woensdag 11 juni 2014

Zelfbeschikkingsrecht... voor wie? Deel 2

Vorige week schreef ik het eerste deel van mijn miniblogserie over autonomie in de perinatale periode. Ik deelde met jullie het verloop van een discussie in een besloten Faceboekgroep. Vandaag schrijf ik het vervolg en ik pak de draad op waar ik die vorige week liet liggen, over hoe de rechten van de baby zich verhouden tot de rechten van de zwangere. Hier staat over autonomie: “capaciteit van een rationeel individu of bestuur om eigen verantwoorde beslissingen te nemen”. Wellicht was ‘autonomie’ als titel voor deze serie beter geweest, want ‘zelfbeschikkingsrecht’ lijkt meer te slaan op het recht van een volk een eigen staat in te richten. (Veel termen die om een definitie schreeuwen, trouwens: rationeel, individu, verantwoord...)

Iemand in de discussie stelt dat we van het idee af moeten dat we kinderen moeten of kunnen beschermen tegen elke vorm van risico en “overbescherming is net zo schadelijk als verwaarlozing”. Het tiranniseren van moeders zou niet goed zijn voor kinderen.

Daar was ik het mee eens, met de onwenselijkheid van tiranniseren:
“Daar zou ik ook zeker niet voor willen pleiten, voor het tiranniseren van moeders. En ik zou ook niet willen pleiten voor het tiranniseren van kinderen, wat op grote schaal gebeurt (bijvoorbeeld door de introductie van het TripleP-programma door de overheid of door de medicalisering van de baring of door de gedoogde, maar onethische en misleidende marketing voor kunstmatige zuigelingenvoeding, om er zomaar even drie te noemen).
Daarnaast geldt dat het principe van autonomie één is van de vier belangrijkste in het medische veld, naast non-maleficence (first do no harm), beneficence (weldoen) en rechtvaardigheid. Ik vind dat ze allemaal een rol spelen en dat de baby ook recht heeft op die bescherming.
De schrijver het stuk aan het begin van deze draad spreekt vanuit de FAS-achtergrond. Ik vind de suggestie dat we niet ons uiterste best moeten doen om kinderen te beschermen tegen risico niet prettig... Ik ben van mening dat we dat wél moeten proberen. We moeten wellicht agree to disagree in dezen! :-)

Dan brengt iemand in dat moeders al genoeg schuldgevoelens hebben.

Dat triggert mij en ik zeg:
“Schuldgevoelens... weer een heel nieuw aspect in het geheel. Schuldgevoelens doe je jezelf aan. Niemand kan je een schuldgevoel aanpraten als je weet dat je het goede doet. Ze zijn een reflectie van je eigen geweten en een belangrijk hulpmiddel bij sociale leerprocessen.
Ik schreef vorig jaar op verzoeken een lang blog over schuldgevoel op de website van 'Kleine Kanjers': http://www.kleinekanjers.nl/schuldgevoel-of-verdriet-2/ . Vaak is schuldgevoel vreemd verpakt verdriet. En als het wél echt schuldgevoel is, dan is het nuttig en doet men er goed aan samen met anderen te kijken naar hoe een bepaalde handeling de volgende keer beter kan. Voorwaarde voor het voorkomen van ongunstige beslissingen is kennis. Ongunstige beslissingen zonder kennis, omdat die je is onthouden, geven verdriet. Ongunstige beslissingen omdat je de moeite niet hebt genomen om dingen uit te zoeken of omdat je ertegenin ging, geven schuldgevoel. Onterecht schuldgevoel blijven koesteren (in plaats van zien dat het verdriet is en daarmee aan de slag gaan) is overigens in mijn opinie ook een vorm van slachtoffergedrag.”

En toen kwam er, na nog een aantal reacties waarvan ik het gevoel had dat ze mij woorden in de mond legden, een moment dat ik besloot mij uit de discussie terug te trekken. Ik had het gevoel dat ik niet inzichtelijk kon maken waar mijn zorgen zaten en ik had ook de indruk dat mij werd verweten dat ik een voorstander was van een glijdende schaal in de autonomie van vrouwen, waarbij het dan vroeg of laat ook in orde is om vrouwen tegen hun zin open te snijden (netjes geformuleerd: een keizersnede te geven) als het belang van hun kind daarom vraagt. Dat alles zou dan gebeuren op basis van de glijdende schaal in het oordeel van de ‘omstanders’, die zo hun eigen, wellicht discutabele morele opvattingen hebben over wat goed is en voor wie en welke belangen daarin moeten worden meegewogen.
Het hoeft, op basis van alles wat ik overal zeg, geen betoog, lijkt me, dat ik geen voorstander ben van gedwongen sectio’s. (Grappig genoeg ben ik nu natuurlijk wél een betoog aan het afsteken, maar vooruit maar.)

Een dikke week later kreeg ik deze tekst onder ogen.
Een bijzonder citaat daarin viel me op: “Audre Lorde, brilliant champion of women’s rights, civil rights and LGBTQ rights aptly pointed out that, “There is no such thing as a single-issue struggle, because we do not live single-issue lives.” Women’s issues are everyone’s issues because we have a healthier society when all people are treated humanely. Violence, abuse, and disrespect cripple societies.”

Ik moest denken aan het boek van Robin Grille dat ik twee jaar geleden las; de titel is veelzeggend: ‘Parenting for a Peaceful World’. De stelling die Robin poneert, is dat we de vreedzaamheid van een samenleving kunnen aflezen aan de manier waarop we met de jongste leden ervan omgaan… met kinderen. De empathie die we kunnen opbrengen voor kinderen, de mate waarin we rekening houden met wat voor hen belangrijk is en wat hun welzijn bevordert of waarborgt, bepaalt hoe onze samenleving er op grotere schaal uitziet. Vul in het citaat hier direct boven ‘children’ in waar ‘women’ staat en je snapt misschien een beetje wat ik bedoel.
Ik zie de rechten van het kind als een continuüm, waarop ook vrouwen en dieren, en zo je wilt kleurlingen, zich bevinden. Er waren tijden (en die liggen relatief nog vrij kort achter ons!) dat mannen en vrouwen als object, als bezit werden gezien en op grote schaal over de hele wereld werden versleept als waren ze de technologische apparaten die tegenwoordig van China en Japan naar het westen gaan, bedoeld om het leven van mensen elders gemakkelijker te maken. Die slaven gingen van Afrika naar allerlei plekken in de wereld en werden als uitschot behandeld, gekeurd en vernederd. Op basis van hun huidskleur werd gedaan alsof je met ze mocht doen wat je uitkwam: jouw autonomie, jouw zelfbeschikkingsrecht als blanke burger (blanke man!) van gegoede afkomst was mijlenver verheven boven het recht op autonomie van de zwarte medemens. Zwarten vechten, net als vrouwen, op veel plaatsen nog steeds voor hun rechten; het duurt lang voordat dergelijke stigma’s zijn verdreven.

In veel samenlevingen is er stap voor stap een strijd gevoerd voor de rechten van vrouwen: recht om te stemmen, recht om ook na de huwelijksvoltrekking buitenshuis betaald te werken, recht om het eigen leven vorm te geven en kapitaal te erven en te beheren.
Robin Grille spreekt in zijn boek over hoe de rechten van kinderen bij dit alles nog altijd ver achterblijven. Zij verkeren zeer dikwijls nog steeds in een staat van achtergesteld zijn. Ondanks dat we op basis van vele vormen van onderzoek en wetenschap weten wat de behoeften zijn van opgroeiende kinderen, gaan de rechten van de volwassenen voor. De rechten van de volwassenen lijken voor de samenleving belangrijker te zijn dan de rechten van kinderen. Het is de vraag of de samenleving het hier bij het rechte eind heeft of dat dit uitgangspunt van kortzichtigheid getuigt waarover we over honderd jaar beschaamd het hoofd buigen.

Beschadiging tijdens de zwangerschap van de zich snel ontwikkelende organen van het kind, achterstand in de hormoonregulatie door medische interventies bij de baring, belemmering van optimale ontwikkeling van veilige hechting en zelfstandigheid als gevolg van te vroege scheiding van moeder en kind (te kort bevallingsverlof!), geen of weinig borstvoeding en schadelijke opvoedprogramma’s als TripleP… hoe kijken we daar over een aantal decennia naar? Vinden we bepaalde zaken dan net zo verwerpelijk als we het nu vinden dat kinderen ‘voor hun eigen bestwil’ gekastijd worden…? Lijfstraffen zijn nu bij de wet verboden, waar ingrijpen vroeger als een onacceptabele inmenging in het gezinsleven werd gezien. Wetgeving is dus een continue proces, waarvoor we telkens opnieuw een Tweede Kamer-verkiezing organiseren, om zo te zorgen dat de initiatiefnemers voor die wetgeving een zo groot mogelijke representatie vormen van de bevolking. Wetgeving loopt dus per definitie achter bij de ontwikkeling van morele overtuigingen, die op haar beurt meestal weer achterloopt bij wetenschappelijke inzichten (over bijvoorbeeld de zeespiegelstijging, de uitputting van energiebronnen, de schadelijkheid van roken of de effecten van bepaalde handelwijzen op de ontwikkeling van kinderen).

Zo zegt de Nederlandse Grondwet het volgende over de onaantastbaarheid van het lichaam: “Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op onaantastbaarheid van zijn lichaam.” Dit wordt uitgelegd als: “Iedereen is de baas over zijn eigen lichaam. De overheid mag niets met je lichaam doen, als je dat niet wilt. Ook anderen mogen niets met je lichaam doen, als je dat niet wilt. Niemand mag je bijvoorbeeld pijn doen. Ook mag niemand je medicijnen geven, als je dat niet wilt. Zelfs medische keuring, of het knippen van je haren mag niet, als je daarvoor geen toestemming geeft.”
Artikel 1.2 van het Burgerlijk Wetboek zegt dat: “het kind waarvan een vrouw zwanger is als reeds geboren wordt aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.”
En dan blijft natuurlijk de vraag: kan het kind iets ‘willen’ en ‘niet willen’?

Hoe verhoudt zich, kortom, het absolute zelfbeschikkingsrecht (of de autonomie) van vrouwen tot het welzijn en de lichamelijke integriteit van kinderen? Wanneer vinden we dat een vrouw psychisch niet toerekeningsvatbaar is en onder een vorm van ‘curatele’ moet worden gesteld ten behoeve van de veiligheid en gezondheid van haar ongeboren kind? Dat er uitzonderingen denkbaar zijn, is niet nieuw. Vraag is… wanneer vind je dat de grens is bereikt? Hangt die niet voor een groot deel af van wat je weet over wat schadelijk is voor een kind? En betekent dat dan niet ook dat die grens kan verschuiven?
Is het een schandaal dat we vrouwen (al dan niet dwingend) aanspreken op hun gedrag wanneer dat hun kind schaadt?
Is het een schandaal dat we kinderen willens en wetens beschadigd laten raken?
Is het een recht van vrouwen om hun kind te beschadigen met een autonoom gekozen leefstijl?
Is het een plicht van vrouwen om hun kind te beschermen met een autonoom gekozen leefstijl?
Wat zijn de rechten en plichten van partners van zwangeren ten aanzien van hun biologische kind?
Hoe verhouden zich rechten en plichten tot elkaar? En hoe komt het kind uit dit alles tevoorschijn? En tot slot: wat mag er worden gedaan om het recht van het kind veilig te stellen en wie bepaalt dat? Ik heb geen pasklaar antwoord op al deze vragen, maar één ding lijkt me duidelijk: autonomie van vrouwen is geen simpel issue waarbij je het ongeboren kind kunt ‘deleten’ alsof het niet bestaat.

(Volgende week verder…)

2 opmerkingen:

  1. Één ding is duidelijk: in het Kinderrechtenverdrag wordt de NL staat aangesproken om omstandigheden te creëren waarin het voor ouders mogelijk is om kinderen in de best mogelijke gezondheid te doen opgroeien

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dank voor je reactie, Caroline! Het wordt dus naar een hoger level getild, namelijk de verantwoordelijkheid van de overheid (dus de samenleving) om goed en gezond ouderschap te faciliteren? Wordt er in het verdrag specifiek iets gezegd over de lichamelijke onschendbaarheid van het vrouwelijk lichaam wanneer het het ongeboren kind betreft? Dat is aldoor de kern van de zaak, dus het zou boeiend zijn te weten of het Kinderrechtenverdrag daar een standpunt over inneemt. Mocht je daar iets over weten, dan hoor ik het graag!

    BeantwoordenVerwijderen