woensdag 5 februari 2014

Positief Opvoeden Drenthe, deel 5

En weer is er een folder aan de beurt in de serie ‘Positief Opvoeden Drenthe’; dit keer betreft het ‘Lief samen spelen’ met als ondertitel ‘Boosheid en ruzie bij kleuters’.
Om eerlijk te zijn word ik al helemaal kriegel van alleen al de titel. Wat als hier zou staan ‘Lief samen werken’ (voor een folder op kantoor) of ‘Lief samen praten’ (voor een folder over vriendschap)? Zou je je als lezer serieus genomen voelen? En gaat het bij het spelen om wat de kinderen eraan beleven (sociaal en creatief) of om hoe de volwassenen ernaar kijken?
De inleiding zet meteen de toon: Ruzie hoort bij het leven. Ruzies oplossen ook. Dat moeten we allemaal leren, van kinds af aan. Daarom moet je al vroeg beginnen om je kleuter dit bij te brengen, want uit zichzelf kan hij dat niet. Hij heeft je daar echt bij nodig anders bestaat de kans dat hij iemand gaat slaan en pijn doet. Maar troost je, meestal blijft het bij ruzie en boosheid beperkt tot schelden, duwen en trekken, ruw met elkaar omgaan, niet willen delen, gillen of schreeuwen. Je moet dan altijd direct ingrijpen om het niet uit de hand te laten lopen. In deze folder lees je hoe je dat het beste kunt doen en ervoor kunt zorgen dat ze lief samen spelen.

Deze inleiding zit vol met aannames waarover je een boom zou kunnen opzetten.
Moet je je kleuter actief bijbrengen hoe je ruzies oplost of kan ze dat van jou afkijken, zoals zo veel dingen in het leven? Zal slaan en de ander pijn doen inderdaad hetgeen zijn waar je kleuter snel naar grijpt? Loopt het altijd uit de hand, als je niet meteen ingrijpt? Is ‘lief samen spelen’ een doel op zichzelf?
Daar lijkt het wel op, want op pagina 03 is de eerste kop: Hoe laat je ze lief samen spelen?
Volgens de folder is het ‘prijzen’ van de suggesties van de kinderen zelf daarbij een goed hulpmiddel. Ook leren delen wordt van harte aangemoedigd, al valt daarop nog wel wat af te dingen, zoals dit artikel in Kiind laat zien.

Onderaan de pagina: Zie je dat je kinderen lief met elkaar spelen, samen aan iets bouwen of samen iets delen? Zeg dan wat je zo fijn vindt en geef ze complimentjes. Ook kun je ze ervoor belonen met iets wat ze fijn, lekker of leuk vinden.
Begrijp ik nu goed dat hier wordt voorgesteld om te trachten normaal sociaal gedrag met omkoopmethoden te bekrachtigen…? Onze kinderen leerden van mij al heel jong wat chantage is: “Als jij dit… dan doe ik dat.” Eerst leerde ik ze hoe dit principe werkt en later paste ik het soms toe, om te zien of ze het herkenden. Dat deden ze, feilloos. Ze gingen vaak helemaal niet in op wat ik zei; ze zeiden alleen maar: “Chantage” en gingen onverstoord door met waar ze mee bezig waren. Ik ben blij dat ze zo jong al doorhadden hoe omkoping eruit ziet, want ze zullen nu niet snel slachtoffer worden van mensen die hen op die manier voor het eigen karretje proberen te spannen of die manipulatief zijn ingesteld.
Overigens vroeg ik natuurlijk heus wel geregeld: “Gaat het goed?”, “Lukt het?” of ik zei: “Sjonge, wat wordt dat mooi, zeg!” of “Wat een gezellige boel is het hier!” en daar kwamen dan natuurlijk uiteenlopende reacties op, inhóudelijke reacties, geen defensieve of agressieve.

Bij de tips op pagina 04 lezen we onder andere:
Geef je kind veel complimentjes als hij lief met anderen speelt.
Reageer altijd direct op ruzie en boosheid en wees altijd consequent in je reactie en de eventuele straf die je erop laat volgen als hij niet luistert.
Reageert hij goed op straf of op een pauze, laat hem dan weer doen waar hij mee bezig was zodat hij kan bewijzen dat hij je begrepen heeft.

Complimentjes? Altijd consequent? Straf? Luisteren? Bewijzen?
Ik proef in dit alles heel veel machtsvertoon, zeker ook in combinatie met de eerste alinea op pagina 05: Zeg luid en duidelijk waarmee ze moeten ophouden en vertel ze wat ze in plaats daarvan wel moeten doen. Geef ze complimenten als ze goed naar je luisteren en doen wat er gezegd wordt. Luistert je kind niet, kies dan voor een consequentie die bij de situatie past en leg uit wat je doet en waarom je dat doet. Blijven ze ruzie maken wie er op de schommel mag, zeg dan dat ze allebei niet op de schommel mogen. Laat dit gerust een kwartiertje duren en kijk dan of ze samen wel lief om de beurt op de schommel kunnen. Zo leren ze hoe het wel moet. Laten ze dit inderdaad ook zien, geef ze dan weer complimentjes. Gaat het niet goed, pas dan de consequentie weer toe, desnoods laat je dat de rest van de dag duren.

In de volgende alinea wordt een ‘pauze’ (lees: time-out) bepleit, die ertoe zou dienen het kind ‘te laten inzien dat hij fout is’, maar is dat wat er gebeurt, als een kind wordt weggetrokken uit de setting waarin ze bezig was…? Of ontstaat er ergernis of wrok over de maatregel, of schaamte over de vernedering die ze ervaart? Onder stress en dus onder invloed van cortisol kan een mens niet leren; daarvoor is een oxytocinerijke gemoedstoestand nodig, een omgeving waarin je je veilig voelt. Straf en machtsgebruik, met afzondering en genegeerd worden tot gevolg, helpen daar meestal niet bij. Dit artikel (in het Engels, met dank aan collega Linda Rikkers) stipt belangrijke nadelige effecten aan van straffen.

De folder eindigt op pagina 06 met: (…) zet hem eventjes apart in een andere ruimte. Laat hem weer binnen als hij 1 of 2 minuten rustig en stil is geweest en ga niet in op boosheid, protesteren, gehuil of gejengel. Het is lastig om dit steeds door te voeren, maar de ervaring leert dat je inzet loont. En reageert hij goed, laat hem dan weer doen waar hij mee bezig was zodat hij kan bewijzen dat hij je begrepen heeft. Gaat dat goed? Prijs hem dan en zeg hoe lief je hem vindt.
Dus wanneer je kind zich overeenkomstig jouw wil gedraagt, kan hij weer op je liefde rekenen…? Is dat ook hoe we met onze partners en onze vrienden omgaan? Jouw wil is consequent wet en als ze daaraan gehoorzamen, dan zeg je weer hoe lief je ze vindt…? Het is een triest geheel.

En de vraag is natuurlijk: hélpt deze methode werkelijk, en helpt ze beter dan een andere aanpak?
Een citaat uit de Leeuwarder Courant van 1 februari 2013 (met dank aan Gabriëlle Jurriaans):

Opvoedhulp is blijvertje, ondanks kritiek op methode

Bewijs dat het kinderen helpt ontbreekt
LEEUWARDEN - Friese ouders krijgen nog zeker drie jaar 'Positief opvoeden' aangeboden als ruggensteun. Maar het is onduidelijk of hun kinderen baat hebben bij de methode.
De aanpak van Triple P, de afkorting voor Positive Parenting Program, maakt vanuit Australië een wereldwijde opmars.
De introductie in Friesland was provinciale staten een slordige EUR800.000 waard. Als ouders gewapend worden met omgangsfoefjes en wat meer zelfvertrouwen krijgen, zou dat meer tevreden en gezeglijke kinderen kunnen opleveren. Plus een kleinere kans dat het kroost vroeg of laat ontspoort.
(…)
Triple P heet een bewezen techniek van effectieve ouderhulp te zijn, maar die typering ligt toenemend onder vuur. Schotse onderzoekers hielden vorig jaar 33 Engelstalige effectstudies tegen het licht, die positief tot zeer positief rapporteerden over het effect op de kinderen van ouders die aan Triple P waren blootgesteld.
De uitslag is schokkend. Op een na alle effectstudies blijken uit de koker te komen van auteurs of coauteurs, die zelf zakelijke of organisatorische banden hebben met het commerciële bedrijfTriple P International. In bijna alle gevallen bleef deze omstandigheid, die subjectieve omgang met data in de hand kan werken, in de publicaties onvermeld.
De Schotse meta-analyse trekt in twijfel of kinderen wel aanwijsbaar baat hebben bij Triple P. De Groninger hoogleraar psychologie Jim Coyne gaat nog een stap verder. Hij vindt dat Triple Pde ,,extravagante claim van bewezen succes'' voor een groot deel stoelt op veel te kleine steekproeven.
Zulke onderzoekjes onder vaak nog geen twintig ouders vallen stuk voor stuk positief voor de methode uit. Coyne: ,,Statistisch kan dat gewoon niet waar zijn.''
De hoogleraar vermoedt dat er wordt gerommeld met de resultaten door achteraf hypotheses te verzinnen of door selectief te publiceren en te winkelen in verkregen data. In een branche waar zo veel publiek geld omgaat, vindt Coyne dat onverantwoord.
Aan de inleiders op het Friese symposium was de kritiek donderdag niet besteed. ,,Triple P heeft de kritiek inmiddels rechtgezet'', aldus Geraldien Blokland, die de methode in de Nederlandse opvoedingsmarkt heeft gezet. (…)

En dit valt onder de veel gebruikte (of zal ik zeggen ‘misbruikte’) term ‘evidence based medicine’? Hoeveel waarde moeten we nog hechten aan dat uitgangspunt, als het op deze manier wordt ingezet?

Nee, het was niet altijd rozengeur en maneschijn bij ons thuis, toen onze vier kinderen klein waren.
Heb ik sommige van de bovenbeschreven methoden wel eens toegepast? Ja, dat heb ik. Sta ik daar nog steeds achter…? Nou, nee, niet onverdeeld achter alles. Ik herinner me situaties waarvan ik nu denk: “Had ik toen maar geweten wat ik nu weet en had ik toen maar meer geduld gehad, meer zicht op wat de kinderen en mij bewoog, zodat ik voor ons allemaal meer begrip had kunnen opbrengen.” Volgens mij is dat wat we ‘voortschrijdend inzicht’ noemen. Ik heb daarom ook geen behoefte om tegen de kinderen te zeggen: “Zus en zo was prima, want jullie zijn er toch ook niet minder van geworden?” Als we richting onze kinderen dan al ergens consequent in moeten zijn, dan lijkt mij ‘zelfreflectie’ een goede kandidaat. “Zeg, kind, ik heb er nog eens over nagedacht en bij nader inzien…” Volgens mij kun je dan als gezin en als mens heel ‘lief samen-leven’!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten