Het is december. Behalve een tijd van bezinning is dat voor
mij ook altijd een tijd om door alle papierstapels heen te lopen. Wat moet er
nog worden afgewerkt en wat kan worden weggegooid, zodat ik in januari met een
schone lei kan beginnen?
Al opruimende kwam ik promotiemateriaal tegen van een
fabrikant van kolven, flessen en spenen. Dat spul is mij een aantal maanden
geleden al toegezonden, zonder dat ik daarom had gevraagd. Al een paar keer
stond ik ermee in de hand om het af te voeren naar de container, maar het zinde
me ergens niet om er helemaal niets mee te doen. Ik heb er namelijk de pest
over in, dat ik zulke zaken krijg toegestuurd, want ze laten me weer zien dat
men het in het algemeen niet zo nauw neemt met de WHO-code en met het belang
van borstvoeding. Dat ergert me en bovendien geeft het me een machteloos
gevoel, omdat ik me ervan bewust ben dat ik er als kleine praktijk weinig tegen
kan doen. Toch waag ik daartoe weer een poging middels dit blog en ook nu weer
laat ik aan de hand van citaten zien waar het naar mijn mening mis gaat. Ik pak
de meest storende zaken eruit.
De folder over de kolf:
Borstvoeding = beter
Borstvoeding is de
beste start voor je baby. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die borstvoeding
krijgen minder vaak ziek zijn dan kinderen die geen borstvoeding hebben gehad.
(…) Terwijl borstvoeding juist in het eerste halfjaar zo belangrijk is voor de
ontwikkeling van je kind.
Wie mij een beetje volgt, weet natuurlijk al waarop ik blijf
haken: kunstmatige zuigelingenvoeding is in deze tekst weer de norm waartegen
borstvoeding wordt afgezet. Borstvoeding is beter, borstvoeding geeft minder
ziekte… dat is de omgekeerde wereld! Borstvoeding is normaal, is wat
zoogdierjongen nodig hebben. Daarmee vergeleken is kunstmatige
zuigelingenvoeding *slechter* en geeft het *meer* ziekte. De misleiding van
ouders blijft maar voortbestaan: ze krijgen voorgeschoteld dat borstvoeding een
extraatje biedt, niet dat het kunstmatige alternatief risico’s oplevert.
En dan dat eerste halfjaar… daarmee wordt indirect gezegd
dat het daarna niet meer zo belangrijk is. Weten de opstellers van die tekst
niet dat in dat tweede halfjaar bepaalde immunologische waarden juist omhóóg
gaan, omdat de baby in die levensfase meer mobiel wordt en met meer
ziekteverwekkers in aanraking komt? Of weten ze dat dondersgoed en laten ze het
bewust weg?
Vermeldenswaard is trouwens dat er heel wat negatieve
ervaringen met deze kolf in omloop zijn. Een collega vertelde over een moeder
die bijna geen opbrengst meer had met deze kolf. Ze vroeg tot drie keer toe een
nieuw exemplaar en uiteindelijk vroeg ze haar geld terug. De kolf die ze daarna
koos, leverde een vier à vijf keer zo hoge opbrengst bij het kolven.
Over de kolf:
Na afloop van het
kolven kan je de afgekolfde melk (…) direct aan je baby geven door de
flessenspeen op de (…)fles te draaien.
Direct aan je baby geven…? Als je baby en jij bij elkaar
zijn… waarom zou je dan kolven?
De voorkant van het boekje waarin allerlei producten worden
aangeprezen, laat een lachende baby zien met een speen in de mond. Een speen is
om uiteenlopende redenen niet zo’n goed idee, maar met zo’n foto wordt weer
benadrukt dat het beeld van een baby-met-speen heel normaal is, een soort
ondeelbare eenheid. Op de eerste pagina binnenin, als inleiding van de
directeur:
(naam bedrijf) bewijst
dat zorgen voor en genieten van opgroeiende kinderen gecombineerd kan worden.
Zo, wel, nou dan… dus we hebben bedrijf X nodig om te laten
zien dat het zorgen voor onze kinderen niet een constant drama is waarvan je
niet kunt genieten…? Wat voor droevige visie ligt hieronder?
Pagina 5:
Deze slimme fles is
vanaf de geboorte te gebruiken en ideaal in combinatie met borstvoeding.
Even voor de duidelijkheid… wie *borstvoeding* geeft,
gebruikt *geen* fles. Wie moedermelk geeft, heeft misschien een fles nodig,
maar ook niet per se. En áls je dan al een fles gebruikt, dan is dat natuurlijk
niet ‘ideaal’, want je baby is gebaat bij drinken aan de borst, om
immunologische, anatomische en hormonale redenen die deze schrijvers onbekend
of onwelgevallig zijn.
Pagina 7:
Flessenspeen met
zachte afwerking die aanvoelt als de moederborst en zorgt voor meer zuiggrip
Dit is apert in strijd met de WHO-code, die voorschrijft dat
producten die vallen onder de scope (en flessen en spenen horen daarbij) niet
geïdealiseerd mogen worden en niet als net zo goed of beter dan de borst mogen
worden gepresenteerd.
Pagina 11:
De brede flessenspeen
is een extra brede flessenspeen die lijkt op de moederborst.
Dames, leg je borst ernaast en maak een afspraak met de
plastisch chirurg, want ik denk dat je borst sterk afwijkt van deze speen ‘die
lijkt op de moederborst’. Kortom: misleiding.
Door het boekje heen wordt een aantal keren opgemerkt dat
alle producten en informatie tot stand zijn gekomen met hulp van
lactatiekundigen. Ik kom er zo één-twee-drie niet achter welke dat zijn, maar
die horen zich aan de WHO-code te houden, zoals alle IBCLC’s. Hoe kan dit
gebeuren en hoe kan hun input voortduren?
Pagina 16:
Veel baby’s hebben een
sterke zuigbehoefte. Vaak steken ze hun eigen duim of vingers in hun mondje om
op te sabbelen. Duimzuigen heeft als nadeel dat het een slechte invloed heeft
op de vorm van de mond en de ontwikkeling van het gebit. Daarnaast is het
makkelijker om een kind het zuigen op een fopspeen af te leren. Tips hiervoor
zijn te vinden in het Stoppen met Foppen Boek.
Dat is fraai, zeg: eerst de kinderen aan de speen helpen,
met het verhaal dat dat beter is dan duimzuigen (alsof een speen geen schade
aan de orale anatomie veroorzaakt…!) en vervolgens een boek proberen te
verkopen om het kind weer van het speengebruik af te helpen! En waar blijft de
wérkelijk onschadelijke methode om de zuigbehoefte te bevredigen, namelijk zuigen
aan de borst?
Bij het plaatje van de speen:
Stimuleert de juiste
ontwikkeling van de kaak- en mondvorm
Euhm… zie boven.
Na zeven bladzijden over spenen volgt informatie over
antilekbekers.
Over de informatie heb ik niet zo veel te melden. Zelf ben
ik echter geen voorstander van dit soort bekers. Een kind leert daardoor niet
hoe de zwaartekracht inwerkt op vloeistoffen. Dat ze uit een beker of een kopje
op je kleren en op de grond stromen als je niet goed oplet, dat is een
waardevolle ontdekking. Als je een kind een gewone beker aanbiedt op een
leeftijd waarop het eraan toe is, kun je samen dat leerproces doorlopen. Wil je
voorkomen dat het aldoor overal een puinhoop is, dan moet je als verzorger
inderdaad goed opletten en… dus ook aanwezig zijn. Is dat de reden dat de antilekbekers
zo in trek zijn geraakt, omdat aan die voorwaarde lang niet altijd wordt
voldaan?
Op pagina 28 worden lepels vertoond. Er wordt een kindje
gevoerd dat overduidelijk nog geen halfjaar oud is, dus ook hier gaat weer het
één en ander mis met de aanbevelingen die zeggen dat een kind het beste een
halfjaar lang niets anders krijgt dan borstvoeding.
En aan het einde op pagina 33 een verhaaltje over het
‘Stoppen met Foppen boek’, onder de header ‘Coaching & Guiding’:
Samen met medische
experts ontwikkelde (naam bedrijf) een aantal boeken om ouders te ondersteunen
bij mijlpalen in het leven van een kind.
Het populaire Stoppen
meet Foppen boek bestaat uit een 15-daags stappenplan waarbij kinderen op
spelenderwijs worden voorbereid op het afscheid nemen van de vertrouwde speen.
Op de laatste dag van het stappenplan wordt het kind gevraagd de fopspeen op te
sturen naar Soe Soe de fopspenenfee.
Mijlpalen in het leven van een kind… ik heb daarbij een
andere voorstelling, maar dat kan natuurlijk aan mij liggen.
En dan tot slot de brief om nog meer aandacht voor de kolf
te vragen; die opent als volgt:
“Ik lijk wel een melk
koe!”
Professionals op het
gebied van borstvoeding zullen deze uitspraak vaker gehoord hebben. Dit zou
toch niet het beeld moeten zijn dat vrouwen hebben als ze aan kolven denken?
(…)
Ons doel: Moeders de
kans geven om zo lang mogelijk zonder obstakels borstvoeding te geven.
Weg met het melk koe
effect!
(…)
Als professional wil
je de cliënt toch niet onthouden van de moderne mogelijkheden op het gebied van
kolven. In samenwerking met een professioneel team waaronder 2 Lactatiekundigen
hebben wij in 5 jaar tijd de (…) mama vriendelijke borstkolf ontwikkeld.
Nog afgezien van de diverse taalfouten in deze tekst… is het
niet om droevig van te worden?
Is dit de manier waarop ik mij als professional wil laten
aanspreken door een bedrijf dat niet borstvoeding, maar moedermelkvoeding wil
stimuleren?
Ik lees op de laatste pagina van de brief dat ik mij kan
laten trainen door dit bedrijf. Ik zal, onder toezending van de link naar dit
blog, laten weten dat ik daarvoor geen belangstelling heb. De folders en het
mapje met een geluidsopname van de werkende kolf kunnen nu wel weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten