vrijdag 7 februari 2014

Het 'emancipatie'-paradigma

Afgelopen zaterdag blogde ik over de maatschappelijke visie op het begrip werk in Het‘werk’-paradigma. Later in de week twitterde ik nog: Werk jij?” betekent meestal: “Krijg jij geld voor wat je doet?

De discussie vond ook in diverse media plaats. Zo las ik zaterdag in de Volkskrant op de pagina Opinie & Debat het artikel ‘Deeltijdfeminisme goed voor de samenleving’, geschreven door Sophie Merle, sociaal wetenschapper en beeldend kunstenaar. De strekking was: Veel vrouwen aan de top is prachtig, maar laten we niet vergeten dat zonder dat vervloekte deeltijdfeminisme het helemaal nooit wat wordt met die participatiesamenleving.
De vraag die zich opdringt, is: wat noemen we ‘de top’? De top waarvan? Wordt de top bepaald door het hoogste salaris of door de maatschappelijke relevantie van de volbrachte taken?
Ik moet hierbij altijd aan Gandhi denken. Allemaal die film van Richard Attenborough gezien? Verplichte kost. Hij leidt een journalist rond in zijn woongemeenschap en zegt dat in de ashram het schoonmaken van de wc’s een stuk belangrijker lijkt dan de wet (en dus dan het werk van hemzelf als advocaat). It’s one way to learn that each man’s labour is as important as another’s. Als zijn vrouw even later boos is omdat ook zij de latrines moet legen, met een beroep op het feit dat ze tenslotte zijn vrouw is, vrouw van de baas, zegt Gandhi: All the more reason. Oftewel: hoe ‘hoger’ je positie, hoe belangrijker het is dat je niet wegloopt voor de meest basale taken: No work is beneath any of us.

Emancipatie heeft niet alleen gevolgen voor de mensen wie het betreft – vrouwen in dit geval – maar voor de hele samenleving.
Betreft emancipatie inderdaad alleen vrouwen? Of kun je ook op een heel andere manier naar het begrip ‘emancipatie’ kijken? Volgens Wikipedia is emancipatie het streven naar een gelijkwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie.
Je blijft aan het definiëren, want wat een ‘achtergestelde positie’ is, hangt af van wat je in het leven belangrijk vindt. Mensen die 80 uur in de week op een kantoor werken, die hebben een achtergestelde positie in het gezinsleven. Wie nooit een theater of concertzaal van binnen ziet, heeft een achtergestelde positie in het culturele leven. Wie alle dagen achter de computer zit en zelden buiten komt, heeft een achtergestelde positie in het gezonde buitenleven. Wie niet kan lezen, heeft een achtergestelde positie in de literaire wereld. En wie te vaak bij het fastfood-restaurant zit of te veel pizza’s in de oven schuift, heeft een achtergestelde positie op voedings- en gezondheidsgebied. Kortom: wie achtergesteld is en wie niet, hangt sterk af van je visie op de samenleving, op wat er volgens jou in het menselijk bestaan van waarde is.

Te veel vrouwen teren misschien ‘op de zak van hun man’ om in de termen van Jet Bussemaker te spreken, maar de samenleving teert ook op het onbetaalde werk en de sociale betrokkenheid van veel vrouwen die ervoor gekozen hebben geen carrière te maken.
Ik ben het tot op zekere hoogte met deze uitspraak eens, maar wéér wil ik een definitie hebben. Wikipedia nog eens aan het woord: Een loopbaan of carrière is de reeks van maatschappelijke posities die iemand achtereenvolgens inneemt (en ontwikkeling daarbinnen). Een loopbaan begint met het betreden van de arbeidsmarkt.
Nogmaals: wat is ‘arbeid’? Wat moet je doen om te kunnen zeggen dat je die markt betreedt? En wat is ‘een maatschappelijke positie’? Is dat hetzelfde als ‘een betaalde functie waarin je taken verricht’? Is de betaling het definiërende aspect ervan? En zo niet… dan is toch alles wat je doet ‘carrière’? Iedereen heeft immers een maatschappelijke positie? En vrijwel iedereen ontwikkelt zich toch binnen datgene wat ze doet?

Er wordt niet genoeg nagedacht over de prijs die je als samenleving moet betalen voor steeds maar meer emancipatie. (…) Emancipatie is een groot goed maar heeft ook negatieve gevolgen. Ouders die allebei voltijds werken hebben minder tijd voor hun kinderen, waardoor scholen steeds meer hun opvoedtaken moeten overnemen en dus minder tijd kunnen besteden aan hun onderwijstaak.
Ook dit is een interessante passage, zeker wanneer je, zoals ik, net bent begonnen je te verdiepen in het werk van iemand als Alfie Kohn, die een totaal andere visie heeft op zowel onderwijs als de rol van de ouders dan die welke we meestal gehanteerd zien.

En afgelopen dinsdag trof ik in de Volkskrant een reactie aan op het bovenstaande artikel, andermaal op de pagina Opinie & Debat, nu geschreven door de hoofdredacteur a.i. (ad interim, neem ik aan) Daphne van Paassen van Opzij, met als titel ‘Vrouwen kiezen niet bewust voor deeltijdbaan’.
Los van het feit dat die kleine baantjes met dito salarissen geen hypothetisch probleem zijn (ik noem nog maar eens de bekende cijfers van een op de drie huwelijken die strandt, met alle dramatische financiële gevolgen die dat heeft voor de drie miljoen economisch afhankelijke vrouwen en hun kinderen), moet je je afvragen waarom het geluk van de kinderen eenzijdig als de verantwoordelijkheid van vrouwen wordt gezien.

Natuurlijk, hier spreekt een Opzij-redacteur, dus je kunt misschien ook niet veel anders verwachten, maar wat ik hier, net als in veel van deze discussies, node mis, is het perspectief van het kind. De uitspraken roepen sowieso veel vragen bij me op.

Onlangs bleek uit het proefschrift van Justine Ruitenberg dat vrouwen de keuze voor een deeltijdbaan (deels onbewust) maken onder druk van hun omgeving en dus niet, zoals vaak gesuggereerd, in alle vrijheid.

Kom, mensen, laten we nou even reëel zijn… wie maakt nou werkelijk zonder druk van de omgeving de keuze voor welke studie of welke werktaken dan ook? Is de druk om een auto en een huis en drie keer per jaar vakantie te financieren en dus een baan met geschikt salaris te zoeken, wel een vrije keuze? Leidt de druk om de verwachtingen van ouders niet teleur te stellen, tot een vrije keuze? En wat te denken van ‘peer pressure’? Om eerlijk te zijn… kun je echt promoveren op de conclusie dat mensen dingen doen onder druk van hun omgeving? Dat weten we toch allang? Dat is toch helemaal geen nieuws? Mensen zijn sociale groepsdieren, dus dat de omgeving van invloed is, dat is een wijd open deur.

En dan nog wat… waarom vraagt niemand zich af hoe het eigenlijk komt dat er zoveel huwelijken stranden? Wat is daarvan de oorzaak? Waarom kunnen mensen de problemen met degene van wie ze ooit hielden, niet oplossen, door ‘carrière’ te maken in hun huwelijk of relatie, door daarin ‘ontwikkeling’ door te maken, om Wikipedia te citeren? Zou daarmee niet veel meer dan alleen het kindbelang en het inkomensbelang zijn gediend? In welke levensfase leren we empathie te ontwikkelen? En wat betekent die vaardigheid voor het welzijn in de wereld?
Afgelopen week heeft de Tweede Kamer de motie van Carla Dik-Faber van de Christen Unie verworpen over het belang van borstvoeding voor de volksgezondheid. (Overigens levert borstvoeding geen gezondheidswinst op, maar gebrek aan borstvoeding gezondheidsverlies.) Het onderwerp borstvoeding wordt derhalve niet geïntegreerd in het Nationaal Programma Preventie. Dat is een treurige zaak, want mevrouw Van Paassen van Opzij heeft misschien geen boodschap aan de risico’s van kunstmatige zuigelingenvoeding (met dank aan collega Caroline Kruger voor het delen van de link), maar voor de gemiddelde baby zal dat toch anders liggen.

Eergisteren, donderdag 6 februari, wéér een artikel, van Eva Jacobs, afgestudeerd in de wijsbegeerte (huh?): Ik wil de moederrol niet in een kwaad daglicht stellen of als minderwaardig afdoen, maar als je jezelf zo wegcijfert doe je jezelf tekort.
Ah… dat je het als een voorrecht mag zien om moeder te zijn en het bijbehorende werk te doen… dat zal dan wel een héél uitzonderlijke gedachte zijn. Zijn al die vrouwen die zich zo wegcijferen, eigenlijk gedwongen zwanger geworden…?
Over economische zelfstandigheid: Hoe vind je later ooit nog een baan met kennis die niet up-to-date is en met een gat in je cv? En dan zit je vast aan het inkomen van je partner of als het mis gaat, zit je als vrouw in de bijstand. Je vrijheid opgeven is een deel van je menselijkheid opgeven.
Toe maar… een gesloten penitentiaire inrichting is er niets bij…
Ook nog een mooi berichtje op de pagina ernaast, van Lijnie van Wijk, op de pagina Geachte Redactie in reactie op het stuk van Van Paassen: Volgens Van Dale is opvoeden: lichamelijk en geestelijk vormen, grootbrengen. (…) Grootbrengen doe je door er voor je kinderen te zijn.

Tot slot: alle goede bedoelingen ten spijt… mannen kunnen geen borstvoeding geven. Ik kan mij dan ook niet aan de indruk onttrekken dat er dikwijls sprake is van een sterk staaltje onnozelheid, van gebrek aan erkenning van de verschillen tussen man en vrouw. Emancipatie lijkt vaak een kwestie te zijn van ‘alles gelijk trekken’, maar biologisch en fysiologisch is dat een onzinnige gedachte. Baby’s hebben voor een optimale ontwikkeling een veilige baarmoeder in een gezond lichaam, een spiritueel inspirerende baring en vervolgens de borst en dus hun moeder nodig, of je dat nu politiek correct en handig en passend vindt of niet. Je kunt hoog en laag springen met je ideeën over betaalde-arbeidsmarkt-participatie (ook wel ‘werken’ genoemd), maar vrouwen hebben met al hun specifieke eigenschappen nu eenmaal fantastische dingen aan hun kinderen te bieden die alleen zij kunnen bieden. Dat de samenstelling van moedermelk, in combinatie met het proces van fysieke nabijheid door het aan de borst zijn, evolutionair millennia lang gefinetuned is en dat kunstmatige zuigelingenvoeding uit een fles daarvoor een armzalige vervanging is, is een feit. Punt.
En als de overheid nou eens bij zinnen kwam en dit hoog op de agenda zou zetten, dan kwamen we alweer een heel stuk verder. Voorlopig blijft dat een utopische gedachte, zo wijst de praktijk uit.
We moeten het dus hebben van de kracht van vrouwen zelf om de druk van de ratrace en de druk om gelijk aan mannen te worden, te weerstaan. Wie durft er (blijvend) op te staan voor de belangen van baby’s en jonge kinderen? Wie durft met werk aan een nieuw gedefinieerde top een carrière te maken waarin het kindbelang met lichamelijke nabijheid, borstvoeding en responsiviteit een prominente rol heeft?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten