Zo’n eenentwintig jaar geleden begon mijn borstvoedingscarrière, al wist ik dat destijds niet.
We waren in 1990 in blijde verwachting van ons eerste kindje. We volgden in Arnhem, waar we toen woonden, een cursus zwangerschapsyoga. Nico werkte in die tijd in het westen van het land en logeerde door de week bij een hospita. Op donderdagavond spoedde hij zich huiswaarts om op tijd te zijn voor een ontspannen yoga-uurtje. Languit op de grond of in kleermakerszit leerden we diep ademhalen en loslaten. De yogadocente was contactpersoon van de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk en zorgde ervoor dat iedereen in haar groepen minstens één avond over borstvoeding bijwoonde. Mijn moeder had vaak gezegd: “Het is mooi als je het hebt, kind. Bij mij was er geen melk, dus helaas kon ik niet voeden.” Nico was opgegroeid tussen de dieren en geloofde niet in een dergelijke evolutionaire loterij. Naarmate mijn kennis toenam, leek het ook mij alsmaar onwaarschijnlijker dat het zo’n toevalstreffer zou zijn of je je kind kon voeden of niet. We besloten ‘gewoon’ borstvoeding te geven, niks ‘proberen’… gewoon ‘doen’! Zo gingen we de bevalling in en zo liep het ook. De eerste dagen heb ik af en toe de docente nog eens gebeld. Zij gaf nuttige suggesties, zodat we weer verder konden.
Ze had tijdens de cursus een opmerking gemaakt die in de jaren erna bleef hangen: “Als je het leuk vindt, kun je zelf ook de opleiding bij de VBN doen en contactpersoon worden.” Na weer een thuisbevalling belandde ik met onze derde dochter in het ziekenhuis: kraamvrouwenkoorts. Daar zag ik dat veel moeders vaak niet de begeleiding kregen die ze nodig hadden. Mijn ervaring met de oudste twee hielp me door mijn doodzieke dagen heen. Ik ging na twee weken naar huis met een gezonde, volledig borstgevoede baby en besloot om ook contactpersoon voor de VBN te worden.
Nu loop ik alweer meer dan zestien jaar rond in deze prachtige vrijwilligersorganisatie. Afgelopen zaterdag vierde ik mijn 15-jarig jubileum als medewerker, niet meer als contactpersoon, maar als VBN-lactatiekundige. En nog altijd went het niet, al die prachtige beelden van baby’s aan de borst en ‘in gesprek’ met hun ouders. Ik word er maar niet immuun voor. Die blijvende ontvankelijkheid zorgt ervoor dat ik elke keer opnieuw verwonderd ben. Ik ben me bij ieder kindje bewust van hoe belangrijk het is dat ook dit mensje weer een mooie start kan maken en kan rekenen op de toegewijde inzet en lijfelijke nabijheid van de ouders. Na al die jaren komen er dan nog heel gemakkelijk tranen bij ontroerende beelden of bij mooie woorden die beschrijven waarom we als borstvoedingsdeskundigen zo hard werken en zo gepassioneerd zijn voor ons vak. De VBN blijft voor mij een plek om op te laden als de dagelijkse praktijk weerbarstig is. Er bestaat een prachtig woord, voor mensen die al lange tijd in dit werkveld actief zijn, al weet ik niet precies of vijftien of twintig jaar de grens is. De term? Lactosaurus (voluit: Lactosaurus supportiva regina)!
vrijdag 11 februari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten