zaterdag 30 december 2017

De aanhouder

Afgelopen week werd ik getagd en werd mij om input gevraagd in een bericht waarin tips werden gezocht in verband met het ‘flesweigeren’ van een kindje van een maand of vijf. Er was een besluit genomen om het kindje de borst nu volledig te weigeren en alleen nog maar de fles aan te bieden, net zo lang tot het kind die zou pakken, in het kader van ‘de aanhouder wint’. Er werd niet bij gezegd wie de ‘aanhouder’ was, maar het leek erop dat de volwassenen om de baby heen zo werden betiteld. Er kwamen allerlei reacties, zoals die van een moeder die vertelde dat zij destijds ook dat advies hadden gekregen van de zorgverleners in het ziekenhuis en dat ze nu een kind hadden dat alleen nog via de sonde kon worden gevoed; alle andere methodes faalden. Veel suggesties gingen over kinderen bij wie hetzelfde speelde of had gespeeld en over wat qua gedrag hun reactie was op de ‘onthouding’ of ‘opdringing’ door de volwassenen. In twee lange bijdragen reikte ik de onderstaande overwegingen aan (hier en daar nu wat aangepast om te anonimiseren en er een logisch geheel van te maken).

“Ik vind het lastig hier iets over te zeggen. Ik heb vlot door alle reacties heen gelezen en heb zelf een totaal andere insteek in dit soort situaties, dus ik weet daarom niet of mijn bijdrage wel zin heeft. Voor een kind dat de borst gewend is en die dan ineens die niet meer krijgt, wordt dit alles bij elkaar een traumatische ervaring, één waarin ze 'leert' dat ze niet krijgt waaraan ze zo'n diepe behoefte heeft en waarin ze 'leert' dat haar wens er niet toe doet, dat ze hoog en laag kan springen (schreeuwen, huilen, boos worden), maar zich toch moet schikken in dit (nood)lot. Dit klinkt heftig, maar dit is wel hoe een jonge baby het ervaart.
Mijn vraag is dan altijd: wat zou je er als volwassene van vinden als iemand zo met je zou omgaan? Zou je die ander nog vertrouwen? Zou het jullie relatie ten goede komen? Hoe zou je aankijken tegen het machtsmisbruik?
Ik realiseer me terdege dat veel westerse samenlevingen structuren hebben gecreëerd waarin dit soort methodes gangbaar zijn, maar daarmee worden ze nog niet geschikt voor een gezonde ontwikkeling van een baby/jong kind...
Ik realiseer me ook dat deze structuren veel ouders in een lastige positie brengen. Mijn uitgangspunt als professional is echter het belang van de baby: hoe werken keuzes uit voor het welzijn van het kind? Voeding onthouden, een kind op de knieën dwingen... ik vind het erg heftig en het snijdt me door de ziel, als professional, als mens en als moeder/oma... Ik ken de situatie echter niet in detail, dus ik kan nu niet heel praktisch concrete alternatieven aandragen.”

Iets verderop schreef ik daarna dit, nadat er nog veel meer antwoorden waren gegeven.

“En in aanvulling op het bovenstaande: ik word steeds droeviger als ik alle reacties lees en zie wat er door professionals blijkbaar wordt aangeraden. Een kernaspect vind ik dit: er wordt gedaan alsof deze baby een probleem heeft waarvan ze met allerlei trucs moet worden verlost. Dat is echter niet het geval. De baby *heeft geen probleem*; ze *heeft geen ziektebeeld* waaraan gesleuteld en gedokterd moet worden, maar vertoont normaal mensenbabygedrag. De *ouders* of zo je wilt *de werkgevers* hebben een probleem als een kind niet op een andere manier wil drinken dan bij de moeder aan de borst. Hoe zeggen ze dat soms zo fraai...? 'Wie het probleem heeft, mag het houden.' Anders gezegd: wat kunnen we eraan doen om, *met respect voor de behoeften van het kind*, het probleem op te lossen? Dát zou voor professionals de vraag moeten zijn, niet: 'hoe dwingen we dit kind in het systeem van ons als volwassenen?' Ik noem dat Adult Supremacy, het vooropstellen van het volwassen belang ten koste van het kind.
Het wordt hoog tijd dat de samenleving als geheel de belangen van het kind meer prioriteit geeft via regelingen die de beschikbaarheid van de ouder(s) voor het jonge kind ondersteunen. Aangezien er veel wetenschappelijk onderzoek is aangaande de invloed van vroegkinderlijke ervaringen op de lichamelijke en geestelijke gezondheid in het latere leven, is veel van wat er ten aanzien van de omgang met kinderen normaal wordt gevonden, zo langzamerhand echt niet meer aanvaardbaar.”

Ik richtte me nog specifiek tot de moeder, die liet weten het niet met me eens te zijn.

“Ik begrijp dat mijn bijdrage in deze draad wellicht niet in goede aarde valt bij je, omdat het een confrontatie is met de situatie waar je nu voor staat.
Toch vind ik het jammer dat je mijn vragen hierboven niet beantwoordt (over wat het met *jou* zou doen als je zo werd bejegend). Ik zei niet dat je dochter getraumatiseerd was; ik zei dat het voor haar een traumatische ervaring is. Dat is iets wat uit heel veel onderzoek naar voren is gekomen: baby's laten in hun gedrag niet altijd zien wat er qua stressregulatie van binnen gebeurt. Ze passen zich aan (overlevingsgedrag! totale afhankelijkheid!), maar dat betekent niet dat diep in de amygdala, in het basale deel van het brein, het veiligheidsgevoel niet wordt aangetast. De psychoneurowetenschappen geven daarover steeds meer duidelijkheid, niet voor één specifieke baby, maar voor baby's (en anderen!) in het algemeen.
Die kennis is in veel omstandigheden zeer ongemakkelijke informatie, precies zoals het vroeger ongemakkelijke informatie was als werd gezegd dat je je kinderen niet moet slaan omdat dat slecht voor ze is.
Een kind dat de fles niet pakt (ik ben tegen het woord 'weigeraar', want het suggereert een welbewuste negatieve attitude die een kind niet heeft), verdient zachtheid en geduld. Je kunt een kind ook niet dwingen te lopen, te praten, te fietsen, te zwemmen. Dwang resulteert vrijwel altijd in een negatieve ervaring, in beschadigd (zelf)vertrouwen, in het ontstaan van angst en onzekerheid. Nogmaals: probeer je voor te stellen hoe het voor jou zou zijn als je tot iets werd gedwongen. Baby's zijn volwaardige mensjes, die net zo worden geraakt door dit soort interactie als een volwassene, en misschien nog wel sterker, juist omdát ze zo afhankelijk zijn en nog zó veel moeten leren.
Ik wens je sterkte met het vinden van een oplossing die recht doet aan de behoeften en gevoelens van je dochter!”

Een aspect dat ik vergeten was uit te werken in mijn reactie, is het machtsmisbruik. ‘De aanhouder wint’ betekent dat wie niet opgeeft, zijn doel bereikt. Wanneer we termen als ‘aanhouder’, ‘winnen’, ‘weigeren’ en ‘volhouden’ echter gebruiken in de context van een baby die niet snapt wat de bedoeling is van een fles als het op voeding aankomt, dan storten we onszelf regelrecht in een machtsstrijd. Immers… welk doel wordt hier nagestreefd? Wat willen we bereiken? Het lijkt wenselijk om de vraag op te werpen of een machtsstrijd de vorm is waarin we de relatie met onze kinderen willen gieten. Willen we van de meest basale verbinding in hun jonge leven een strijd maken over wie de baas is, wie de macht heeft, wie er wint? Dat impliceert immers ook dat we veel van onze kinderen te vrezen hebben! Het wekt de indruk dat we, als we vanaf het prille begin niet heel erg oppassen, volledig door ze onder de voet zullen worden gelopen en dan niks meer in te brengen hebben. Er wordt soms zelfs letterlijk gezegd dat onze kinderen ons dan zullen uitbuiten en misbruiken. Waar komt die angst vandaan…? Wat vertellen zulke insinuaties over onze verwachtingen jegens het sociale karakter van onze kinderen? Zegt dat alles iets over hen… of zegt het iets over onszelf, over hoe in onze eigen ontwikkeling het vertrouwen in de ander ernstige deuken heeft opgelopen…? We voelen blijkbaar voortdurend de drang om op onze hoede te zijn, zodat we niet worden gekwetst en gekleineerd.
En precies dát is wat we met responsieve, sensitieve zorg kunnen voorkomen. Als we de behoeften van de jongsten in de samenleving serieus nemen en er met elkaar alles aan doen om eraan tegemoet te komen, kunnen ze zich ontwikkelen tot vrije geesten, tot volwassenen die niet steeds defensief door het leven hoeven te gaan, maar proactief hun talenten kunnen ontplooien en daarin echte aanhouders worden. Dat lijkt me een mooi streven voor het nieuwe jaar!

2 opmerkingen:

  1. Waar ik in dit kader de laatste tijd over filosofeer is de vraag of het aanpakken van Adult Supremacy niet vooraf moet gaan aan het aanpakken van al die andere supremacies (wit, mannelijk, ...). Want zijn die niet allemaal in essentie gebaseerd op het ontbreken van de basisveiligheid (Ericson) in een heel groot deel van de (westerse) bevolking?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, leuke gedachte, Gonneke! Of andersom: eerst die AS weg en dan ontstaan die andere vormen niet! ;-) Ze zijn zeker aan elkaar gelieerd; dat voel ik ook zo!

    BeantwoordenVerwijderen