Ik weet nog goed wanneer ik hem dat de eerste keer hoorde
zeggen. Ik zat midden in het vertaalproces van ‘Hold Your Prem’ dat in het
Nederlands nu ‘Koester je kleintje’ heet. Nils was voor een symposium in België
en ik had besloten dat symposium bij te wonen, vooral omdat we dan een
face-to-face werkafspraak konden plannen. Ik liep bij het vertalen namelijk
tegen heel wat punten aan waar ik aarzelde: deze term, dat woord, die uitleg,
dit verband… of toch nog heel anders? Sommige dingen zijn niet goed van Engels
naar Nederlands vertaalbaar, maar er zijn ook dingen die in de context (ja,
daar is ‘ie weer en niet voor het laatst…) van het ene land anders uitwerken
dan in de context van het andere land. Bovendien was er alweer wat tijd
verstreken tussen de publicatie van ‘Hold Your Prem’ en mijn geplande
publicatiedatum, dus hier en daar konden we misschien al dingen updaten.
Ik had toegezegd dat ik alles wat ik wilde aanpassen, zou
voorleggen aan Nils en zijn vrouw Jill, die de hoofdauteur is van het boek. Dat
leek me logisch, want ze gaven hun ‘kindje’ aan mij uit handen
en zo’n ‘adoptie’ brengt natuurlijk een grote verantwoordelijkheid met zich
mee. Dan wil je minstens net zo goed voor de boreling zorgen als de ‘echte’
ouders.
Nils en ik zaten op een kleine werkkamer, laat in de avond,
te ploeteren op een aantal tekstfragmenten. Wat te doen? Hoe ze om te zetten
naar het Nederlands, zodat het zou passen in de Nederlandse setting? Op een
goed moment dacht Nils bij een paar zinnen diep na en toen zei hij, aarzelend: “Well,
it’s highly contextual…” Ik was verrast en liet de betekenis ervan tot me
doordringen. We spraken erover door, we kwamen samen tot heel wat oplossingen
voor diverse passages en ik ging twee dagen later tevreden naar huis: ik kon
weer verder en het mooie eindresultaat kwam weer een stuk dichterbij!
Krap een half jaar later had ik de eer om Jill Bergman op
een congres in Engeland persoonlijk een eerste exemplaar van het boek te
overhandigen: ze was zó blij! Ik had geïnvesteerd in een fullcolour uitgave en
dat was te zien; ze was helemaal gelukkig met het uiterlijk van het boek en
natuurlijk deed me dat goed. Later dat weekend spraken we tijdens het diner over
die uitspraak van haar man, “It’s highly contextual”, en ik zei hoe mooi ik die
vond. Ze grijnsde, keek me
schuin en ondeugend aan en zei: “You know, Marianne, he always says that when
he doesn’t know, doesn’t want to think about it or doesn’t feel like answering!”
We lachten ons met z’n allen helemaal dubbel. Ik dacht op een
filosofisch diepzinnige uitspraak te zijn gestuit en Jill zette me met beide
benen stevig terug op de grond?! Het werd dat congresweekend een ‘running gag’;
zodra iemand twijfelde, trok ze een ernstig gezicht en zei: “Well, you know… it’s
highly contextual”! Nog steeds, twee jaar later, trekken we die kreet met een
zekere regelmaat uit de kast.
Het gesprek met Jill was boeiend; natuurlijk begreep ze wel
wat haar man bedoelde en ze kon er vanzelfsprekend vierkant achter staan. Ze
relativeerde slechts zijn diepzinnigheid een beetje (of de mijne?) en daarna
spraken we nog uitgebreid over hoe complex de kwesties van context zijn.
Heel dat aspect van contextgevoelige aangelegenheden is
eigen aan het vakgebied van de lactatiekunde en zeer zeker ook aan dat van de
antropologie. Wat is gepast en wat niet? Wat kun je in redelijkheid zeggen en
wat niet? Wat kun je, omgekeerd, ongezegd laten en wat zeker niet? Wat is
ethisch verantwoord? Het zijn moeilijke vragen en ze zijn allemaal highly contextual. Dat maakt dat het
soms lastig is om te bepalen wat je zegt en welke informatie je geeft, want
niet altijd ken je de context zodanig goed dat je de reacties kunt inschatten.
En zelfs als je de context wél goed kent, is een mens soms een onvoorspelbaar
wezen en kan dat wat je beweert, bij de ander helemaal verkeerd vallen,
misschien omdat diegene op dat moment in een (sociale of emotionele of
financiële) context verkeert waarin jouw uitspraak onwelgevallige, pijnlijke of
confronterende informatie bevat. Dag aan dag staan we dus allemaal telkens
opnieuw voor de keuze waarover we spreken en waarover we zwijgen. Woorden
kunnen pijn doen, maar zwijgen kan evenzeer veel schade veroorzaken.
Wat kun je doen op dat punt, als ouder, als professional,
als wereldburger? Soms bijna niets, soms heel veel, soms nu nog niets, maar op
termijn heel veel als je maar blijft herhalen, soms voor de één niets als die
er nog niet aan toe is of zich aangevallen voelt, soms voor de ander heel veel
omdat die ervoor openstaat of wel wat bijval kan gebruiken… kortom: it’s highly contextual. Je kunt daarin enorm
de mist in gaan en dat is soms echt je eigen schuld: niet goed opgelet, te
onwetend, te impulsief. Je kunt ook veel commotie veroorzaken zonder dat de werkelijke
oorzaak bij jou ligt: pijnlijk punt geraakt, te direct, te dichtbij. Waar je
eigen onzorgvuldigheid of de gevoeligheid van de ander vandaan komt…? Ook dat
is bijna altijd highly contextual,
gebaseerd op je persoonlijke levensgeschiedenis en op de mate waarin je hebt gereflecteerd
op of je al dan niet hebt verzoend met de dingen die daarin moeilijk waren of
juist zo gemakkelijk gingen dat je je niet realiseert hoe lastig ze voor een
ander kunnen zijn.
En altijd is daar weer die vraag: hoe kunnen we onze
kinderen zo begeleiden naar volwassenheid dat ze een goed gevoel ontwikkelen
voor wanneer ze welke dingen kunnen zeggen, kunnen doen, kunnen bepleiten? Leef
je ze voor dat het beter is botsingen uit de weg te gaan, omdat die de sfeer
verpesten? Of leef je ze voor dat het belangrijk is om dingen aan de kaak te
stellen, omdat ze elders, in een andere context niet alleen de sfeer, maar het
alledaagse bestaan van mensen verpesten? Of leef je ze een middenweg tussen die
twee voor, dus soms het één en soms het ander? Van wie ‘pikken’ we waarschuwingen
over wat er wel en niet deugt in de wereld en van wie niet? Maakt het wat uit,
of Rutte of Obama of een moslim-activist het zegt? Kunnen we luisteren naar de
boodschap an sich, zonder die meteen
ten onrechte op onszelf te betrekken of juist ten onrechte verre van ons te
werpen? In die context bekeek ik het onderstaande filmpje, dat mijn man op
Youtube tegenkwam, nadat op 29 januari 2015 de NOS-studio was bezet door iemand
die mogelijk banden had met deze Anonymous-groep. Luister er maar eens naar:
Ik gruwel persoonlijk van de wraakzuchtige woorden die vanaf
3’17” worden gesproken, maar voor de rest zit er veel in de tekst waar je het
op goede gronden mee eens kunt zijn. Het is zonneklaar dat er censuur wordt
gepleegd bij nieuwsreportages en dat de highly
important context van de lokale omstandigheden niet wordt meegewogen, dat
geld om de banken en de economie te ‘redden’ out of thin air ineens beschikbaar is, maar dat geld voor
persoonsgebonden budgetten, goede kraamzorg, lactatiekundige zorg of
vluchtelingen niet gevonden kan worden, dat grootschalige migratie wordt
veroordeeld, maar dat het VOC-verleden wordt geroemd.
Het is een vreemde wereld, waarin we onze kinderen zien
opgroeien en waarin we ze liefst empathisch en blijmoedig in het leven zien
staan. Ik wens iedereen wijsheid bij het dag aan dag maken van keuzes en het
beschouwen van gebeurtenissen. En bedenk… it’s
all highly contextual!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten