In vrijwel alle culturen ter wereld neemt samen eten een
belangrijke plaats in in het sociale leven. Het is onderdeel van rituelen, van
inwijdingen, van memorabele momenten, van het welkom heten van gasten en nieuwe
leden van de leefgemeenschap.
Tegelijkertijd weten we dat eten ook een uitlaatklep voor
emoties kan zijn. Het zogenaamde ‘emotie-eten’ (eten om bepaalde onaangename
gevoelens de kop in te drukken) kan volledig uit de hand lopen en tot allerlei
ongezonde gevolgen leiden, zowel lichamelijk als geestelijk. En natuurlijk is
het ook vaak zo dat deze vorm van eten een ongezonde geestelijke toestand als
oorzaak heeft. Hoe zorgen we er nu voor dat eten van jongs af aan een gezond en
sociaal karakter heeft, dat kinderen zich niet overeten en niet ondervoeden?
Wel, het zal geen verbazing wekken als ik zeg dat
borstvoeding (dus voeden aan de borst) daarvoor de normale start is. De moeder
biedt voeding en de baby neemt wat ze nodig heeft en stopt als ze genoeg heeft
gehad. De baby weet dat ze weer mag drinken als de honger opduikt en dat er
genoeg voeding voor haar is. Ze hoeft niet te wachten tot de klok een bepaalde
tijd aangeeft, want mama is beschikbaar en weet dat de fysiologie van haar baby
geen lange wachttijden toestaat.
Naarmate de baby groter wordt, komt er, zo vanaf een half
jaar, ook vaste voeding op het menu. Deel uitmaken van de gezinsmomenten aan
tafel is tegen die tijd waarschijnlijk allang gewoonte geworden, want de meeste
baby’s willen graag aan de borst als de rest van het gezin gezellig zit te
eten. Die aangeboren neiging om prosociaal gedrag te vertonen zit in ieder
kind. Antisociaal gedrag dient immers de overleving niet, dus waarom zou een
kind de boel verstieren? En als iedereen lief voor je is en je je plekje in de
sociale kring gunt… waarom zou je dan rottig doen?
Wanneer we dit alles als uitgangspunt nemen, roept de folder
‘Gezellig samen eten’ (ondertitel: Genieten van het eten en genieten van
elkaar’) heel wat vraagtekens op.
Op pagina 02 lezen we: Samen
eten is het gezinsmoment bij uitstek. Genieten van het eten en genieten van
elkaar. Maar een kind aan tafel die niet wil eten of vervelend is, maakt het
een stuk minder gezellig.(…) Met deze folder leer je het jouw peuter of kleuter
ook, en breng je de goede sfeer aan tafel weer terug.
(De taalfout is niet van mij.)
De inleiding van de folder neemt, zo lijkt het, alvast een
voorschot op de verwachting dat je kind de stemming zal bederven. Het startpunt
van de folder is dus dat het niet gezellig is aan tafel. Is dat ‘positief’
opvoeden…?
Na een jaar beginnen
de meeste peuters met hun handen te eten en leren ze om een lepel vast te
houden.
Het gezonde advies is om een kind tot en met zes maanden
uitsluitend borstvoeding te geven en vanaf dan met vaste voeding te starten. De
methode die daarvoor optimaal de zintuigen van het kind prikkelt en het kind
regie geeft over zijn eigen voedingsgedrag, zonder dwang, is de Kleintjes-methode. De baby doet mee met de rest van het gezin, omdat ze van nature geneigd is de
anderen na te doen. Dat is natuurlijk gedrag, net als ademhalen en om zich heen
kijken. Wordt een kind daarvoor telkens geprezen (Prijs hem als hij het proeft.), dan ontstaat bij haar de indruk dat
ze iets heel bijzonders doet. Eten verliest daarmee een deel van het
ongedwongen karakter en dat is een hellend vlak.
Kinderen in de (fysieke en mentale) groei kunnen hun eigen
honger niet altijd helemaal goed inschatten en bovendien varieert die honger
nogal eens, afhankelijk van de geleverde inspanningen en opgedane ervaringen.
Pagina 03 zegt: Geef
je peuter niet meer dan hij op kan, en laat hem geen grote hoeveelheden melk of
vruchtensap drinken bij het eten. Even daarvoor is echter ook gesteld dat 20 tot 25 minuten lang genoeg [is] om zijn bord leeg te eten.
Dit maakt het wel wat lastig, want het veronderstelt dat jij
als ouder wel altijd weet hoeveel honger je kind heeft. Jij bent immers degene
die de hoeveelheid bepaalt en óók degene die zegt dat het bord leeg moet. We
kennen dat vast allemaal wel, dat je ergens te gast bent en dat je niet zelf
mag opscheppen, maar dat de gastheer of gastvrouw dat voor je doet. Hoe voelt
dat, als je een hoeveelheid voedsel krijgt toebedeeld die je niet op kunt,
gewoon omdat je normaal veel minder eet, of omdat je dit voedsel niet gewend
bent? Het voelt meestal niet zo fijn, want dat idee dat het bord leeg moet, is
er bij de meesten van ons stevig ingepeperd. Een klein beetje opscheppen en dan
nóg een keer mogen toetasten… dat voelt een heel stuk prettiger. (Vanuit
milieu-oogpunt is het een goed idee je bord niet halfvol te laten en de resten
dan weg te gooien, maar vanuit gezondheidsoogpunt is het géén goed idee om meer
te eten dan je nodig hebt, alleen maar omdat je bord leeg moet.)
Pagina 04: Prijs je
kind als het hem lukt om eten op zijn lepel te doen, en helemaal als hij er ook
nog in slaagt om het eten in zijn mond te krijgen. Ook hier geldt: oefening
baart kunst en hoe vaker je hem helpt, hoe eerder hij het leert.
Het prijzen lijkt een onmisbaar onderdeel van het leren
eten, zoals het ook in de andere folders een onmisbaar aspect lijkt. Het is een
misverstand te denken dat prijzen de intrinsieke motivatie stimuleert en het is
ook de vraag of het vele helpen het leerproces bevordert. Wat met name
belangrijk is bij leerprocessen, is de kans en de ruimte die je krijgt om te
oefenen en om hulp te vragen wanneer je die nodig hebt. Is het fijn om iets te
leren, als iedere handeling die je verricht, met een regen aan complimenten en
loftuitingen gepaard gaat…? Of voelen we ons dan vooral erg op de nek gezeten,
zeker als het om normale sociale dingen gaat?
Niet willen eten, eten
uitspugen of op de grond gooien, zeuren of jengelen, geef er geen aandacht aan
en eet zelf gewoon rustig door. Blijft hij doorgaan, blijf hem dan negeren en
wees erop voorbereid dat zijn gedrag erger wordt. Hij gaat op deze manier
gewoon extra zijn best doen om je aandacht te krijgen. Eventueel kun je zijn
eten weghalen. Stopt je peuter met zijn gedrag, geef hem dan zijn eten terug.
Gaat hij weer rustig eten, geef hem dan alle aandacht en prijs hem voor zijn
goede gedrag. Is de tijd voor de maaltijd voorbij, haal de borden dan van
tafel, ook al is je kind nog niet klaar.
Tsja… ik vrees dat ik in herhaling ga vallen met mijn
commentaar op deze alinea… Helaas wordt het op pagina 05 nog erger:
Gedraagt je kind zich
voorbeeldig? Proeft hij voedsel dat nieuw voor hem is, eet hij met zijn lepel,
blijft hij rustig zitten of eet hij zijn hele bord leeg? Prijs hem dan, lach
naar hem, aai hem over zijn bol, zeg hem wat hij zo goed doet en vertel hoe
trots je op hem bent.
Het kind moet, kortom, de liefde van de ouders verdienen
door het gewenste gedrag te vertonen; dat is ver verwijderd van
onvoorwaardelijk ouderschap.
Je kind dwingen om
iets te eten dat hij niet lust, is nergens voor nodig en zorgt er ook niet voor
dat hij het lekker gaat vinden. Niet doen, dus, net als in discussie gaan,
dreigen met straf en maar blijven proberen om hem over te halen.
Nu wordt dreigen met straf als een slecht idee voorgesteld,
maar er zijn al diverse maatregelen besproken die door een kind zeker als straf
worden ervaren (zoals negeren en eten weghalen).
Pagina 06: Geef je
kind een paar duidelijke regels tijdens het eten en neem ze met hem door. (…)
als hij zich aan de regels houdt, beloon hem dan en geef hem complimentjes. Ook
kun je hem extra belonen met een speciaal toetje wat hij lekker vindt of door
iets met hem te doen wat hij ontzettend leuk vindt. Zo stimuleer je het gedrag
dat je graag ziet.
Dit grote misverstand is zeer hardnekkig. Wat hier in feite
gebeurt, is dat er van het eten een machtsmiddel wordt gemaakt. Deze aanpak
leidt uiteindelijk alleen maar tot verliezers. Je kunt een kind immers niet
dwingen te eten, maar je kunt haar wel je liefde onthouden en zo je eigen macht
(van ouder en groter zijn ten opzichte van een alleszins afhankelijk mensje)
misbruiken.
Pagina 07/08:
Zijn jullie klaar met
eten? Ga dan even rustig zitten met je kind en vertel wat je goed of niet goed
vond gaan. Heeft je kleuter zich keurig aan de regels gehouden, geef hem dan de
beloning die je voor hem in petto had. Natuurlijk moet je geen beloning geven
als het niet goed ging, ook al vind je dat een beetje sneu. Neem rustig door
wat er niet goed ging, en zeg hem dat hij de volgende keer de beloning wel
krijgt als hij doet wat je zegt. Na verloop van tijd zijn de ‘nabesprekingen’
en de beloningen niet meer nodig. Je kleuter gaat, net zoals jij vroeger, goede
eetmanieren ontwikkelen en zich keurig aan de regels houden.
Wie of wat is hier nu ‘sneu’…? Dit is je reinste
traumatisering: van elke maaltijd een therapeutische sessie maken en zo het
sociale karakter van dat moment totaal verstoren. Zou je zelf na iedere
maaltijd zo geanalyseerd, bekritiseerd en gemanipuleerd willen worden? De
chantage-elementen erin, de problematisering van het eten, de intimidatie… het
mag een wonder heten als een kind dat aan een dergelijk beleid wordt
blootgesteld, géén eetproblemen ontwikkelt, nu of later. In mijn terminologie
mag dit absoluut geen ‘positief opvoeden’ heten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten