“Life is all about choices”, zeggen de Engelsen. Zo is het. En soms zijn ze niet eenvoudig, de keuzes waarvoor we staan. Dat is niet altijd omdat de keuzes ingewikkeld zijn. Soms moeten we gewoon nog leren om met een andere blik naar een situatie te kijken dan we gewend waren.
Afgelopen week deed ik een consult bij een gezin waarvan de moeder nog niet precies met haar werkgever had doorgesproken hoe ze straks na haar verlof het kolven zou kunnen vormgeven. Terwijl we in gesprek waren, zag ik haar peinzen over hoe ze ervoor zou kunnen zorgen dat ze niemand ‘tot last’ zou zijn met de tijd die ze nodig had om melk voor haar kindje te verzamelen tijdens de werkdag. Om de zaken helder te krijgen, stel ik het dan soms een beetje zwart-wit: “Wie wil je liever behagen… je werkgever of je kind? Wie gaat voor?” We werkten een aantal scenario’s uit; dat hielp om richting te geven aan het denken. Een paar dagen later sprak ik de vader. Hij vertelde opgetogen dat zijn vrouw al op haar werk was geweest. De werkgever was veel toeschietelijker geweest dan gedacht en er was zelfs een speciale ruimte voor het kolven in het vooruitzicht gesteld! Geweldig!
We hadden samen ook gesproken over een facet dat nogal eens ondergesneeuwd raakt. Gaat het om het recht van de moeder om te kolven en borstvoeding te geven? Of gaat het bij het voedrecht (of bij voeden in het openbaar!) om het recht van de baby om gevoed te worden? Wanneer we dat laatste als uitgangspunt nemen, kantelt het perspectief. Het is dan niet meer de moeder die voor zichzelf iets ‘afdwingt’, maar de moeder die opkomt voor het recht van haar kind. Zij is de ‘facilitator’ van het kinderwelzijn. Zij heeft ruimte, tijd en respect nodig, om ervoor te zorgen dat de gezonde voeding voor haar baby niet in de waagschaal wordt gesteld. Moeder en werkgever onderhandelen dan over het belang van de baby en niet over de eisen van de moeder. Ze werken op die manier samen aan wat Artikel 24 van de ‘Convention on the Rights of the Child’ zegt. Dit document van de Verenigde Naties met betrekking tot de mensenrechten zegt onder andere: “Parties recognize the right of the child to the enjoyment of the highest attainable standard of health (…)”. (“Partijen erkennen het recht van het kind om het genot te ondergaan van de hoogst bereikbare gezondheidsstandaard.”)
Dat is klare taal. Het is duidelijk dat borstvoeding aan die standaard een belangrijke bijdrage levert.
Zo bezien is het niet aflatende borstvoedingswerk in essentie mensenrechtenwerk! Wow, wat een eer! Er zitten zo veel heilzame kanten aan borstvoeding. Nabijheid is daar één van, zowel overdag als in de nacht. Met het oog daarop maak ook ik keuzes: ik vertrek morgen voor een studieretraite. De komende vijf, zes dagen zullen zijn gewijd aan de boekvertaling. De publicatie van ‘Slapen met je baby’ van Jim McKenna komt steeds weer een stap dichterbij!
vrijdag 18 februari 2011
Prioritijd
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten