woensdag 8 oktober 2014

Waarom?

Terwijl ik op de trein uit het noorden sta te wachten, stroomt aan de andere kant van het perron de trein uit zuidelijke richting leeg. Er komt een vader aan met een lege buggy. Naast hem loopt, naar het lijkt, zijn moeder die haar kleindochter van rond een jaar op de arm draagt. “Ze heeft de hele weg echt geen kik gegeven”, zegt de vader verbaasd. “Ach”, zegt oma, terwijl ze haar kleindochter stevig beetpakt, “ben je zo lief geweest, meisje?”
Ik realiseer me dat ik aan beroepsdeformatie lijd: ik kan niet meer neutraal naar dit soort gesprekjes luisteren. Ze brengen in de kleine woorden namelijk een wereld aan overtuigingen aan het licht waarbij ik soms een frons voel opkomen. Waar maak ik me druk over? Welke ideeën of misschien zelfs welke culturen botsen er op zo’n moment?

Een paar jaar geleden zag ik de dvd ‘Babies’, een ‘stomme’ film die het eerste levensjaar laat zien van kinderen in vier totaal verschillende culturen. Het gaat om autochtone gezinnen in Japan, de Verenigde Staten van Amerika, Mongolië en Namibië. Ik moest deze dagen ineens weer aan deze film denken, omdat ik in mijn studie bezig ben met een bespreking van het boek ‘Groeten uit de rimboe?’, een analyse van het gelijknamige televisieprogramma van SBS6. Het boek gaat over een Nederlands gezin dat een paar weken bij de Ovahimba in Namibië verblijft; in ‘Groeten terug’ brengt een deel van het Namibische gezin een wederbezoek aan Nederland.
Ik kende dit SBS-programma niet toen ik naar ‘Babies’ keek en ik kende ook de naam van het Namibische volk niet. Grappig genoeg had ik wel besloten dat ik, als ik het leven van één van die kleine hummels mocht kiezen, vermoedelijk voor dat van de Namibische baby zou gaan. Als tweede optie trok mij het bestaan van het Mongolische kindje. Het leven in Japan en de VS, in veel opzichten veel nauwer verwant aan de Nederlandse situatie, leek me te beperkend. Het oogde zo ongelooflijk gestructureerd, zo druk en vol en overprikkelend, te zeer gericht als het ware op ‘lieve kindjes’. Voor de baby’s in die twee westers georiënteerde samenlevingen leek er bijna geen ruimte te zijn om door de dag heen lekker wat ‘aan te rommelen’.

Uiteraard zijn er ook binnen culturen grote verschillen in de omgang met baby’s en kleine kinderen. Hoezeer de dvd ‘Babies’ ook een objectieve weergave van de werkelijkheid lijkt, ook hier is natuurlijk sprake van een selectie, van een welbewuste keuze voor wat er in beeld wordt gebracht. Wanneer je met een camera Nederland in gaat, zul je baby’s en dreumesen op totaal verschillende manieren hun dag zien doorbrengen. Ouders zorgen soms vanuit totaal verschillende visies voor hun kind en de dagelijkse loop der dingen zal daarvan een weerslag zijn. Kijken we op zo’n moment naar ‘DE Nederlandse cultuur’, naar ‘DE borstvoedingscultuur’, naar ‘DE ‘laat maar huilen’-cultuur’? (En is dat lidwoord ‘de’ eigenlijk wel gepast?) Hoe groter de geografische afstand tot een andere cultuur, hoe groter ook de kans dat er forse verschillen optreden. Zo weten sommigen wellicht nog dat er in één van de afleveringen van het programma ‘Groeten uit de rimboe’ een scène zit waarbij tijdens het tegenbezoek een zwarte moeder voorstelt de witte baby aan de eigen borst te nemen, omdat het zo zielig is dat het kind zo’n rare siliconenspeen in de mond gedrukt krijgt. De zwarte moeder wil weten of de witte moeder ziek is, of er iets mis is met haar. Bij alles wat je ziet, zal ieder mens dus vanuit het eigen referentiekader (ik schreef er vorige week over) vragen stellen. Welke vragen stel ik me, als ik een situatie als van de bovengenoemde vader en oma aanschouw?
Beeld afkomstig van https://www.youtube.com/watch?v=zTKn7KQuPBI

Het gaat mij om de combinatie van de woorden ‘geen kik’ enerzijds en ‘lief geweest’ anderzijds. Volgt uit de conclusie dat het kleine meisje geen kik heeft gegeven, dat ze ‘lief’ is geweest? En als ze wél een kik had gegeven, was ze dan níet lief geweest? Betekent het feit dat ze ‘geen kik’ heeft gegeven, dat ze de hele weg volledig stil is geweest en niet met papa heeft ‘gebabbeld’, of dat ze geen tekenen van ongenoegen heeft gegeven? Is dat wat je kunt verwachten van een kindje met papa in de trein, dat ze niet van zich laat horen? Of zou je eerder denken dat ze blij en opgewonden is over het reizen met dit vervoermiddel en is het in dat opzicht verwonderlijk dat ze zo stil was? En wat is oma’s idee over wat ‘lief zijn’ inhoudt, als ze het verbindt met ‘geen kik’ geven? Of heeft ze daar helemaal geen specifiek idee over en hanteert ze gewoon de vocabulaire die we als samenleving in dergelijk gevallen heel vaak (en naar mijn idee dikwijls ten onrechte) gebruiken? Wat voor boodschap geven we aan onze kinderen af als we het in bepaalde contexten gewenste gedrag kwalificeren als ‘lief zijn’? Welke conclusies verbinden kinderen op een onbewust, soms preverbaal, niveau aan beschrijvingen van hun persoonlijkheid (‘lief’)? Kun je ook ‘lief’ zijn als je veel praat, als je voortdurend vragen stelt, als je op onderzoek uitgaat en het dagritme en de concentratie van je (groot)ouders verstoort? En maakt het verschil of je open of gesloten vragen voorgelegd krijgt?

Prachtig vak, hoor, lactatiekunde, maar wanneer je eenmaal die holistische bril op zet, kun je soms met al die vragen wel moe van jezelf worden! Toch denk ik dat het goed is, vragen stellen. Juist wanneer ‘culturen’ botsen, zie je de verschillen. De kinderlijke neiging om soms bijna tot in het oneindige te vragen “Waarom?” kan zeer verhelderende inzichten opleveren. Daarbij is het inzicht dat je alleen maar doet wat jou is geschied, zonder goede onderbouwing, óók een inzicht.
Misschien ziet na veel vragen en veel reflectie het bovenstaande dialoogje er dan ineens als volgt uit.
Papa: “Ze heeft zich de hele weg echt prima vermaakt!”
Oma: “Wat fijn, meisje! Hoe was het in de trein? Wat heb je allemaal gezien onderweg?”

(En lees ook nog eens dit artikel op Kroost.org of dit stuk op Kiind.nl.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten