En opnieuw was de zaterdag gevuld met
borstvoedingsactiviteiten! In het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen vond voor de
zevende keer alweer de Kraammarkt plaats.
Er waren heel wat standhouders en gedurende de dag wandelden er ook heel wat
bezoekers langs de kraampjes.
Net als in een voorgaand jaar stond ik naast collega Ingrid
Nijwening van CloseTogether. Zij heeft
de hele dag door altijd veel bekijks met al haar draagdoeken en levensechte
poppen en hoewel ze dit keer haar tweeling niet meer bij zich had, bleven er
evengoed veel mensen hangen bij haar demonstraties voor het knopen en ombinden van
de diverse dragers. Een week eerder op de OudersNatuurlijk-beurs
in Doorwerth leek de behoefte aan knoopdemonstraties minder te zijn… daar liep
vrijwel iedereen al met de baby in de doek! Prachtig, al die overvloed aan
gedragen baby’s en al die ouders die zich blijkbaar de techniek al helemaal
eigen hadden gemaakt.
Afgelopen zaterdag in Assen stond er op een goed moment een
vader voor mijn neus met een babymeisje met heldere kijkertjes. Ik keek hem
aan, want hij kwam me zo bekend voor. Ik zei: “Hé, wacht, had ik jullie vorig
jaar niet bij mij aan de kraam en was je vrouw toen niet zwanger?” “Jazeker”,
was zijn enthousiaste reactie, “dat klopt!” en hij vestigde trots de aandacht
op zijn mooie dochter. “Tien maanden is ze nu en ze krijgt nog steeds
borstvoeding, want we hebben enorm veel gehad aan alles wat je ons hebt
verteld!” Zo leuk, dat soort ontmoetingen, en even later volgde er nóg een,
want ik trof een ouderpaar met dochter van anderhalf, net van de borst af, en
moeder weer met dikke buik. Ik was er in de beginperiode op consult geweest en
blijkbaar had ook dat bijgedragen aan een naar wens verlopen
borstvoedingsperiode. We spraken nog wat over de mogelijkheid van tandemvoeden,
want moeder had nog maar een paar weken zwangerschap voor de boeg en het
peutertje was pas onlangs gestopt met drinken. Het leek ze een boeiende
gedachte, twee kindertjes aan de borst, en ze zeiden misschien nog wel even te
kijken hoe het oudste meisje op de overvloed aan melk na de bevalling zou
reageren.
Ook gisteren en vandaag heb ik denk ik het nodige aan
informatie en ondersteuning kunnen bieden in de twee consulten die ik deed en
waarbij ik bij beide kindertjes een korte tongriem vaststelde. Ik belde van
schrik nog een collega: “Ken je dat gevoel, dat je denkt dat je alleen nog maar
te korte tongriempjes ziet?!” Ze begon hartelijk te lachen: “Ja, ik denk ook
vaak dat ik overdiagnosticeer, maar dat is toch niet zo. Ik weet waarop ik moet
letten en die moeders komen immers ook niet voor niks bij ons!” Dat is
natuurlijk helemaal waar en het kindje dat ik zondagmiddag zag, is vandaag,
maandag, al geknipt. De ouders zien nu al veel meer beweeglijkheid van de tong,
maar het mannetje moet natuurlijk nog wel even in de gaten krijgen wat hij nu
wél kan met zijn tong wat tot en met zondag nog onmogelijk was. Hopelijk
doorlopen ze samen probleemloos het leerproces, zodat ook zij van een lange
borstvoedingsperiode kunnen genieten.
En vanochtend had ik een jonge, bijna afgestudeerde antropologe
op consult met haar zoontje van een maand oud. Eigenlijk ging alles behoorlijk
goed, maar moeder zag toch wat aanknopingspunten voor verbetering. Fantastisch,
zo’n moeder die voelt dat het niet optimaal loopt, ook al valt er niet zo heel
veel aan te merken op hoe het allemaal gaat. Ook nu zag ik een kindje dat de
tong maar matig kon optillen en daardoor moeite had om de borst goed aan te
happen, stevig vast te houden en daarbij zogen, slikken en ademhalen goed te
coördineren. Ook deze moeder gaat waarschijnlijk op zoek naar iemand die bereid
is haar baby te behandelen.
Er kwamen nog diverse andere zaken ter sprake, zoals de
slaapplek van het jongetje. “Ja, hij ligt veel bij ons in bed, maar dat mag
niet, hè?” “Van wie niet?”, vroeg ik, “van mij wel, hoor!” “Oh ja?”, was haar
verbaasde reactie, waarop we over ‘Slapen met je baby’ spraken en over wat ze
kunnen doen om een veilige slaapsetting te creëren.
We spraken ook over idealen in het ouderschap en hoe die
soms in de praktijk niet altijd zo gemakkelijk te realiseren zijn, hoewel je ze
zelf best scherp voor ogen kunt hebben. Ik vertelde dat ik heel wat ideeën heb
over hoe de zorg voor baby's geoptimaliseerd kan worden, hoe ik dagelijks werk aan die stip op
de horizon en hoe sommigen zeggen dat dat veel te idealistisch is en dat je
gewoon kleine stapjes moet zetten en het niet allemaal zo groot moet maken.
Daar kwam de antropologe echt boven in de jonge moeder; ze
sprak een gedachte uit waarmee ik me van harte verbonden voel: “Met kleine
stapjes op weg naar de stip op de horizon!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten