dinsdag 17 juni 2014

Zelfbeschikkingsrecht... voor wie? Deel 3

(Dit is een extra aflevering van mijn blog; het bevat de lange reactie die ik heb gegeven op een intensieve discussie over autonomie. Het sluit aan bij de delen 1 en 2 van deze serie en maakt de volgende delen wellicht beter te begrijpen.)

Er is mij vorige week gevraagd wat ik verwacht te vinden bij de Geboortebeweging (GB) en waarom ik mij daarvoor inzet, als ik mogelijk de visie van de GB niet (geheel) ondersteun.
Er lopen over het onderwerp diverse draadjes, ook op mijn eigen tijdlijn, en ik weet, ook na het voorbije weekend, nog niet goed hoe ik mijn reactie zowel helder kan formuleren als redelijkerwijs kan afbakenen. Wanneer je het totale plaatje overziet, zijn er, in ieder geval in hoe ik naar het geheel kijk, zoveel aspecten die ik relevant vind, dat ik er een essay of een boek over zou kunnen schrijven. Dat ga ik niet doen (in ieder geval voorlopig nog niet, misschien in de komende jaren tijdens mijn studie aan de UvA…), dus ik ga een selectie maken. Ook die kan weer allerlei reacties losmaken of verontwaardiging of agressie oproepen (of bijval, al heb ik die hier nog niet zo expliciet verwoord gezien, terwijl mij die off-line wel is meegedeeld). Hoewel ik op het punt stond niet meer te reageren (het gesprek leek te escaleren en ik wilde daar niet aan bijdragen), geef ik nu toch nog weer antwoord, omdat daar expliciet om is gevraagd. Ik kan alleen niet beloven dat ik de komende dagen (weken?) zo intensief blijf meediscussiëren als afgelopen week, want het houdt me emotioneel erg bezig en ik weet niet of ik er goed aan doe dat te laten prevaleren boven allerlei andere zaken. Ik waag dus een poging en houd er rekening mee dat mijn reactie voor sommigen veel te lang zal zijn. Het is niet anders; ik ben te veel aspecten tegengekomen die naar mijn mening relevant zijn. Dit wordt dus een lang verhaal en sommigen hebben daar mogelijk geen behoefte aan; dat snap ik.
(De verwijzingen tussen haakjes refereren in grote lijnen aan de punten die één van de mede-discussieerders heeft genoemd in de posting op mijn privé-tijdlijn, draad gestart 11 juni 16.41 uur, maar de tekst is uiteraard niet alleen aan haar gericht.)

Ik heb de voorbije dagen veel nagedacht en met diverse mensen gepraat over deze ethische kwestie en gemerkt dat die mij zeer na aan het hart ligt. Er zijn geloof ik ook wat definities die bepalend zijn voor het verloop van de discussie. De kwestie is niet volledig terug te brengen tot een definitiekwestie, maar zonder heldere definities komen we ook niet verder. Zaken als ‘autonomie’, ‘kind’ en ‘kinderrechten’ kunnen niet goed worden besproken, als je er allemaal iets anders onder verstaat.
Ik gaf vorige week de volgende definitie van ‘autonomie’, gevonden op Wikipedia: “Het verwijst daarbij vaak naar de capaciteit van een rationeel individu of bestuur om eigen verantwoorde beslissingen te nemen.” ‘Capaciteit’, ‘rationeel’, ‘verantwoorde’… zoals gezegd: ook allemaal definitiekwesties. Als je deze definitie aanhoudt, kun je stellen dat je zonder verantwoorde beslissingen (of met onverantwoorde beslissingen) niet (volledig) autonoom bent. Wanneer je zou zeggen: “Autonomie gaat voor alles”, dan includeer je daarin impliciet dat er sprake moet zijn van rationaliteit en verantwoorde beslissingen om te kunnen stellen dat iemand autonoom is. Er zijn ook andere definities, zoals ‘zelfbeschikking’, ‘het recht om zelf te bepalen wat je doet’, ‘vrijheid om naar eigen wetten te leven’, ‘vrijheid of bevoegdheid om zelf te handelen of te besturen’, ‘beschikking van een patiënt over zijn eigen lichaam’, ‘zelf naar eigen voorkeur je belangen behartigen’, ‘zelfstandigheid’, en nog wel meer. Die kleuren het geheel weer heel anders in.
Als het gaat om ‘kinderen’ en ‘kinderrechten’, is de vraag vanaf wanneer je vindt dat een kind aanspraak ‘mag’ maken op bescherming. Begint dat pas ná de geboorte of begint dat al in de zwangerschap? En als je dat laatste vindt, vanaf welke zwangerschapsduur dan?
De mensenrechten zoals we die vinden in The Universal Declaration of Human Rights stamt uit 1948 en werd opgesteld in reactie op de Tweede Wereldoorlog. Die verklaring is dus een direct gevolg van de tijdgeest (punt 1.). Daarvoor had de mensheid natuurlijk ook al een idee van wat de rechten van individuen waren, maar lagen ze niet universeel vast. Het is dus zonder meer een gevolg van de toegenomen technologische mogelijkheden en van de tijdgeest dat er nu een Human Rights-verklaring is van de Verenigde Naties, die door iedereen kan worden geraadpleegd en die geldt voor alle volkeren waarvan de leiders het verdrag hebben ondertekend. Helaas worden deze rechten lang niet overal ten uitvoer gebracht. De VN zeggen dat wetten niet strijdig mogen zijn met deze verklaring, maar dat zijn ze natuurlijk vaak wel. Waarom? Omdat nationale wetgeving *altijd* een gevolg is van de lokale tijdgeest, van lokale socialisatie, van (beschikbaarheid van) wetenschappelijk inzicht en techniek, van de op dat moment ter plekke heersende politieke cultuur en van nog veel meer. Dit heet in de antropologie het ‘wiel van cultuur’: gedrag, ideeën/overtuigingen en materiële verworvenheden/techniek beïnvloeden elkaar voortdurend en in alle richtingen. In de hele discussie is de Nederlandse wet aangegrepen als iets waaraan niemand mag tornen: die ligt vast en daar moet iedereen van afblijven. Dat is echter nooit het geval. Wetgeving is een continu veranderlijk proces. De Human Rights-verklaring is er sinds 1948: da’s nog geen zeventig jaar, een schijntje in relatie tot de duur van het bestaan van de mensheid. En de Convention on the Rights of the Child werd zelfs pas in 1990 van kracht: nog meer ‘tijdgeest’-gevolg (punt 3.).

Omdat die mensenrechten zo vaak geweld wordt aangedaan, hebben we keer op keer te maken met beschadigde mensen (punt 2.) die niet in staat zijn barmhartigheid, verdraagzaamheid en verantwoordelijkheid op te brengen richting hun medemens, zelfs niet voor die medemens wiens bestaan ze zelf hebben gekozen: hun kind(eren). Dat een ongeboren kind in alles afhankelijk is van het moederlichaam en zonder haar wezen zelf niet kan leven, legt op de moeder (en haar sociale omgeving!) en des te grotere verantwoordelijkheid voor het bewaken van het welzijn van dat ongeboren kind (punt 4.). Dit is mijn visie; los van wat de wet erover zegt, is dit mijn morele overtuiging. Het (bewust) schaden van het welzijn van dat kind, vind ik zowel een slechte als een droevige zaak. Dat is inderdaad een waardeoordeel; dat is ook de essentie van ethische discussies: het bereiken van waardeoordelen, van ideeën over wat goed of slecht is. Daarnaast vind ik het ook een slechte en droevige zaak dat er ouders zijn die zo zijn beschadigd gedurende hun eigen levensgeschiedenis dat ze er niet in slagen het welzijn van hun ongeboren kind bovenaan hun prioriteitenlijstje te zetten. Dat is ook een waardeoordeel. En nog steeds heb ik niets gezegd over schuld of verwijtbaarheid of kwade opzet. Vaak is daarvan geen sprake; meestal gaat het om onvermogen om zowel het eigen leven als dat van het ongeboren kind te optimaliseren. Kun je dat ‘psychisch niet in orde’ noemen of ‘wilsonbekwaam’? Daar is zowel juridisch als ethisch/filosofisch wat over te zeggen en wat de wet erover zegt, hoeft niet hetzelfde te zijn als wat je er filosofisch over zegt (punt 5.).
Het probleem is: wie dader is (van ethisch verwerpelijke daden) is in vrijwel alle gevallen zelf ook slachtoffer. Vrouwen die zwanger worden en een voor hun baby (zeer) ongezonde leefstijl handhaven (roken, drinken, drugs), zijn in veel gevallen ook slachtoffer van onvoldoende gerespecteerde vrouwenrechten: mishandeling, huiselijk geweld, verkrachting, gebrek aan anticonceptie of simpelweg onvoldoende kennis om tot gezond gedrag te komen. Onvoldoende respect voor vrouwen- en kinderrechten is dan ook een maatschappelijk probleem.
En daar waar de overheid enerzijds te veel wetgeving uitvaardigt, doet ze dat op andere terreinen te weinig (waardoor bijvoorbeeld de WHO-code niet integraal in de Nederlandse wet is opgenomen of waardoor pas sinds kort het gebruik van BPA wordt gereduceerd of pas na ernstige schade DES werd verboden). Je kunt dus niet ondubbelzinnig stellen: “Meer regels zijn slecht.” Op sommige terreinen zijn meer regels slecht, op andere zijn meer regels dringend noodzakelijk om onze wereld leefbaar te houden (punt 6, 1e keer, punt 7.).

Elselijn Kingma spreekt in haar inaugurele rede van 21 september 2012 over ‘positive health’, het vermogen om niet alleen gezond te zijn, maar het ook te blijven. Ze zegt het zo: “Health, in this view, is like a skill: an organism that has more positive health is an organism that has the ability to persist better through a wider range of likely environments and challenges.” Een kind dat schade oploopt door een ongezond levende moeder heeft minder ‘positive health’. We hebben allemaal minder ‘positive health’ (te bieden aan onze kinderen) wanneer we suboptimale zorg hebben ontvangen. Elselijn ziet niet graag opgeheven vingers en verboden en bepleit daarom “health promotion by environmental design – that is, health promotion largely done by engineers and at policy level with the aim of changing the characteristics of entire populations rather than those of individuals within that population.” Wanneer de omgeving aanzet tot gezond gedrag, hoef je mensen niet te dwingen, zo is het idee, en dat kost inderdaad tijd en energie/moeite/inzet/toewijding (punt 6, 2e keer). Ook wanneer dit particuliere ontwerpen zijn, zal in veel gevallen de overheid daarvoor toch eerst weer goedkeuring moeten geven. Dat vergt dus zowel een ethische visie bij de ontwerpers en beleidsmakers (die een idee moeten hebben over wat ze willen bereiken) als bij de overheid (die moet bepalen wat ze goedkeurt en wat niet).

Plannen voor het bereiken van zo’n uitnodigende en stimulerende omgeving zijn loffelijke strevens en desondanks zullen er genoeg situaties overblijven waarin het niet goed gaat (bezien vanuit het kind) en het kind bescherming nodig heeft. Je kunt dat kwalificeren als ‘het tegengesteld maken van de belangen van het kind en de moeder’ (punt 8.). Gold dat ook toen de vrouwenrechten werden bevochten? Was dat een kwestie van het tegengesteld maken van de belangen van mannen en die van vrouwen? Benadrukte het bepleiten van die rechten steeds meer de tegengesteldheid en heeft dat de samenleving ontwricht? Zijn veel problemen die er nu nog zijn, het gevolg van het feit dat destijds de vrouwenrechten werden bevochten? Kunnen we nu niet zien dat mannen en vrouwen moeten samenwerken en dat ze allemaal een eigen waardevolle bijdrage te leveren hebben, omdat er destijds mensen waren die zeiden dat vrouwen niet langer het slachtoffer mochten worden van wat mannen wilden (kunnen) doen en dat de rechten die mannen hadden, ook voor vrouwen moesten gelden? Dat zijn de argumenten die toen tegen de emancipatie van vrouwen werden gebruikt, maar ik geloof er niet in. Je hebt altijd goedwillende mensen; als die de enige soort waren, had je minder beschermende wetten nodig. We zijn echter niet allemaal Jezus of Gandhi of Moeder Theresa. Er zijn altijd conflicterende belangen die om regelgeving vragen. En er zijn ook altijd mensen die er een potje van maken (en daarvoor is meestal een verklaring te vinden). Dat geldt voor mannen die vrouwen niet respecteren, en dat geldt ook voor vrouwen die hun ongeboren kind niet respecteren. Zoals mannen er *zelf* verantwoordelijk voor zijn dat ze vrouwen niet verkrachten, zo zijn vrouwen er *zelf* verantwoordelijk voor dat ze hun ongeboren kind niet willens en wetens beschadigen. Zowel die verkrachtende mannen als die bijvoorbeeld te veel drinkende vrouwen zijn echter vrijwel zeker opgegroeid in een omgeving waarin ze zélf niet werden gerespecteerd, waardoor ze dat respect nu niet kunnen doorgeven.

Punt 11. en 12.: Ja, ik ben het met je eens dat moeders wier leven niet stabiel verloopt en die moeite hebben met hun zwangerschap, ondersteuning verdienen. Ook vind ik dat we jonge meiden en puberjongens al veel beter zouden moeten informeren over hoe zo’n grote verantwoordelijkheid het is om een kind op te voeden en te verzorgen. En om dat alles te bereiken, acht ik het wenselijk dat kinderen met een optimaal potentieel ter wereld komen. Autonomie als excuus voor het aantasten van de potentiële autonomie van het ongeboren kind… ik heb daar grote moeite mee. Ik denk ook nog weer aan het verhaal van Kaj, over de moeder die werd opgenomen en onder controle stond ten aanzien van haar drugsgebruik en die dat zelf beschreef als een ommekeer. Natuurlijk moet die zorg dan mee in overweging nemen wat er allemaal is gebeurd in het leven van zo’n vrouw, maar het op de één of andere manier doorbreken van de keten van ellende lijkt me van belang. En nee, kinderen allemaal maar onder staatstoezicht plaatsen is natuurlijk geen goed plan; daar ben ik het ronduit mee eens, en ook met het idee dat het (helpen) oplossen van de problemen van de moeder de meest wenselijke aanpak is. Maar kun je de zwaarverslaafde nog aanspreken op verantwoordelijkheid…? Komt dat nog door en kun je dan zonder enige vorm van dwang interveniëren? En zo niet, heeft het kind dan domme pech gehad? Sommigen zeggen wellicht: “Ja.” Anderen zullen zeggen: “Daar moet toch iets tegen te doen zijn; dat mag toch niet zomaar gebeuren?” Hoe precies? Ik weet het niet; een maatschappijbrede aanpak verdient uiteraard de voorkeur (sociale leefomgevingen veranderen… maar ook dat kan op 1001 manieren en ook dat kan zeer verkeerd worden uitgevoerd). Maar iedere oplossing of aanpak wordt voorafgegaan door een diepgaand denkproces. Dat is ‘doodeng’, in de zin dat je soms dingen moet loslaten of ter discussie moet stellen of onder ogen moet zien. Een diepgaand denkproces is in veel gevallen echter een voorwaarde om te komen tot een ‘weldenkend’ antwoord op diepgaande vragen (al zullen ook daar weer uitzonderingen denkbaar zijn, want diep nadenken zonder kennis of (ethisch) inzicht levert weinig op).

Tot slot: mijn verwachting bij ‘Geboortebeweging’ was een prominente rol voor het kind. Het woord ‘geboorte’ gaat immers niet primair over de vrouw. Geboren worden is wat het kind doet. Mijn idee was dat er een gezamenlijke inzet zou zijn voor een veilige en gezonde geboorte van het kind en dat het zou gaan over wat een aanstaande moeder nodig heeft om die veilige en gezonde geboorte van haar kind te waarborgen. Vanuit die gedachte heb ik de uitnodiging aangenomen (van wie? weet ik niet meer…) om mee te denken op de GB-pagina.

Zondag was ik met een dierbare collega bij ‘Aletta, de musical’ in Groningen. Aletta Jacobs was de eerste vrouwelijke HBS-studente, de eerste vrouwelijke universitaire studente, de eerste vrouwelijke afgestudeerde en de eerste vrouwelijke gepromoveerde. Ze introduceerde het pessarium, zodat vrouwen geen abortus hoefden te laten plegen (ook dat is autonomie) en niet langer zo hoefden te lijden onder zwangerschap na zwangerschap.
Op één van de locaties zong de Aletta die daar speelde (er waren, voordat we in de Schouwburg belandden, vijf stadslocaties en vijf Aletta’s): “Dit is mijn stem, dit is wie ik ben en dit is wat in mij zal blijven zingen.” Zij doelde op de vrouwenrechten en ik ontkwam niet aan het gevoel dat er heel veel momenten waren waarop ik voor ‘vrouwenrechten’ het woord ‘kinderrechten’ kon invullen en waar de weerstand van de mannen tegen haar strijd vergelijkbaar was met de weerstand om kinderrechten meer te bepleiten. Zo verscheen op 12 juni in Medisch Contact het zorgwekkende artikel met de kop “Pedagogische tik niet per se slecht”: weer een schending van kinderrechten.

Het welzijn van de wereld begint bij het welzijn van onze kinderen, iedere keer opnieuw. Dat is een grote opgave voor ouders, maar ook een eervolle en zegenrijke. Kunnen en mogen baren is geen onderdrukkende vloek, maar een groot, transformerend voorrecht. Het is een opgave die een kindvriendelijke samenleving vereist, maar ‘in den beginne’ van dat kinderbestaan vooral ook krachtige vrouwen, omdat zij het mysterie van dat nieuwe leven in zich dragen, letterlijk. De vrouw heeft de potentie de standvastige boog te zijn die de levende pijl wegschiet, zoals Kahlil Gibran schrijft. Hoe krachtiger en hoe meer bemind kinderen worden geboren, hoe krachtiger en liefdevoller de wereld zal zijn, vrouwen én mannen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten