Boos, was ze, heel boos. De tranen biggelden over haar wangen en met een frons in haar voorhoofd werd ze rood van kwaadheid. We probeerden haar tot rust te brengen, maar ze was nog niet van plan zich te laten overhalen tot een wat kalmere benadering van het probleem.
Even daarvoor had ik nog een goed gesprek met haar gevoerd. Ze keek me aan, lachte en brabbelde en hield gefascineerd mijn ogen vast. We hadden elkaar nog niet eerder gezien, maar voor een aantal minuten oprechte communicatie is ook een baby van acht weken van harte te porren.
Haar mama had me gebeld, want de pijn bij het voeden werd te dol en ze wilde graag samen met mij naar een oplossing zoeken.
Meestal kijk ik eerst mee hoe het gaat als moeder en kind op hun eigen manier aanleggen. Ik let op hoe mama zit, hoe baby ligt, hoe de kaakjes bewegen, hoe het zuigritme is en hoe de baby slikt. En wat ook heel belangrijk is… ik kijk hoe de tepel eruit ziet als de baby de borst loslaat.
Jarenlang werd er gezegd: “Als je een speen wilt gebruiken, kies dan zo’n dental model, zo eentje die aan de onderkant wat is afgeplat. Die lijkt het meest op de tepel.” Voor wie er zich geen beeld bij kan vormen… denk aan een nieuwe lippenstift. Wel, dat is precies hoe een tepel er níet moet uitzien, niet ín het mondje van de baby en ook niet als ‘ie eruit komt. Toch is dat een bekend beeld en het betekent dat een kindje te weinig borstweefsel in de mond heeft tijdens het drinken. Voor de moeder is dat echt een probleem, want je kunt er donder op zeggen dat daar pijnklachten uit voortkomen.
Waarom was mijn kleine klantje zo boos geworden…? Ik had haar mama een andere manier van aanleggen voorgesteld en daarmee waren we samen aan de slag gegaan. En hoewel acht weken nog een zeer pril mensenleven zijn, zijn ze lang genoeg om gewenningspatronen te laten ontstaan. Dit kindje bewees dat in levenden lijve: ze was vertrouwd geraakt met hoe het ging aan de borst en was niet van plan om die gewoonte zonder slag of stoot op te geven. Wat een mooie eigenschap!
Daarom is het zo belangrijk dat moeders en baby’s deskundige begeleiding krijgen in de allereerste dagen, zodat ze samen de júiste gewoontes kunnen ontwikkelen. Als die er vast in slijten, dan zijn ze er zomaar niet weer uit te krijgen en dat is precies wat de bedoeling is.
Deze mama en ik stoeien nog wat verder, want we kunnen als volwassenen wel van alles voor ogen hebben, maar een kindje moet het ook maar net kúnnen. Wanneer de tong niet de bewegingsvrijheid heeft die nodig is voor een goede hap, dan is het zaak te kijken wat daaraan kan worden gedaan. Daarom komt vandaag de verloskundige langs; met mijn aandachtspunten in gedachten zal ze het tongriempje onder handen nemen. Wordt vervolgd, met nieuwe ontwikkelingen!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten