Het blijft een ingewikkelde kwestie, een grondige herziening
van het paradigma ‘werk’ en de totale wereld van associaties die ermee is
verbonden. Ik denk dan vooral ook aan de associaties met de term ‘niet werken’.
Onlangs had ik op twitter weer een boeiende uitwisseling van
gedachten erover. De aanleiding was deze afbeelding en de opmerking: ‘Hier kan ik dus echt pissig van worden.’
Iemand reageerde met: ‘ik ook. Ga werken voor je geld.’
Er volgde een heen en weer over waar de verantwoordelijkheid
van de vader ligt en of je desondanks niet gewoon kunt ‘werken’, of vader nu
wel of niet betaalt.
Iemand veronderstelde dat deze vrouw om het gemak in de
bijstand zat; een ander zag het probleem met name in het ‘helemaal te stoppen
met werken om de kinderen’.
Dat lokte de reactie uit:
t Verbaast me elke
keer weer hoe ondergewaardeerd t zorgen voor kinderen is.
Daar kon ik me in vinden en ik sloot erbij aan met de onderstaande opmerking, waaruit de erop volgende discussie voortvloeide (die met de ‘M’ ervoor zijn mijn bijdragen):
M: Wie geen betaalde baan heeft, werkt ook! Watch Your Language
Watch Your Language, really??
M: Yep! ;-) Wat is je definitie van het woord ‘werken’?
(met vervolgens drie links:
In deze discussie is de definitie: in je eigen onderhoud voorzien
M: Voorzien ambtenaren in hun eigen onderhoud? Salaris = overheidsgeld!
M: Voorzien niet-zorgende partners in eigen onderhoud? Brengen slechts € in!
Wacht, je bedoelt ouder die niks doet in huis want partner doet alles.
Ambtenaren doen iets waar iedereen profijt van heeft (meestal)
Je kunt niet individuele keuze afwentelen op maatschappij die daar geen zeggenschap in heeft gehad.
M: Ha, ik heb ook geen zeggenschap gehad over het bankiersgedrag! ;-)
Zo kun je bezig blijven natuurlijk. Feit blijft dat kinderen krijgen een persoonlijke keuze is. En wat mij betreft ben je dan in eerste instantie zélf verantwoordelijk voor die keuze.Volgens mij geef je kinderen in kwestie daar ook nog goed voorbeeld mee‘omdat mama en papa elkaar niet meer lief vinden wil mama nu leven van… … gemeenschapsgeld’ is geen boodschap die ik mijn kids zou willen geven
M: Van veilig gehechte, stressloze kinders heeft de maatschappij hééél veel profijt!
Dat kan ook heel goed zonder overheidsgeld!
M: Zeker, zonder meer, maar ook zonder beloning is die zorg
nog wel werk.
M: Van veilig gehechte, stressloze kinders heeft de maatschappij hééél veel profijt!
Dat staat los van moeder die wel/niet werkt.
M: Ik distantieer mij van dit gebruik van het woord ‘werk’!
:-)
Zeg je nu dat werkende moeders onveilig gehechte kinderen hebben?
M: I rest my case; twitter biedt te weinig ruimte voor nuance in dezen! ;)
De discussie was niet of het werk is, maar wie het moet betalen.
Toch bijzonder dat werkend blijkbaar gelijk staat aan niet-zorgend.
Voor mij niet hoor!
M: Voor mij ook niet, maar zorgend heet meestal wél niet-werkend..! :-o
Ik heb eens wat rondgeneusd op diverse websites en vooral op
die van de Belastingdienst, waar bedragen over toeslagen voor kinderopvang
worden genoemd. Zo lees ik daar dat je voor maximaal 230 uur per maand toeslag kunt krijgen
en dat het uurtarief daarvoor maximaal € 6,70 is. Een klein sommetje brengt mij
dan op € 1.541,00. Gaan we uit van het laagste maximum uurtarief voor
buitenschoolse opvang door een gastouder (€ 5,37), dan komen we uit op € 1.235,10,
nog altijd een aardig bedrag en dat is dus niet voor de hele week, inclusief de
nachten en de weekends, maar voor maximaal 230 uur in de maand?
Kloppen deze bedragen echt? Ik sta er versteld van… wat een
geld! Er moet wel iets mis zijn met mijn berekening… Ik houd me aanbevolen voor
een correctie, als die nodig is!
Ook deze pagina biedt allerlei informatie, al zijn de meeste berichten alweer een paar jaar oud en is er juist het
afgelopen jaar veel veranderd. Dat neemt niet weg dat duidelijk is dat de
overheid miljarden steekt in de subsidiëring van kinderopvang. Verder worden er
maatschappijbreed discussies gevoerd over de kwaliteit daarvan, want de zorg voor
kinderen… daar moet je niet te lichtzinnig over denken, niet waar? Vraag Marianne Riksen-Walraven maar.
Binnen het Nederlandse belastingstelsel is dus een heel
systeem opgetuigd om subsidie uit te keren aan ouders die gebruik maken van
kinderopvang. Zoals bij alle overheidsuitgaven, wordt ook deze subsidie
gefinancierd door de belastingbetalende burger.
De ouders die de formulieren netjes invullen, hebben ‘recht’
op deze subsidie omdat ze ‘werken’. De mensen die in de sector actief zijn
(leidsters, leidinggevenden, opleiders) krijgen allemaal een salaris omdat ze
‘werken’. Ziet nu werkelijk niemand dat het krom is (of op z’n minst een
kwestie van met twee maten meten) om te zeggen dat al díe mensen werken, maar dat
degenen die thuis voor hun eigen kinderen die goede zorg verlenen,
‘niet-werkenden’ zijn? En wordt er stilgestaan bij het feit dat het vaak die
‘niet-werkenden’ zijn, die naast hun taak thuis allerlei vrijwilligersWERK doen
op de school waar die andere ouders niet kunnen zijn omdat ze ‘werken’ of op de
sportvereniging, waar die andere ouders niet zijn omdat ze ‘werken’?
De opvang door (groot)ouders is inmiddels sterk aan banden
gelegd, want dat leidde tot ‘misbruik’ van de subsidies en tot torenhoge rekeningen
voor de overheid aangaande de kinderopvang. In het algemeen wordt de hoogte van
het salaris, de beloning voor het geleverde werk, gezien als een maatstaf voor
de kwaliteit ervan, of voor de mate van complexiteit. Wat moeten we hieruit
begrijpen… dat de zorg door grootouders kwalitatief minder is dan die door de
voor het kind onbekende opvangprofessionals? Of moeten we eruit afleiden dat de
zorg door/voor grootouders simpeler is dan door/voor gediplomeerde leid(st)ers
en dat ze er dus niet zo veel voor hoeven te krijgen? Het diploma van de
‘broekies’ is meer waard dan de wijsheid en het geduld en de betrokkenheid en
de liefde van de grootouders voor hun kleinkinderen (en daarmee inherent ook
weer voor hun kinderen)? Hoe praten we dit alles sociaal en pedagogisch recht,
terwijl het zo krom is als wat? Waarom heet het één ‘werk’ en het ander niet?
Nog een leuk bericht over de waarde van dat vrijwilligerswerk in het bruto binnenlands product:
Vergelijking
Het aandeel van vrijwilligerswerk aan het Nederlands bbp (4,7% - € 26,6 miljard) is bijvoorbeeld groter dan de aardgasbaten (3% - € 17 miljard) en vergelijkbaar met het aandeel van de bouwsector in het bbp (4,8% - € 27,2 miljard). Het bbp is de waarde van alle goederen en diensten die in een bepaald jaar in een bepaald land worden geproduceerd en geldt als een welvaartsmeter.
Het aandeel van vrijwilligerswerk aan het Nederlands bbp (4,7% - € 26,6 miljard) is bijvoorbeeld groter dan de aardgasbaten (3% - € 17 miljard) en vergelijkbaar met het aandeel van de bouwsector in het bbp (4,8% - € 27,2 miljard). Het bbp is de waarde van alle goederen en diensten die in een bepaald jaar in een bepaald land worden geproduceerd en geldt als een welvaartsmeter.
De hele scheiding van wat ‘werken’ en ‘niet werken’ wordt
genoemd, is voor een belangrijk deel ontstaan door de industriële revolutie,
toen meer en meer mensen zich naar een specifieke, industriële werkplek begaven
en zo in een setting terechtkwamen waar ze hun sterk gespecialiseerde taken
niet meer konden combineren met hun taken thuis. Het werk thuis raakte
gescheiden van het werk elders en langzaam maar zeker heette dat werk thuis
ineens geen ‘werk’ meer.
De neiging om niet-betaalde arbeid te scharen onder de kop
‘geen werk’, getuigt van een sterk kapitalistische manier van denken, eentje
die de zaken indeelt op basis van geld en de voor niet-verwanten geleverde
inzet en/of prestatie.
Immers… als jij voor mijn kinderen of mijn huishouden zorgt
en ik voor die van jou… dan hebben wij allebei werk. Zorg jij voor die van jou
en ik voor die van mij… dan ‘werken’ wij allebei ‘niet’. Verblijf ik overdag in
een opvangcentrum en verdeel ik mijn aandacht over vier of vijf kinderen die in
essentie mijn volle aandacht en mijn lijfelijke aanwezigheid nodig hebben, dan
‘werk ik in de kinderopvang’. Ben ik overdag thuis en bied ik mijn eigen
kinderen de zorg die ze nodig hebben in hun vertrouwde omgeving, waarbij ik
samen met hen de was kan doen of het eten kan voorbereiden (of de administratie
kan doen terwijl ze met hun buurkindertjes spelen), dan ‘werk ik niet’ en ‘teer
ik op de zak van mijn partner’. Die partner doet overigens geen boodschappen en
stofzuigt niet, want hij moet een bijdrage leveren aan de economie door
minstens 40 uur te werken en niet moeilijk te doen over overwerk. Als ik
probeer om, samen met mijn buren, de ‘village’ te creëren die nodig is ‘to
raise a child’, waarin we van elkaar leren en elkaars lastige momenten en
elkaars kinderen helpen opvangen, dan werk ik nog steeds niet. Dan ‘zit’ ik
thuis ‘op de bank’.
De ‘rat race’ die de westerse samenleving vaak is en die
iedereen op hol jaagt (met alle mogelijke pathologie als gevolg) wordt
enerzijds geregeld bekritiseerd, maar anderzijds volledig in stand gehouden
door de visie op het hele begrip ‘werk’. Het leven lijkt pas nuttig wanneer er
betaald werk wordt verricht. Zonder dat ben je (waarschijnlijk) een luie profiteur. En terwijl we zien hoe de aarde zucht onder de
belasting van overmatige consumptie, drijft de premier ons verder voort door
aan te moedigen tot meer en meer en meer consumptie.
Na de Tweede Wereldoorlog moest er veel worden opgebouwd wat
vernield was geraakt. Die opbouw creëerde welvaart; een stevig huis dat goed
verwarmd kan worden, creëerde bovendien welzijn. Hoe zit het nu met dat
welzijn… kunnen we onder stressvolle omstandigheden nog omlummelen en zo
creativiteit en geduld stimuleren? Worden onze kinderen er gelukkig van als hun
beide ouders altijd op tijd staan omdat iedereen bij voortduring tijdschema’s
moet halen? En als zij er niet gelukkig van worden… wat is dan eigenlijk het
toekomstperspectief van zo’n maatschappijvorm?
Het is geen probleem als grootouder op hun kleinkinderen passen, en ook kunnen ze daarvoor een salaris/vergoeding krijgen. Alleen als ouders aanspraak willen maken op kinderopvangtoeslag over de uren dat oma of opa oppast, dan moeten de grootouders aan dezelfde eisen voldoen als een gastouder.
BeantwoordenVerwijderenDankjewel, Elsbeth, voor je toelichting! En betekent dat dan dat ze een opleiding moeten volgen of procedures moeten doorlopen die veel geld kosten...? Ergens is het toch wel vreemd... zouden gastouders niet juist moeten kunnen voldoen aan wat (groot)ouders kunnen bieden in plaats van andersom? ;o)
BeantwoordenVerwijderen