vrijdag 12 juni 2020

Veiligheid in de praktijk? Deel 1


Een tijdje terug had ik een consult waarbij we, zoals altijd, eerst even de aanloop naar de huidige situatie bespraken. Moeder vertelde over hoe ze thuis had willen bevallen, waar het bevalbad klaarstond, waar ze samen met haar partner met gedempt licht en diverse andere attributen die voor haar belangrijk waren, een omgeving had gevormd waarin ze zich veilig voelde. Daar had ze zich helemaal op ingesteld, maar dat liep anders. Doordat ze af en toe wat minder leven voelde, wilde ze graag laten checken hoe het met haar ongeboren baby was. Ze ging naar het ziekenhuis voor een CTG en daarop leek alles met haar kindje helemaal in orde te zijn. Wel vond men dat de baby wat klein was. Moeder is, net als vader, echter ook niet lang en aan beide kanten van de familie is men niet groot van stuk. De baby werd geschat op krap 2,5 kilo.

Omdat men meende te zien dat de placenta wat uitgeput raakte, werd voorgesteld de baring te gaan inleiden. Moeder werd op het hart gedrukt dat dat moest, omdat ze anders wellicht een doodgeboren kindje zou krijgen. Overleg met de eigen vroedvrouw liep even mis (deze had moeder gebeld, maar moeder had geen gemiste oproep) en toen gebeurde er ineens van alles en de inleiding werd daadwerkelijk in gang gezet. Moeder mocht niet meer naar huis om thuis af te wachten en af en toe langs te komen voor een CTG, want dat was problematisch vanwege corona, zo werd gezegd (hoewel vader het ziekenhuis wel in en uit mocht om moeder te bezoeken). Moeder had een uitgebreid bevalplan geschreven, maar één van de klinisch verloskundigen gaf aan het met heel wat aspecten daarvan niet eens te zijn: ‘Als ik het er niet mee eens ben, dan gaat het op deze manier niet door’, liet ze moeder weten.  Na een dag afwachten moest er een keuze volgen: nog meer prostaglandines of een andere aanpak? Opdat moeder niet nog meer medicatie hoefde te nemen, werden onder leiding van een andere verloskundige de vliezen gebroken om het op gang komen van de baring te bespoedigen. Die verliep uiteindelijk vlot en bij de geboorte bleek de baby 150 gram zwaarder dan ingeschat. Moeder kreeg geen prik voor de placenta, want ze had zelf vooraf aangegeven dat ze de geboorte daarvan rustig wilde afwachten. Acht uur later wilde men per fles kunstmatige zuigelingenvoeding aanbieden, omdat men de baby te licht vond. ‘Als jullie geen kunstvoeding geven, mag je niet naar huis!’, was de stelling. De ouders weigerden kunstvoeding, maar besloten wel nog een dag langer te blijven. Toen ze de volgende dag al bijna in de auto naar huis zaten, om weer in hun eigen omgeving te zijn met z’n drieën, werd gezegd dat ze gezien de nu 7% gewichtsverlies niet naar huis mochten. Suggesties voor kolven werden niet gegeven; er moest worden bijgevoed… en dat gebeurde vervolgens ook. Toen moeder aangaf geen vitamine K te willen laten toedienen (ze had zich ingelezen, koos hier niet voor en zag er, gezien het verloop van de baring, ook geen extra aanleiding toe), werd gezegd dat dit moest gebeuren en dat er anders een melding zou worden gedaan, ook aan alle kinderartsen, in geval van een hersenbloeding. Bij ontslag kreeg moeder kunstvoeding mee naar huis.
Thuis spande de kraamverzorgende zich erg in voor moeder en kind, maar de baby kreeg toch het drinken niet goed voor elkaar. Daarom kwam er een tepelhoed in beeld. Nu, bij mijn bezoek, was de baby ruim 7 weken; moeders tepels kwamen mooi naar voren en de borst was soepel, maar moeder omschreef de drinktechniek als ‘steeds slechter, want Kim* laat aldoor los, is in de war geraakt van de fles, heeft uren werk om verzadigd te raken en hapt zonder tepelhoed eigenlijk niet meer aan’.

Ik was pas ruim een half uur binnen, toen ik heel dit verhaal al te horen had gekregen. Moeder vertelde op coherente wijze, maar ik zag wel hoe haar ogen steeds meer gingen glanzen, hoe ze een hoogrode kleur kreeg, en hoe uiteindelijk de tranen over haar wangen biggelden. ‘Ik snap het gewoon niet… Als ik terugdenk, zie ik dat ik de hele tijd alles heel goed aanvoelde, en toch is me dit allemaal overkomen. Ik had THUIS willen bevallen, maar doordat er bij de zorgverleners angst was om corona, is er van alles gebeurd waar ik helemaal niet achter kon staan en wat totaal indruist tegen hoe ik het wilde en hoe ik het voelde.’ Ik ging dichter bij haar zitten en raakte haar troostend aan.


* Kim is een pseudoniem. 

(Wordt vervolgd...)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten