woensdag 11 februari 2015

Context, deel 1

Afgelopen week publiceerde ik het derde deel in een kleine serie over het werk van antropologe Margaret Mead en het commentaar dat er kwam op haar onderzoek op Samoa. Ik eindigde met een uitspraak van iemand die mij in mijn vakgebied zeer dierbaar is, Nils Bergman, en die kreet luidde als volgt: “It’s highly contextual.”

Ik weet nog goed wanneer ik hem dat de eerste keer hoorde zeggen. Ik zat midden in het vertaalproces van ‘Hold Your Prem’ dat in het Nederlands nu ‘Koester je kleintje’ heet. Nils was voor een symposium in België en ik had besloten dat symposium bij te wonen, vooral omdat we dan een face-to-face werkafspraak konden plannen. Ik liep bij het vertalen namelijk tegen heel wat punten aan waar ik aarzelde: deze term, dat woord, die uitleg, dit verband… of toch nog heel anders? Sommige dingen zijn niet goed van Engels naar Nederlands vertaalbaar, maar er zijn ook dingen die in de context (ja, daar is ‘ie weer en niet voor het laatst…) van het ene land anders uitwerken dan in de context van het andere land. Bovendien was er alweer wat tijd verstreken tussen de publicatie van ‘Hold Your Prem’ en mijn geplande publicatiedatum, dus hier en daar konden we misschien al dingen updaten.
Ik had toegezegd dat ik alles wat ik wilde aanpassen, zou voorleggen aan Nils en zijn vrouw Jill, die de hoofdauteur is van het boek. Dat leek me logisch, want ze gaven hun ‘kindje’ aan mij uit handen en zo’n ‘adoptie’ brengt natuurlijk een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Dan wil je minstens net zo goed voor de boreling zorgen als de ‘echte’ ouders.

Nils en ik zaten op een kleine werkkamer, laat in de avond, te ploeteren op een aantal tekstfragmenten. Wat te doen? Hoe ze om te zetten naar het Nederlands, zodat het zou passen in de Nederlandse setting? Op een goed moment dacht Nils bij een paar zinnen diep na en toen zei hij, aarzelend: “Well, it’s highly contextual…” Ik was verrast en liet de betekenis ervan tot me doordringen. We spraken erover door, we kwamen samen tot heel wat oplossingen voor diverse passages en ik ging twee dagen later tevreden naar huis: ik kon weer verder en het mooie eindresultaat kwam weer een stuk dichterbij!

Krap een half jaar later had ik de eer om Jill Bergman op een congres in Engeland persoonlijk een eerste exemplaar van het boek te overhandigen: ze was zó blij! Ik had geïnvesteerd in een fullcolour uitgave en dat was te zien; ze was helemaal gelukkig met het uiterlijk van het boek en natuurlijk deed me dat goed. Later dat weekend spraken we tijdens het diner over die uitspraak van haar man, “It’s highly contextual”, en ik zei hoe mooi ik die vond. Ze grijnsde, keek me schuin en ondeugend aan en zei: “You know, Marianne, he always says that when he doesn’t know, doesn’t want to think about it or doesn’t feel like answering!” We lachten ons met z’n allen helemaal dubbel. Ik dacht op een filosofisch diepzinnige uitspraak te zijn gestuit en Jill zette me met beide benen stevig terug op de grond?! Het werd dat congresweekend een ‘running gag’; zodra iemand twijfelde, trok ze een ernstig gezicht en zei: “Well, you know… it’s highly contextual”! Nog steeds, twee jaar later, trekken we die kreet met een zekere regelmaat uit de kast.
Het gesprek met Jill was boeiend; natuurlijk begreep ze wel wat haar man bedoelde en ze kon er vanzelfsprekend vierkant achter staan. Ze relativeerde slechts zijn diepzinnigheid een beetje (of de mijne?) en daarna spraken we nog uitgebreid over hoe complex de kwesties van context zijn.

Heel dat aspect van contextgevoelige aangelegenheden is eigen aan het vakgebied van de lactatiekunde en zeer zeker ook aan dat van de antropologie. Wat is gepast en wat niet? Wat kun je in redelijkheid zeggen en wat niet? Wat kun je, omgekeerd, ongezegd laten en wat zeker niet? Wat is ethisch verantwoord? Het zijn moeilijke vragen en ze zijn allemaal highly contextual. Dat maakt dat het soms lastig is om te bepalen wat je zegt en welke informatie je geeft, want niet altijd ken je de context zodanig goed dat je de reacties kunt inschatten. En zelfs als je de context wél goed kent, is een mens soms een onvoorspelbaar wezen en kan dat wat je beweert, bij de ander helemaal verkeerd vallen, misschien omdat diegene op dat moment in een (sociale of emotionele of financiële) context verkeert waarin jouw uitspraak onwelgevallige, pijnlijke of confronterende informatie bevat. Dag aan dag staan we dus allemaal telkens opnieuw voor de keuze waarover we spreken en waarover we zwijgen. Woorden kunnen pijn doen, maar zwijgen kan evenzeer veel schade veroorzaken.

Wat kun je doen op dat punt, als ouder, als professional, als wereldburger? Soms bijna niets, soms heel veel, soms nu nog niets, maar op termijn heel veel als je maar blijft herhalen, soms voor de één niets als die er nog niet aan toe is of zich aangevallen voelt, soms voor de ander heel veel omdat die ervoor openstaat of wel wat bijval kan gebruiken… kortom: it’s highly contextual. Je kunt daarin enorm de mist in gaan en dat is soms echt je eigen schuld: niet goed opgelet, te onwetend, te impulsief. Je kunt ook veel commotie veroorzaken zonder dat de werkelijke oorzaak bij jou ligt: pijnlijk punt geraakt, te direct, te dichtbij. Waar je eigen onzorgvuldigheid of de gevoeligheid van de ander vandaan komt…? Ook dat is bijna altijd highly contextual, gebaseerd op je persoonlijke levensgeschiedenis en op de mate waarin je hebt gereflecteerd op of je al dan niet hebt verzoend met de dingen die daarin moeilijk waren of juist zo gemakkelijk gingen dat je je niet realiseert hoe lastig ze voor een ander kunnen zijn.

En altijd is daar weer die vraag: hoe kunnen we onze kinderen zo begeleiden naar volwassenheid dat ze een goed gevoel ontwikkelen voor wanneer ze welke dingen kunnen zeggen, kunnen doen, kunnen bepleiten? Leef je ze voor dat het beter is botsingen uit de weg te gaan, omdat die de sfeer verpesten? Of leef je ze voor dat het belangrijk is om dingen aan de kaak te stellen, omdat ze elders, in een andere context niet alleen de sfeer, maar het alledaagse bestaan van mensen verpesten? Of leef je ze een middenweg tussen die twee voor, dus soms het één en soms het ander? Van wie ‘pikken’ we waarschuwingen over wat er wel en niet deugt in de wereld en van wie niet? Maakt het wat uit, of Rutte of Obama of een moslim-activist het zegt? Kunnen we luisteren naar de boodschap an sich, zonder die meteen ten onrechte op onszelf te betrekken of juist ten onrechte verre van ons te werpen? In die context bekeek ik het onderstaande filmpje, dat mijn man op Youtube tegenkwam, nadat op 29 januari 2015 de NOS-studio was bezet door iemand die mogelijk banden had met deze Anonymous-groep. Luister er maar eens naar:



Ik gruwel persoonlijk van de wraakzuchtige woorden die vanaf 3’17” worden gesproken, maar voor de rest zit er veel in de tekst waar je het op goede gronden mee eens kunt zijn. Het is zonneklaar dat er censuur wordt gepleegd bij nieuwsreportages en dat de highly important context van de lokale omstandigheden niet wordt meegewogen, dat geld om de banken en de economie te ‘redden’ out of thin air ineens beschikbaar is, maar dat geld voor persoonsgebonden budgetten, goede kraamzorg, lactatiekundige zorg of vluchtelingen niet gevonden kan worden, dat grootschalige migratie wordt veroordeeld, maar dat het VOC-verleden wordt geroemd.
Het is een vreemde wereld, waarin we onze kinderen zien opgroeien en waarin we ze liefst empathisch en blijmoedig in het leven zien staan. Ik wens iedereen wijsheid bij het dag aan dag maken van keuzes en het beschouwen van gebeurtenissen. En bedenk… it’s all highly contextual!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten