Onlangs ging ik op een donderdagmiddag naar de supermarkt. Ik liep langs een drietal kinderen met alle drie een wat boze, ontevreden blik in de ogen. Ik bespeurde een wolk van negatieve energie om ze heen, terwijl ik zelf goedgemutst was binnengekomen.
Toen ik vlak langs het middelste kind liep (een geschat leeftijdstrapje van ongeveer 5, 7 en 9), haalde hij uit naar de jongste, een meisje. Ik schrok en zei intuïtief: “Hé, dat doen we niet, hè!” Hij keek me heel boos aan: “Nou, maar zij doet vervelend.” Ik probeerde met zijn ogen in contact te blijven: “En dan ga je slaan?” “Nou, het is mijn zusje, hoor!”, was zijn verbolgen en uitdagende reactie. Blijkbaar vond hij dat feit voldoende rechtvaardiging voor zijn handelwijze. Je broertjes en zusjes mag je gerust slaan, geen probleem. Ik overlegde razendsnel bij mezelf: “En omdat ze je zusje is, mag je haar slaan?” “Ja, want zij heeft een flesje water en zij wil niks aan mij geven!” Hij ging met mij in gesprek; dat vond ik positief. Ik realiseerde me echter dat ik geen gelegenheid zou hebben om de zaak uitgebreid te bespreken en de visie van het zusje en het oudere broertje ook nog aan te horen. “Tsja, maar slaan is bijna nooit een goede oplossing voor een probleem”, antwoordde ik. Ik had de indruk dat hij echt hoorde wat ik zei, maar niet wist hoe het anders zou moeten.
Er verstreek nog een seconde, toen de vader, klaar met afrekenen, eraan kwam lopen. “Zo”, zei hij tegen zijn middelste zoon, “jij slaat je zusje? Kom maar mee.” Hij greep het ventje bij de arm en kneep er flink in. Het joch begon te huilen en ik kreeg een beeld voor ogen van hoe dit thuis of mogelijkerwijs al in de parkeergarage zou worden afgehandeld. Dat beeld werd sterker toen de moeder in hun kielzog volgde en de andere twee kinderen beetpakte en voor zich uit duwde. “Zo, is het weer raak?! Het is ook altijd hetzelfde gedonder met jullie! Hup, doorlopen!”
Moest ik achter de vader aan… zeggen dat knijpen net zo min als slaan een oplossing is? Het was druk in de winkel en een scène zou ook de kinderen geen goed doen, nog los van het feit dat ik er niet zeker van was of ik er zelf zonder klappen af zou komen. Wat was wijsheid?
Ik keek het gezin na, schudde mijn hoofd, verdrietig voor de kinderen (omdat het zo overduidelijk was waarom het jongetje zijn probleem met slaan probeerde op te lossen), machteloos (omdat ik iets zag waaraan ik op dat moment niets kon veranderen) en ook in twijfel (omdat ook mijn eigen belang hier had gesproken).
In welke fase was het misgegaan in dit gezin? Vermoedelijk al ver voor de geboorte van de drie kinderen; de ouders hadden als kind zelf waarschijnlijk ook geen luisterend oor en aandacht voor hun vragen.
Met onze kinderen in gesprek blijven, vanaf hun geboorte, en hun signalen serieus nemen lijkt de enige manier om dit soort ellende te voorkomen. Niet laten huilen, dus, dat piepkleine grut, maar hun vertrouwen voeden dat ze gezien, gehoord en gerespecteerd worden. Dan wordt agressie als communicatiemiddel overbodig en zal de wereld er telkens opnieuw een beetje vriendelijker uitzien!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten