donderdag 1 november 2012

Een goed gesprek

Wat een mooie kindjes zag ik eergisteren tijdens twee consulten!
Een mannetje van vier maanden flirtte er lustig op los, met mama, met mij en met de hulp toen ze binnenkwam. Hij lachte aan één stuk door, babbelde dat het een lieve lust was en zocht voortdurend de ogen van degenen met wie hij ‘in gesprek’ was. Het was overduidelijk dat zijn sociale ontwikkeling sinds zijn geboorte een enorme vlucht had genomen en dat hij veilig gehecht was.
Toen ik binnenkwam, was hij net wakker en moest hij aanvankelijk even niet al te veel van me weten. Als altijd groette ik niet alleen de moeder, maar ook haar kind, niet wetende dat hij net ontwaakt was bij mama in de doek. Ik dacht weer aan wat een lieve kinderarts me ooit vertelde over de communicatie met baby’s en jonge kinderen: “Als ze je nog niet kennen, is dat diepe oogcontact al gauw te veel voor ze, want ze kunnen zich er niet zo goed voor afsluiten, dus dat moet jij als volwassene doen, in het kader van de coregulatie.” Dat geeft een heel mooie uitwisseling: doorpraten met mama, af en toe een vluchtige blik op baby’s gezicht, maar niet rechtstreeks in de ogen, contact houden, maar niet opdringen, rust geven, maar niet loslaten. Het is wonderbaarlijk om te zien hoe goed dat werkt, hoezeer de baby dan voelt dat je zijn privacy respecteert en niet over zijn grenzen heen gaat door zijn persoonlijke, binnenste cirkel ongevraagd en onwelkom binnen te dringen. Het is min of meer een kiekeboe-spelletje, maar zonder doek en zonder het actieve spelelement. Het is een beetje zoekend en tastend om elkaar heen draaien en wachten tot ook je jonge gesprekspartner eraan toe is om met jou als ‘vreemde’ (want naast mama en papa is in het begin vrijwel iedereen een vreemde) een persoonlijke uitwisseling tot stand te brengen. Dat gebeurde later tijdens het consult namelijk overvloedig, met lachen en kraaien en vraag en antwoord over en weer. Prachtig, prachtig!













’s Middags was er een mama met een meisje in de praktijk; ze was acht weken oud en begon nu ook meer te kletsen tijdens haar rustig alerte momenten, zo vertelde haar moeder. Moeder had heel wat te stellen met overproductie en haar dochter evenzeer. Toen ze aan de borst lag, dronk ze eerst met de ogen dicht; je zag hoe ze met haar hele lijfje in de weer was om zogen, slikken en ademhalen goed op elkaar af te stemmen. Toen de melkflow wat afnam, deed ze de ogen open en keek ze mama in het gezicht. De visuele prikkel van het oogcontact met mama zou haar aandacht voor een belangrijk deel hebben opgeëist, als ze dat tijdens het drinken had gedaan. Dat zou haar concentratie hebben verstoord en het drinken heel moeilijk hebben gemaakt. Nu de ergste honger was gestild, was er ruimte in haar hoofd voor extra zintuiglijke input: interactie met haar moeder. Het kleine, gave gezichtje was heel expressief en speurde de omgeving af naar nieuwe elementen. Allemaal waardevolle leerervaringen!

En toen ik vanochtend opstond, zag ik nóg meer moois waardoor baby’s communicatief worden: Wendy Haisma in het Dagblad van het Noorden, paginabreed met drie fraaie foto’s van haar met haar zoontje in de draagdoek. Een pluim voor het dagblad, voor de uitgebreide aandacht voor dit onderwerp!
Het was een bijzonder begin van de dag, in een week die toch al bol staat van de inspirerende gesprekken en ontmoetingen. Ik word er blij en ontroerd van, al die moeders die zo met hart en ziel met hun kindjes bezig zijn en zo een generatie grootbrengen die krachtig en empathisch in het leven staat, bereid tot een goed gesprek met de ander. Daar wordt de wereld beter van!

1 opmerking:

  1. Wat een mooi stuk! In een klap twee dingen geleerd: dat mijn zoontje me eerst niet aankijkt tijdens het voeden omdat hij geconcentreerd is op het drinken en hoe ik kennis moet maken met een andere baby! Erg respectvol en eigenlijk heel logisch!

    BeantwoordenVerwijderen