Sinds twee weken schrijf
ik over hoe dingen in een context moeten worden gezien en hoe ook altijd alles
door de eigen context wordt bepaald. De afgelopen dagen kwam mij in dat opzicht
een aantal interessante teksten onder ogen. Ik zag eerst de reacties (die
mensen zitten in mijn netwerk, in mijn context…) en pas daarna het gewraakte origineel,
dat gisteren bij mij terechtkwam. In de context van een samenleving waarin
dienstbaarheid aan de belangen van een kind waarvoor je (meestal) zeer bewust
hebt gekozen bijna uit de tijd lijkt, valt zo’n tekst, hoe droevig ook,
misschien wel te verklaren. Laten we er eens gedetailleerd naar kijken (citaten
cursief).
Velen zullen het al
hebben gelezen, het artikel van Phaedra Werkhoven in de NRC van zaterdag 21
februari: Volgende stap van de
borstvoedingsmaffia schreeuwt de kop. Daaronder staat een foto van een baby
die door de verzorger wel wat al te stevig bij het hoofd gegrepen lijkt te
worden tijdens het drinken uit de fles. Krijgt deze baby flesvoeding? Ja, want
er is een fles in beeld. Krijgt deze baby kunstmatige zuigelingenvoeding? Daar
ben ik niet zo zeker van, want de kleur van de inhoud van de fles geeft
aanleiding te denken dat er met deze voedingsmethode wellicht een vroege versie
van moedermelk wordt aangeboden. Daar gaat mevrouw Werkhoven dus meteen al de
mist in met haar inleiding, waarin ze stelt: Verloskundigen verbreken hun banden met Sanoma wegens advertenties voor
flesvoeding. Dat lijkt me een kort-door-de-bocht-formulering van wat de
KNOV heeft gedaan; de KNOV heeft de cont(r)acten ongetwijfeld primair opgezegd
vanwege de reclame voor kunstmatige zuigelingenvoeding. Die vormen namelijk de
hoofdmoot van dit soort reclames. In de kunstmatige zuigelingenvoedingsindustrie
zit de bulk van het geld waarmee de bekritiseerde reclames worden
betaald. Hoe meer mensen zich laten misleiden door deze reclames, hoe meer geld
er is om nóg meer mensen over te halen. Zo zijn er afgelopen jaar volgens deze site 600.000 pakketten melkpoeder naar China verscheept; de 14,5 miljoen euro die dat kostte, was volgens onder andere de Volkskrant 6%
van de omzet van de pakketdienst van PostNL.
Ik word er beroerd van als ik eraan denk hoeveel menselijk kapitaal er wordt
verspild door het feit dat zoveel Chinese baby ’s nu ook al niet meer bij hun
moeder drinken. De wereld schreeuwt om ecologisch duurzame oplossingen voor van
alles en nog wat en wat gebeurt er in heel die context met de voeding voor de
kleinsten in de wereld? Die wordt op grote schaal on-duurzaam gemaakt en al die
kleine baby’s beginnen zo al met een onnodig grote
ecologische voetafdruk.
De tweede zin van de
inleiding, flesvoeding is geen zaak van
leven of dood, ongeacht wat verloskundigen ook zeggen (de taalfout is niet
van mij), is door mijn college Gonneke van Veldhuizen in dit goede blog uitgebreid behandeld, dus die laat ik voor wat het is.
We lezen verder en
volgens mevrouw Werkhoven wordt de aanname
dat borstvoeding het beste is (…) niet overtuigend door de wetenschap
onderschreven. Ik ben benieuwd naar wat voor onderzoek mevrouw Werkhoven op
zoek is en wat zij aan onderbouwing nodig heeft alvorens ze overtuigd is van
iets. Ik ben benieuwd of ze ook denkt dat roken geen schade voor de gezondheid
geeft, omdat ook die bewering niet voldoende is onderbouwd.
Twijfelaars aan de
juistheid van onderzoek dat het belang van borstvoeding ondersteunt, kunnen
volgens haar op felle reacties van de
zogeheten borstvoedingsmaffia rekenen. Al vaker heb ik de definitie van het
woord ‘maffia’ opgezocht en met lezers gedeeld, maar het kan geen kwaad dat
nog eens te herhalen. Dit is wat de digitale vanDale erover zegt: 1 geheime bond van misdadigers op Sicilië; 2 grootscheepse, georganiseerde
wereld van de misdaad; 3 (minachtend) besloten wereldje: medische maffia.
Even een
gedachtenexperiment, een analogie met andere groepen die zich ergens sterk voor
maken:
Amnesty International…
mensenrechtenmaffia?
Nierstichting…
plasmaffia?
Dalai Lama-aanhangers…
monnikenmaffia?
Artsen zonder grenzen… noodhulpmaffia?
Unicef… kindermaffia?
You get the drift: het
hele gebruik en het napraten van dat ‘maffia’-woord (Werkhoven en de
NRC-redactie doen er enthousiast aan mee) is tendentieus. Je laat ermee zien dat
je het niet hebt begrepen.
Dat blijkt even verderop
ook, want de ‘Internationale Gedragscode voor het op de markt brengen van
vervangingsmiddelen voor moedermelk’, in 1981 uitgebracht door de WHO en daarom
meestal kortweg de WHO-code genoemd, wordt in het artikel aangeduid met
WHO-borstvoedingscode. Waar de code voor is bedoeld, wordt door de collega’s
van de Stichting Babyvoeding hier helder uitgelegd. Ze hebben ook nog naar de NRC geschreven,
maar dat heeft blijkbaar niet tot plaatsing geleid.
Vervolgens beklaagt
mevrouw Werkhoven zich over het feit dat [v]oor
alle andere voeding waarmee ouders hun opgroeiende kinderen volstoppen volop
geadverteerd [mag] worden, maar poedermelk (…) als iets van de duivel [wordt
gezien]. Het is natuurlijk weer een heel andere discussie, maar het feit
dat er voor snoep en ongezonde voeding volop wordt geadverteerd, ligt
tegenwoordig wel degelijk onder vuur. Overgewicht en slechte voeding zijn een
enorme belasting zijn voor de volksgezondheid en daarmee voor allerlei andere
aspecten van de samenleving. In die sociaaleconomische context verdient ook die
reclame dus een veel kritischer benadering.
De volgende zin bepleit
een vrije keuze voor ‘flesvoeding’ (lees: kunstmatige zuigelingenvoeding) op
basis van eerlijke informatie. Ten eerste wordt eerlijke informatie natuurlijk
niet gerealiseerd door reclame; dat is nu net het hele punt van de WHO-code.
Ten tweede is eerlijke informatie de enige manier om een werkelijk goed
gefundeerde keuze mogelijk te maken. Ten derde maakt eerlijke informatie over
een product de aanschaf van het ongezonde alternatief niet onmogelijk. Rokers
kunnen gewoon sigaretten kopen, drinkers gewoon alcohol en fastfoodliefhebbers
gewoon een vette, van allerlei dubieuze ingrediënten voorziene hap. Dat kan
allemaal; dat zijn de ‘zegeningen’ van de vrije markteconomie.
Vervolgens is de conclusie:
Aanstaande moeders zullen wel degelijk
meer moreel gedwongen worden door hun verloskundige hun kind borstvoeding te
geven. Het beschikbare bewijs is voor mevrouw Werkhoven weliswaar niet
toereikend, maar in het algemeen wordt de onderbouwing van het belang van
borstvoeding als meer dan voldoende gezien. Met informatie daarover aan hun
cliënten maken verloskundigen het oh zo belangrijke ‘informed decision making’
mogelijk: kiezen op basis van niet door commercie of geldelijke belangen
gestuurde informatie. Dat wordt breed als een groot goed gezien en het behoort
tot de taken van een zorgverlener om daarvoor voorwaarden te creëren. Dat is
geen moreel opgelegde dwang, maar het is waar dat het wel als morele dwang kan
worden gevoeld. Ik zou willen vragen: wat is daar mis mee? We zeggen ook dat
het geen goed idee is om kinderen te slaan; leidt dat tot morele dwang om ze
zonder lichamelijke mishandeling groot te brengen? Ja, gelukkig wel, zou ik
zeggen. Ik word een beetje moe van al dat gedoe over schuldgevoel: niemand die
ervan overtuigd is dat ze het goede heeft gedaan, op welk terrein dan ook,
ontwikkelt een schuldgevoel. Zoals ik het eerder deze week elders formuleerde:
schuldgevoel is een zegen, de leermeester voor het geweten. Schuldgevoel is een
belangrijke factor in onze morele ontwikkeling. Wie zich nooit schuldig voelt,
omdat er geen inzicht is verworven in de schade die een ander door bepaald
gedrag oploopt, zal gedrag dat niet deugt gemakkelijker herhalen. Omgekeerd:
wie weet dat ze alles in het werk heeft gesteld om problemen, op welk terrein
dan ook, te voorkomen, zal zich niet schuldig voelen, zelfs als er dingen
misgaan. Wel kun je dan natuurlijk rouwen, verdrietig zijn, spijt hebben van de
gevolgen van wat je deed. Schuldgevoel en rouw zijn echter twee verschillende
dingen. Ik begrijp daarom niet waarom degenen die zeggen bewust voor
kunstmatige zuigelingenvoeding te kiezen, telkens zo boos worden over
informatie die vraagtekens plaatst bij de effecten van die keuze. Hier lees je meer over mijn visie op schuldgevoel.
Tot slot, over de eisen
aan ‘moderne’ moeders (wat zijn dat eigenlijk, ‘moderne’ moeders?): die zijn
inderdaad belachelijk hoog en wetgeving om pas bevallen moeders en hun kinderen
(en hun partners) meer ruimte te geven in die veeleisende beginperiode is
dringend nodig. Het is te gek voor woorden dat vrouwen en gezinnen alsmaar weer
te horen krijgen dat ze binnenkort weer
aan het werk moet[en]… over morele dwang gesproken! Wetgeving wordt gemaakt
door de volksvertegenwoordigers die we zelf kiezen. Kiezen we met z’n allen
telkens weer voor partijen voor wie economische groei (meer omzet! meer
consumptie!) de hoogste prioriteit heeft, dan wordt het niet beter. Dan voeren
we de stress op en blijven ook de kosten voor de gezondheidszorg de pan uit
rijzen. Ik vraag me werkelijk af wat mevrouw Werkhoven bedoelt als ze zegt: Een moeder komt voor heel wat grotere
uitdagingen te staan voor de gezondheid van haar kind. Welke zijn dat dan? Weet
mevrouw Werkhoven niet dat het fundament voor de gezondheid in die eerste fase
wordt gelegd, dat je darmgezondheid de basis is van je immuniteit, dat de
beschikbaarheid van dat warme, voedende moederlichaam een weldaad is voor het
psychisch welbevinden, ook op de lange termijn?
Overigens moet een kind
niet aan de borst hangen, zoals het
laatste woord luidt; dat is een vrij goede garantie voor een voortijdige
beëindiging van de borstvoedingsrelatie. Misschien vinden de adverteerders voor
kunstmatige zuigelingenvoeding dat een goede ontwikkeling (meer omzet! meer
consumptie! meer winst!), maar voor de gezondheid, voor het milieu en voor de
tijdsintensieve aandacht voor en overgave aan een jong leven is het vooral
verlies. Het gaat er inderdaad om dat moeder
en kind gelukkig zijn, maar helaas zijn er aanwijzingen dat (voortijdig)
stoppen met borstvoeding tot gevoelens van intens verlies en depressie leidt.
Of doet dat in de context van de kapitalistische samenleving allemaal niet ter
zake…?
Ethisch gezien niet meer dan terecht, lijkt mij, de bescherming die de WHO-code wil bieden. Petje af, dus, voor de KNOV! Wie volgt?
Ethisch gezien niet meer dan terecht, lijkt mij, de bescherming die de WHO-code wil bieden. Petje af, dus, voor de KNOV! Wie volgt?
Ik ben er al lang voorstander van om kunstvoeding door de zorgverzekeraars te laten vergoeden, natuurlijk uitsluitend op voorschrift van de lactatiekundige. Het enige nut is immers al medisch hulpmiddel voor vrouwen wiens natuurlijke lichaamsfuncties niet voldoende functioneren?
BeantwoordenVerwijderenInteressante gedachte, Peter! Hoe kijk je in dat licht aan tegen de kosten voor lactatiekundige zorg: wie moet die kosten dragen? En tot welke leeftijd zou je het gebruik van kunstmatige zuigelingenvoeding willen laten vergoeden? En welke verantwoordelijkheden zie je op het gebied van deskundigheid van niet-lactatiekundige zorgverleners die moeders begeleiden in de eerste periode? Het 'niet voldoende functioneren van natuurlijke lichaamsfuncties' aan de kant van de vrouw is namelijk helaas geregeld nog meer een kwestie van 'niet voldoende functioneren van professionele deskundigheid' aan de kant van de zorgverlener die de moeder-kind-dyade uit elkaar trekt en de synchronie verstoort met regels en ritmes die door de instelling in protocollen zijn gevat...! En daarnaast heb je natuurlijk mensen die van hun natuurlijke lichaamsfuncties geen gebruik wensen te maken; hoe zit het voor hen met onkostenvergoedingen? Kortom: ik zie wel wat haken en ogen aan deze complexe materie! ;-)
BeantwoordenVerwijderen