In mijn blog van 9 april liet ik weten in ieder geval nog een deel 3 te schrijven, omdat er nog twee mythes onbesproken waren gebleven. Ook wil ik nog wat beschouwelijke ideeën ter afsluiting toevoegen.
Mythe 3 is volgens het artikel van Daphne van Paassen: Moeders zijn lastige werknemers.
Dat zou dan komen door regelmatige afwezigheid vanwege zieke kinderen, te laat binnenkomen en vroeger weggaan vanwege de crèche. De mythe valt niet goed te onderbouwen en niet goed te ontkrachten, is de conclusie, want er is geen gedegen onderzoek dat één van beide stellingen steunt.
Mythe 4 luidt: 'Werkende’ moeders doen niets op school.
(Net als de vorige keer zijn de enkele aanhalingstekens van mij, omdat ik de term ‘werken’ een zeer onduidelijke vind.)
De schrijfster beklaagt zich over de vele taken die ouders vanuit school opgedragen krijgen, zoals rijden voor een schaatsevenement, knutselen voor het afscheid van een klasgenoot of thuis de tafels oefenen met hun kind, omdat de rekentoets slecht is gemaakt. Ze stelt voor dat het oefenen in de plaats komt van schaatsen met de klas of in plaats van de viering van het afscheid van de klasgenoot.
De tirade vervolgt met de term ‘mommy wars’, waarbij “de moeders met kleine banen die hun ambities maar nauwelijks in hun werk kwijt lijken te kunnen,” zich op school verdienstelijk maken in allerlei commissies. Zou het mogelijk zijn dat deze moeders bewust voor een betaalde deeltijdbaan kiezen, zodat ze hun andere, onbetaalde baan (het opvoeden van hun kinderen en het begeleiden van schoolevenementen) óók kunnen uitoefenen?
Ik kan me nog een schoolreisje van één van onze kinderen herinneren, waarbij een vader in gesprek was met een andere wachtende moeder. Hij liet omstandig weten hoe belachelijk hij het vele vrijwilligerswerk vond: als je iets deed wat van belang was, dan moest je je ervoor laten betalen en anders moest je het niet doen. Realiseerde hij zich dat zijn kind op schoolreisje kon gaan omdat ándere ouders wel tijd hadden vrijgemaakt om de klas te begeleiden…?
Zijn die uitjes die met school worden gemaakt, werkelijk zo onnuttig als de schrijfster stelt…?
Ik kan me vinden in de stellingname dat niet alle evenementen het niveau van een nationale televisie-uitzending hoeven te hebben en dus ook niet de bijbehorende voorbereidingen vereisen. Toch denk ik dat evenementen in schoolverband voor kinderen geweldig zijn. Zouden we alle ouders die dat nu vrijwillig doen een salaris geven voor hun werk, dan waren ze net als de ‘werkende’ ouders, zelf ‘werkende’ ouders. De definitie is immers dat wie een salaris voor zijn of haar activiteiten ontvangt, ‘werkt’. Maar… hoe logisch is die redenering eigenlijk?
Leidt de huidige definitie van ‘werken’ tot economische rijkdom? Of is het een teken van sociale en maatschappelijke armoede, dat we niet meer kunnen zien hoe belangrijk veel onbetaalde arbeid is voor de cohesie in een samenleving? Waarom staan de activiteiten die met een salaris worden beloond in de meeste gevallen zoveel hoger aangeschreven dan de dingen die uit liefde of betrokkenheid of passie of noodzaak worden gedaan, zonder dat er een geldelijke vergoeding tegenover staat?
De term ‘werkende moeders’ suggereert dat er ook ‘niet werkende moeders’ zijn. Is dat zo? Bestaan die echt? Of is dat een mythe? Ik zag in mijn omgeving altijd vooral veel moeders die druk waren met het begeleiden van hun opgroeiende kind(eren): naar school halen en brengen, naar sport en zwemles en muziekles halen en brengen, naar vriendjes en vriendinnetjes halen en brengen, verzorgen, bijpraten, coreguleren als de emoties oplopen, luisteren als de blije verhalen schreeuwen om verteld te worden, knuffelen en omhelzen als de snoetjes op huilen staan omdat het soms allemaal nog zo moeilijk is in het leven.
Ik wil graag pleiten voor een maatschappelijke herwaardering van de term ‘werken’, zodat we uitkomen op een definitie die niet zo denigrerend is voor hen die niet in de statistieken van het Bruto Nationaal Product komen, omdat hun inspanningen niet meetellen. En wat kinderen betreft zou ik zeggen: die verdienen tijd, aandacht en nabijheid, en niet alleen op de momenten dat papa en mama nog een gaatje vrij hebben in de agenda. Een veilig gehechte start die aansluit bij het biologische verwachtingspatroon van een baby, begint aan de borst, waarna de wereld langzaam groter wordt.
Dus, moeders: laat je niet opzij zetten als ‘niet werkend’, maar wees trots op wat je doet!
zondag 21 april 2013
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen