Vorige week schreef ik het eerste deel van mijn miniblogserie over autonomie in de perinatale periode. Ik deelde met
jullie het verloop van een discussie in een besloten Faceboekgroep. Vandaag
schrijf ik het vervolg en ik pak de draad op waar ik die vorige week liet
liggen, over hoe de rechten van de baby zich verhouden tot de rechten van de
zwangere. Hier staat over
autonomie: “capaciteit van een rationeel individu of bestuur om eigen
verantwoorde beslissingen te nemen”. Wellicht was ‘autonomie’ als titel voor
deze serie beter geweest, want ‘zelfbeschikkingsrecht’ lijkt meer te slaan op
het recht van een volk een eigen staat in te richten. (Veel termen die om een
definitie schreeuwen, trouwens: rationeel, individu, verantwoord...)
Iemand in de discussie stelt dat
we van het idee af moeten dat we kinderen moeten of kunnen beschermen tegen
elke vorm van risico en “overbescherming is net zo schadelijk als
verwaarlozing”. Het tiranniseren van moeders zou niet goed zijn voor kinderen.
Daar was ik het mee eens, met de
onwenselijkheid van tiranniseren:
“Daar zou ik ook zeker niet voor
willen pleiten, voor het tiranniseren van moeders. En ik zou ook niet willen
pleiten voor het tiranniseren van kinderen, wat op grote schaal gebeurt
(bijvoorbeeld door de introductie van het TripleP-programma door de overheid of
door de medicalisering van de baring of door de gedoogde, maar onethische en
misleidende marketing voor kunstmatige zuigelingenvoeding, om er zomaar even
drie te noemen).
Daarnaast geldt dat het principe van autonomie één is van de vier belangrijkste in het medische veld, naast non-maleficence (first do no harm), beneficence (weldoen) en rechtvaardigheid. Ik vind dat ze allemaal een rol spelen en dat de baby ook recht heeft op die bescherming.
De schrijver het stuk aan het begin van deze draad spreekt vanuit de FAS-achtergrond. Ik vind de suggestie dat we niet ons uiterste best moeten doen om kinderen te beschermen tegen risico niet prettig... Ik ben van mening dat we dat wél moeten proberen. We moeten wellicht agree to disagree in dezen! :-)”
Daarnaast geldt dat het principe van autonomie één is van de vier belangrijkste in het medische veld, naast non-maleficence (first do no harm), beneficence (weldoen) en rechtvaardigheid. Ik vind dat ze allemaal een rol spelen en dat de baby ook recht heeft op die bescherming.
De schrijver het stuk aan het begin van deze draad spreekt vanuit de FAS-achtergrond. Ik vind de suggestie dat we niet ons uiterste best moeten doen om kinderen te beschermen tegen risico niet prettig... Ik ben van mening dat we dat wél moeten proberen. We moeten wellicht agree to disagree in dezen! :-)”
Dan brengt iemand in dat moeders
al genoeg schuldgevoelens hebben.
Dat triggert mij en ik zeg:
“Schuldgevoelens... weer een heel
nieuw aspect in het geheel. Schuldgevoelens doe je jezelf aan. Niemand kan je
een schuldgevoel aanpraten als je weet dat je het goede doet. Ze zijn een
reflectie van je eigen geweten en een belangrijk hulpmiddel bij sociale
leerprocessen.
Ik schreef vorig jaar op verzoeken een lang blog over schuldgevoel op de website van 'Kleine Kanjers': http://www.kleinekanjers.nl/schuldgevoel-of-verdriet-2/ . Vaak is schuldgevoel vreemd verpakt verdriet. En als het wél echt schuldgevoel is, dan is het nuttig en doet men er goed aan samen met anderen te kijken naar hoe een bepaalde handeling de volgende keer beter kan. Voorwaarde voor het voorkomen van ongunstige beslissingen is kennis. Ongunstige beslissingen zonder kennis, omdat die je is onthouden, geven verdriet. Ongunstige beslissingen omdat je de moeite niet hebt genomen om dingen uit te zoeken of omdat je ertegenin ging, geven schuldgevoel. Onterecht schuldgevoel blijven koesteren (in plaats van zien dat het verdriet is en daarmee aan de slag gaan) is overigens in mijn opinie ook een vorm van slachtoffergedrag.”
Ik schreef vorig jaar op verzoeken een lang blog over schuldgevoel op de website van 'Kleine Kanjers': http://www.kleinekanjers.nl/schuldgevoel-of-verdriet-2/ . Vaak is schuldgevoel vreemd verpakt verdriet. En als het wél echt schuldgevoel is, dan is het nuttig en doet men er goed aan samen met anderen te kijken naar hoe een bepaalde handeling de volgende keer beter kan. Voorwaarde voor het voorkomen van ongunstige beslissingen is kennis. Ongunstige beslissingen zonder kennis, omdat die je is onthouden, geven verdriet. Ongunstige beslissingen omdat je de moeite niet hebt genomen om dingen uit te zoeken of omdat je ertegenin ging, geven schuldgevoel. Onterecht schuldgevoel blijven koesteren (in plaats van zien dat het verdriet is en daarmee aan de slag gaan) is overigens in mijn opinie ook een vorm van slachtoffergedrag.”
En toen kwam er, na nog een aantal reacties waarvan ik het
gevoel had dat ze mij woorden in de mond legden, een moment dat ik besloot mij
uit de discussie terug te trekken. Ik had het gevoel dat ik niet inzichtelijk
kon maken waar mijn zorgen zaten en ik had ook de indruk dat mij werd verweten
dat ik een voorstander was van een glijdende schaal in de autonomie van
vrouwen, waarbij het dan vroeg of laat ook in orde is om vrouwen tegen hun zin
open te snijden (netjes geformuleerd: een keizersnede te geven) als het belang
van hun kind daarom vraagt. Dat alles zou dan gebeuren op basis van de
glijdende schaal in het oordeel van de ‘omstanders’, die zo hun eigen, wellicht
discutabele morele opvattingen hebben over wat goed is en voor wie en welke
belangen daarin moeten worden meegewogen.
Het hoeft, op basis van alles wat ik overal zeg, geen
betoog, lijkt me, dat ik geen voorstander ben van gedwongen sectio’s. (Grappig
genoeg ben ik nu natuurlijk wél een betoog aan het afsteken, maar vooruit
maar.)
Een dikke week later kreeg ik deze tekst onder ogen.
Een
bijzonder citaat daarin viel me op: “Audre Lorde, brilliant champion of women’s
rights, civil rights and LGBTQ rights aptly pointed out that, “There is no such
thing as a single-issue struggle, because we do not live single-issue lives.”
Women’s issues are everyone’s issues because we have a healthier society when
all people are treated humanely. Violence, abuse, and disrespect cripple
societies.”
Ik moest denken aan het boek van Robin Grille dat ik twee
jaar geleden las; de titel is veelzeggend: ‘Parenting for a Peaceful World’. De
stelling die Robin poneert, is dat we de vreedzaamheid van een samenleving
kunnen aflezen aan de manier waarop we met de jongste leden ervan omgaan… met
kinderen. De empathie die we kunnen opbrengen voor kinderen, de mate waarin we
rekening houden met wat voor hen belangrijk is en wat hun welzijn bevordert of
waarborgt, bepaalt hoe onze samenleving er op grotere schaal uitziet. Vul in
het citaat hier direct boven ‘children’ in waar ‘women’ staat en je snapt
misschien een beetje wat ik bedoel.
Ik zie de rechten van het kind als een continuüm, waarop ook
vrouwen en dieren, en zo je wilt kleurlingen, zich bevinden. Er waren tijden
(en die liggen relatief nog vrij kort achter ons!) dat mannen en vrouwen als
object, als bezit werden gezien en op grote schaal over de hele wereld werden
versleept als waren ze de technologische apparaten die tegenwoordig van China
en Japan naar het westen gaan, bedoeld om het leven van mensen elders
gemakkelijker te maken. Die slaven gingen van Afrika naar allerlei plekken in
de wereld en werden als uitschot behandeld, gekeurd en vernederd. Op basis van
hun huidskleur werd gedaan alsof je met ze mocht doen wat je uitkwam: jouw
autonomie, jouw zelfbeschikkingsrecht als blanke burger (blanke man!) van
gegoede afkomst was mijlenver verheven boven het recht op autonomie van de
zwarte medemens. Zwarten vechten, net als vrouwen, op veel plaatsen nog steeds voor hun rechten;
het duurt lang voordat dergelijke stigma’s zijn verdreven.
In veel samenlevingen is er stap voor stap een strijd
gevoerd voor de rechten van vrouwen: recht om te stemmen, recht om ook na de
huwelijksvoltrekking buitenshuis betaald te werken, recht om het eigen leven
vorm te geven en kapitaal te erven en te beheren.
Robin Grille spreekt in zijn boek over hoe de rechten van
kinderen bij dit alles nog altijd ver achterblijven. Zij verkeren zeer dikwijls
nog steeds in een staat van achtergesteld zijn. Ondanks dat we op basis van
vele vormen van onderzoek en wetenschap weten wat de behoeften zijn van
opgroeiende kinderen, gaan de rechten van de volwassenen voor. De rechten van
de volwassenen lijken voor de samenleving belangrijker te zijn dan de rechten
van kinderen. Het is de vraag of de samenleving het hier bij het rechte eind
heeft of dat dit uitgangspunt van kortzichtigheid getuigt waarover we over
honderd jaar beschaamd het hoofd buigen.
Beschadiging tijdens de zwangerschap van de zich snel
ontwikkelende organen van het kind, achterstand in de hormoonregulatie door
medische interventies bij de baring, belemmering van optimale ontwikkeling van
veilige hechting en zelfstandigheid als gevolg van te vroege scheiding van
moeder en kind (te kort bevallingsverlof!), geen of weinig borstvoeding en
schadelijke opvoedprogramma’s als TripleP… hoe kijken we daar over een aantal
decennia naar? Vinden we bepaalde zaken dan net zo verwerpelijk als we het nu
vinden dat kinderen ‘voor hun eigen bestwil’ gekastijd worden…? Lijfstraffen
zijn nu bij de wet verboden, waar ingrijpen vroeger als een onacceptabele inmenging in
het gezinsleven werd gezien. Wetgeving is dus een continue proces, waarvoor
we telkens opnieuw een Tweede Kamer-verkiezing organiseren, om zo te zorgen dat
de initiatiefnemers voor die wetgeving een zo groot mogelijke representatie
vormen van de bevolking. Wetgeving loopt dus per definitie achter bij de ontwikkeling
van morele overtuigingen, die op haar beurt meestal weer achterloopt bij
wetenschappelijke inzichten (over bijvoorbeeld de zeespiegelstijging, de
uitputting van energiebronnen, de schadelijkheid van roken of de effecten van
bepaalde handelwijzen op de ontwikkeling van kinderen).
Zo zegt de Nederlandse Grondwet het volgende over de onaantastbaarheid van het lichaam: “Ieder heeft, behoudens
bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van
zijn lichaam.” Dit wordt uitgelegd als: “Iedereen is de baas over zijn eigen
lichaam. De overheid mag niets met je lichaam doen, als je dat niet wilt. Ook
anderen mogen niets met je lichaam doen, als je dat niet wilt. Niemand mag je
bijvoorbeeld pijn doen. Ook mag niemand je medicijnen geven, als je dat niet
wilt. Zelfs medische keuring, of het knippen van je haren mag niet, als je
daarvoor geen toestemming geeft.”
Artikel 1.2 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat: “het kind
waarvan een vrouw zwanger is als reeds geboren wordt aangemerkt, zo dikwijls
zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit
te hebben bestaan.”
En dan blijft natuurlijk de vraag: kan het kind iets ‘willen’
en ‘niet willen’?
Hoe verhoudt zich, kortom, het absolute
zelfbeschikkingsrecht (of de autonomie) van vrouwen tot het welzijn en de
lichamelijke integriteit van kinderen? Wanneer vinden we dat een vrouw
psychisch niet toerekeningsvatbaar is en onder een vorm van ‘curatele’ moet
worden gesteld ten behoeve van de veiligheid en gezondheid van haar ongeboren
kind? Dat er uitzonderingen denkbaar zijn, is niet nieuw. Vraag is… wanneer
vind je dat de grens is bereikt? Hangt die niet voor een groot deel af van wat
je weet over wat schadelijk is voor een kind? En betekent dat dan niet ook dat
die grens kan verschuiven?
Is het een schandaal dat we vrouwen (al dan niet dwingend) aanspreken
op hun gedrag wanneer dat hun kind schaadt?
Is het een schandaal dat we kinderen willens en wetens beschadigd
laten raken?
Is het een recht van vrouwen om hun kind te beschadigen met
een autonoom gekozen leefstijl?
Is het een plicht van vrouwen om hun kind te beschermen met
een autonoom gekozen leefstijl?
Wat zijn de rechten en plichten van partners van zwangeren
ten aanzien van hun biologische kind?
Hoe verhouden zich rechten en plichten tot elkaar? En hoe
komt het kind uit dit alles tevoorschijn? En tot slot: wat mag er worden gedaan
om het recht van het kind veilig te stellen en wie bepaalt dat? Ik heb geen pasklaar
antwoord op al deze vragen, maar één ding lijkt me duidelijk: autonomie van
vrouwen is geen simpel issue waarbij je het ongeboren kind kunt ‘deleten’ alsof
het niet bestaat.
(Volgende week verder…)
Één ding is duidelijk: in het Kinderrechtenverdrag wordt de NL staat aangesproken om omstandigheden te creëren waarin het voor ouders mogelijk is om kinderen in de best mogelijke gezondheid te doen opgroeien
BeantwoordenVerwijderenDank voor je reactie, Caroline! Het wordt dus naar een hoger level getild, namelijk de verantwoordelijkheid van de overheid (dus de samenleving) om goed en gezond ouderschap te faciliteren? Wordt er in het verdrag specifiek iets gezegd over de lichamelijke onschendbaarheid van het vrouwelijk lichaam wanneer het het ongeboren kind betreft? Dat is aldoor de kern van de zaak, dus het zou boeiend zijn te weten of het Kinderrechtenverdrag daar een standpunt over inneemt. Mocht je daar iets over weten, dan hoor ik het graag!
BeantwoordenVerwijderen