donderdag 14 februari 2013

Schot in de roos

Eerder deze week schreef ik een blog dat mij door een aantal mensen niet in dank werd afgenomen. Het ging er heftig aan toe op het (openbare) medium twitter, waar de strekking was:
dat ik niet overal een punt van moet maken;
dat iedereen anders is, dat we weten hoe de zaken er idealiter uitzien, maar dat het leven nu eenmaal niet ideaal is;
dat het een trieste manier van bloggen is als je een product satirisch beschrijft;
dat het een onzinargument is om te stellen dat gadgets de focus verplaatsen van relatie naar attribuut;
dat ik met mijn fanatisme (waarin ik kennis en vertrouwen op de voorgrond plaats, niet gadgets) mensen tegen me in het harnas jaag;
dat ik met zo’n stellingname de scheldterm ‘breastapo’ een rechtvaardigingsgrond bied;
dat ik me schuldig maak aan een heksenjacht, wanneer ik me uitspreek als tegenstander van gadgets die de focus leggen bij schema’s en verwachtingspatronen van de volwassene in plaats van bij zorgvuldige observatie van de behoeften van de baby;
dat ik, kortom, niet kan meebuigen, te principieel ben en venijnig bovendien.
Deze analyse kreeg bijval met: “Ik heb het echt gehad hiermee. Ik word kotsmisselijk van dit soort mensen, sorry.”
Een collega zei: “Het was bepaald niet je beste blog; ik heb me er maar niet in gemengd.”

Er was één persoon die aangaf juist alle consumptie-artikelen rondom borstvoeding als ‘maffia’ te ervaren: “Ik doe er niet aan mee. Gewoon mijn kinderen en ik… Volg je kind en je lijf en dan heb je verder niks nodig.”

Ik was verrast dat het zulke felle reacties uitlokt wanneer je het aanprijzen van gadgets (om de behoeften van de baby te peilen en te bevredigen) ontraadt, omdat je bepleit dat de focus op de relatie zou moeten liggen. Ik heb in een stukje promotionele tekst de baby en de borst vervangen door de partner en knuffels. De tekst krijgt dan blijkbaar een zodanig andere aanblik dat mensen zich erdoor aangevallen en belachelijk gemaakt voelen. De boodschapper wordt afgeschoten om het probleem op te lossen en het gadget in ere te herstellen.



Ik blijf me echter afvragen… is er werkelijk zo’n groot verschil tussen wat gadgets binnen een volwassen partnerrelatie zouden betekenen en de gadgets die ten behoeve van de borstvoedingsrelatie worden aangeprezen? Het gaat mij niet om de persoon die ze aanbiedt; het gaat mij om de onderliggende visie op wat borstvoeding is.
Ik sprak de afgelopen dagen met iemand over vaste voeding en het al dan niet opdringen ervan. “Het gaat bij vaste voeding niet primair om het eten. Het gaat om de ontwikkeling van de persoonlijkheid en de ruimte die het kind krijgt om de wereld in zijn eigen tempo te ontdekken. Het gaat om respect voor het kind en om het vertrouwen van de ouder in de aangeboren vaardigheden die het kind heeft en nog zal ontwikkelen over zijn eigen behoeften.”

Volgens mij gaat voor borstvoeding precies hetzelfde verhaal op. Bij mama aan de borst leert de baby over relatievorming; de relatievorming met de moeder is het begin van alle volgende relaties in het leven. Wat verwachten we van een relatie? “Wat heb je eigenlijk aan een relatie?”, vroeg mij onlangs een jongvolwassene. “Een relatie is toch bedoeld om het leven nog leuker te maken dan het al was? Je zou er toch gelukkiger van moeten worden? Een relatie moet je toch de kans bieden om je allebei te ontwikkelen en je dromen en idealen te koesteren en te verwezenlijken?” Ik vond het moeilijke vragen. Ik kon ze allemaal met ‘ja’ beantwoorden, en toch vertelden ze samen niet het hele verhaal. Bij alle actie die eruit sprak, miste ik er het element van rust en geduld in, van stilzitten met je armen (lees: je aandacht en je gedachten en je liefde) om de ander heen, zonder het gedrag van die ander te willen bijsturen. Ik miste het element van datgene observeren en aanmoedigen wat de ander laat zien, zonder een eigen agenda.
Dat is een uiterst complexe vaardigheid, die de meeste jonge moeders nog niet zo onder de knie hebben. Ook ik beheerste die niet bij de oudste en ik vind dat tot op de dag van vandaag jammer. Ik heb er geen schuldgevoel over, want ik heb naar beste kunnen gehandeld. Wel wens ik nog dikwijls dat ik meer mensen om mij heen had gehad die dat aspect hadden benadrukt en zichtbaar gemaakt. Ik denk dat ik er ontvankelijk voor was geweest.



De rol van de professional (of semi-professional) is in dat geheel overigens een andere dan die van collega-moeders. Professionals horen een beleidsvisie vorm te geven; ook daaraan zitten dromen en idealen vast. Zoals Richard Bowlby zei op een congres: “De kans dat je de roos raakt, is groter als je erop richt.”
Afgelopen week verkocht ik aan een moeder een sonde voor het vingervoeden en bijvoeden aan de borst en twee gehoekte borstschilden waarmee ze een comfortabeler kolfhouding zou kunnen vinden. Ook raadde ik onlangs een moeder aan om kunstvoeding bij te geven, in kleine porties, zodat de baby snel weer honger zou hebben en aan de borst zou willen. Flexibel meebuigen alom, dus, in de individuele situatie. Je zult al die dingen echter niet op mijn website aantreffen. Ik prijs ze niet aan, ik bespreek ze met de moeder als tijdelijk hulpmiddel en we nemen door dat ze de borstvoedingsrelatie op termijn kunnen belemmeren. Voor de baby biedt zogen aan de blote borst nu eenmaal opperste gelukzaligheid.

En natuurlijk mag iedereen kopen en gebruiken wat ze wil; dat spreekt voor zich. Wel vind ik het van belang dat we als professionals de roos, de kern van zaak, niet uit het oog verliezen: borstvoeding is relatievorming. Binnen die relatie vindt allerlei uitwisseling plaats en de melkgift aan de baby is daar (slechts) één van. Liefdevolle aandacht die aanzet tot groei is de essentie.

(Vlak voor het posten van dit blog bleek dat er door Gonneke van Veldhuizen een vergelijkbaar verhaal is verteld vandaag. Dit is toeval; de blogs zijn niet vooraf op elkaar afgestemd, er zit geen strategie achter.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten