhaal.

    Dit is een voorbeeld van hulpverleners in nood. Met wat vrolijkheid, empathie en geduld zou hun oxytocine productie en daarmee hun vermogen sociaal en plezierig met vrouwen om te gaan en elkaar echt te helpen toenemen. Nu niet, de onzekerheid wordt met de wekker versterkt en de adrenaline spuit uit het verhaal. Ja, dan geen oxytocine flow!

    Dit is een mooi voorbeeld over controle willen krijgen over moeders en babies, een overblijfsel van de jaren 50 en 60 of is het gemedicaliseerd gedrag van hulpverleners?

    BeantwoordenVerwijderen