donderdag 17 januari 2013

Organisch geheel

Gisteren zat ik in de auto op weg naar een consult. Het was redelijk vroeg in de ochtend en ik had geen zin in muziek, dus ik zette Radio 1 aan. Eén van de onderwerpen die aan de orde kwamen, was het feit dat anorexiaklinieken steeds meer jonge patiënten behandelen. Het aantal patiënten onder de 14 jaar stijgt en maakt nu 40% van het totaal uit; daarbij zijn zelfs meisjes van 8, 10 en 11 jaar oud.
Een vrouwelijke psychiater vertelde de journalist wat volgens haar de oorzaken waren van de ziekte bij deze jonge populatie. Obesitas, lijnen door de moeder (met voorbeeldfunctie voor de dochter), eetproblemen op jonge leeftijd, zelfbeeld van deze kinderen, onzekerheid over wie ze zijn, groepsdruk op school en onder leeftijdsgenoten, gesprekken over gezond eten en gezond gewicht… het passeerde allemaal de revue.

Wat niet genoemd werd, ook later op de dag niet, toen ik op Radio 1 nogmaals naar hetzelfde onderwerp luisterde, was de voeding van de kinderen in het allereerste begin. Het valt me sowieso op dat die vraag meestal niet wordt gesteld, terwijl die uiterst relevant is: “Heeft dit kind, heeft deze volwassene in de babytijd borstvoeding gehad en zo ja, hoe lang en werd er moedermelk uit de fles gegeven of lag de baby daadwerkelijk aan de borst?”
Wanneer het woord ‘borstvoeding’ valt, denken veel mensen aan tepels en een babymondje eromheen dat de melk uit die borst zuigt, met alle ‘toestanden’ die daarvan het gevolg kunnen zijn. Borstvoeding wordt op die manier vernauwd tot een vorm van calorie-overdracht met melk die ‘naar het schijnt ietsje beter is’ dan kunstmatige zuigelingenvoeding. Dat is een onwaarschijnlijk beperkte, oversimplistische voorstelling van zaken.

Je hoeft, met de huidige wetenschappelijke stand van zaken, waarachtig geen romanticus meer te zijn om te stellen dat borstvoeding een proces is waarbij, afgezien van het geven en nemen van melk, van alles en nog wat gebeurt tussen moeder en kind. Het is een zeer ingewikkeld samenspel van invloeden en effecten in het organisme ‘mens’, met psychische, neurologische, anatomische en fysiologische kanten.
Wikipedia beschrijft wat een organisme: “Een organisme kan worden gedefinieerd als een levend wezen met een eigen metabolisme. (…) In de context waarin het woord 'organisme' wordt gebruikt gaat het meestal om de machinerie van het leven: het wezen zien als een samenstel van chemische reacties en fysische verschijnselen, zoals in de biologie, fysiologie, biochemie, moleculaire biologie en biofysica.”


















Dat is een flink rijtje begrippen, met een wereld aan wetenschap erachter! Dit rijtje raakt aan wat borstvoeding is: een complex, uiterst sensitief afgestemd proces tussen een (zoogdier)moeder en haar nakomeling. De kans dat haar baby overleeft, hangt af van hoe goed die zich tegen ziekte en andere bedreigingen kan weren en hoe goed het kind zich sociaal en emotioneel kan handhaven. Daar is heel wat voor nodig:
een goed functionerend afweersysteem;
een hart dat stabiel klopt en zo nodig kan versnellen;
longen die zuurstof kunnen opnemen en na inspanning weer kunnen ontspannen;
een brein dat de signalen uit de leefomgeving kan begrijpen en vertalen naar lichamelijke reacties;
een hormoonhuishouding die zorgt dat het lichaam in balans blijft en niet wordt overvraagd, en bovenal…
een stel hersens dat in staat is om sociale interactie met anderen aan te gaan en inlevingsvermogen aan de dag te leggen, zodat er waardevolle en waardevaste relaties ontstaan.

Aan al deze lichamelijke en geestelijke vaardigheden levert borstvoeding een belangrijke bijdrage.
De moeder bij wie ik gisteren aankwam nadat ik het interview had gehoord, was in tranen omdat haar dochtertje op dag 7 nog steeds afviel. De verloskundige had voorgesteld kunstmatige zuigelingenvoeding uit de fles te geven, maar dat voelde voor moeder niet goed. Toen ik zei dat borstvoeding zoveel meer is en dat het ook gaat om het vertrouwen van haar dochter in haar en van haar in haar dochter en dat het dus de moeite waard is het borstvoedingsproces te ondersteunen, kwamen de tranen. Dát is waarom moeders zo diep worden geraakt door borstvoeding; dát is waarom ze het zo graag willen laten lukken. Moeder en kind zijn met duizend draden aan elkaar verbonden en plooien zich met lichaam en ziel om elkaar heen. De lichamelijke band wordt losser met de jaren, maar de geestelijke navelstreng blijft.
Deze moeder is voorzichtig op de goede weg. Haar meisje heeft gisteren veel moedermelk gedronken en was vandaag 85 gram gegroeid! Moeder is moe en ziet op dit moment geen kans de kunstmatige zuigelingenvoeding helemaal te vermijden, maar we gaan samen werken aan de zuigtechniek van haar lieve kindje. In de dagen en weken die komen, zullen moeder en dochter hopelijk steeds weer een stapje voorwaarts kunnen zetten.
Gezonde voeding en gezonde, responsieve zorg voor een baby… dat zijn twee prachtige pijlers onder een gezond gevoel van eigenwaarde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten