woensdag 12 november 2014

Vernedering... verheffend?

Deze week is het theoretische thema voor de colleges ‘religie’, maar het eerdere thema ‘macht’ speelt er nog steeds doorheen. Wanneer is een overtuiging een ideologie, door machthebbers opgelegd, en wanneer is het een godsdienst, met regels van een ‘hogere macht’, van ‘spirituele wezens’? Is religie iets wat je samen ervaart of is het iets individueels? En, belangrijk voor de omgang met kinderen: hoeveel waarde wordt er aan religie gehecht en hoeveel macht of invloed wordt er uitgeoefend om de normen en waarden over te dragen aan de jongeren in de leefgemeenschap?

Een belangrijk aspect in iedere samenleving en ook in iedere religie zijn ‘rites de passage’, rituelen die de overgang markeren van de ene naar de andere fase. Er zijn heel veel van dit soort rituelen, ook als je dat zo één-twee-drie misschien niet zou denken. Ik zal een aantal voorbeelden noemen.
-          de doop: teken van bekering, van rituele reiniging;
-          de eerste communie: de eerste deelname aan de eucharistie, de heilige viering;
-          de protestantse belijdenis: van dooplid naar volwaardig lid van de kerkgemeenschap;
-          de ontgroening: van scholier naar student;
-          de besnijdenis: van jongen naar man of van meisje naar vrouw;
-          het vrijgezellenfeest: van vrijgezel naar gebonden partner;
-          de bruiloft, samen met de huwelijksreis: van niet getrouwd naar getrouwd;
-          de kraamtijd: van zwangere naar moeder;
-          de afscheidsreceptie op (nu) 67-jarige leeftijd: van werknemerspositie naar pensionering;
-          de uitvaart: van levend lid van de gemeenschap naar aan die gemeenschap ontvallene.

Aan dit soort rituelen wordt vaak veel aandacht besteed en ze hebben tot doel de betrokkene(n) een nieuwe status te geven en die nieuwe status publiekelijk te markeren: iedereen mag zien en weten dat deze persoon nu een beetje ‘een ander mens’ is geworden. Een andere functie van rituelen is dat ze degene die het ritueel ondergaat, de gelegenheid bieden om na te denken over de wereld, over de sociale omgeving en over de eigen rol in dat alles. Er zit in die zin dus een soort bezinning in.
Daar ben ik op zich een groot voorstander van, van bezinning op de eigen rol in het grotere geheel.
Bij het lezen van literatuur en het aanhoren van ervaringen over diverse rituelen heb ik bij mezelf (over bezinning gesproken…) echter ook opgemerkt dat ik innerlijk steiger als er bij het ritueel sprake is van wat ik ervaar als machtsmisbruik, of als de ‘leiders’ van het ritueel gebruik maken van vernederingstactieken. Dat vind ik bepaald niet verheffend.

Zo voelde ik de irritatie behoorlijk oplopen toen ik deze week las over het ritueel van de besnijdenis, die in het boek door de wetenschapper een ‘life-giving ceremony’ werd genoemd. Mij ontgaat ten enenmale de juistheid van die term voor de handeling; ik zie slechts vernedering en aantasting van de lichamelijke integriteit van het kind in dit ritueel. De vraag die meteen bij me opkomt, is: wat voor boodschap geef je af, wat voor voorbeeld geef je door, als je een kind onderwerpt aan een dergelijke ingreep, terwijl het kind daar geen zeggenschap over kan hebben?

De christelijke doop is een ander ritueel. Zelf ben ik kerkelijk opgevoed en ik ben ook gedoopt. Toch hebben we er bij de geboorte van de kinderen niet voor gekozen ze via de doop aan de kerk te verbinden. Ik had een duidelijke weerstand tegen het idee dat dat pasgeboren, prachtige wezentje al van zonden bevrijd en schoongewassen zou moeten worden (want dat is in essentie waar de doop voor staat). Ik wilde niet die boodschap afgeven aan onze kinderen, want ze zijn wat ons betreft in liefde geboren, niet in zonde.

Nog een ander voorbeeld zijn ontgroeningsactiviteiten. Daar zit veel macht in, van ouderejaars over jongerejaars met name. Het idee schijnt te zijn dat daarmee een beeld van de samenleving wordt geschetst, zodat je weet wat je in het ‘echte’ leven, in de ‘echte’ wereld kunt verwachten. Wat voor boodschap geef je af aan onervaren jonge mensen, als je ze ‘feut’ noemt, enkel en alleen omdat ze jonger zijn dan jij? Schept die hogere leeftijd niet juist morele verplichtingen om het goede voorbeeld te geven en dienstbaar te zijn?

Ik merk dat ik de afgelopen jaren zoveel gedachtegoed tot me heb genomen over de ontwikkeling van hechting en hersenfuncties, dat ik niet meer neutraal naar dit soort rituelen kan kijken. Ik wéét wel, verstandelijk beredeneerd, wat er het doel van is (solidariteit, samen iets belangrijks doormaken, verbinding creëren), maar ik weet tegelijkertijd ook wat er op neurologisch, psychologisch, fysiologisch niveau gebeurt in een mens als er sprake is van vernedering en machtsuitoefening. Ik kijk naar de wereld en kan me niet onttrekken aan de indruk dat de meeste misstanden het gevolg zijn van machtsmisbruik. Het leed dat veel kinderen moeten doorstaan, is daar in veel gevallen ook het gevolg van. Kinderen die ziek worden in landen waar geen goede gezondheidszorg beschikbaar is… ook dát is het gevolg van machtsmisbruik, vaak in een koloniaal verleden, maar vaak ook gewoon nog op basis van de huidige economische omstandigheden (zoals hoge energieconsumptie in het rijke westen en de populariteit van goedkope kledingketens).

En ook ik maakte en maak me medeschuldig aan die misstanden. Ik reis momenteel heel veel met de trein, maar ook ik laat met een zekere regelmaat benzine in de auto lopen. Ik heb de kinderen niet mishandeld, maar ook ik voelde me soms in vermoeidheid en ongeduld zo machteloos dat ik naar machtsmiddelen greep (schreeuwen, op de gang zetten). Dat stemt me nu verdrietig. Had dat niet anders gekund? Nee, *ik* kon het *toen* niet anders, maar wat zou het fijn zijn geweest als ik toen wist wat ik nu weet en als ik toen had kunnen doen waarvan ik nu weet hoe belangrijk het is: sensitief reageren, omdat dat jonge brein zo gevoelig is voor boosheid en vernedering.

De vraag is immers… weten ouderen het wel altijd beter? En wát precies weten ze dan beter? En zelfs áls ze het beter weten, zijn straf en vernedering dan de manier om die kennis over te dragen? Alfie Kohn zegt er in ‘Unconditional Parenting’ onder andere dit over: ‘[T]he use of punitive consequences often enrages whoever is on the receiving end, and the experience is doubly painful because he or she is powerless to do anything about it. ... Given a chance, those who feel like victims may eventually become victimizers’ (pag. 67). En ook zegt hij: ‘[P]unishment – all punishment, by its very nature – impedes moral thinking’ (pag. 71).
Da’s niet niks: straf verhindert het morele denken en het leidt tot wraakgevoelens. Niets verheffends aan, dus, aan vernedering. Dan toch maar liever een ideologische benadering kiezen, lijkt me, één die voorbereidt op hoe de wereld kan worden als we allemaal ons best doen om onrechtvaardigheid te verminderen, in het kader van: goed voorbeeld doet goed volgen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten